Glas (archeologisch)

Treft u glasfragmenten aan tijdens een opgraving? Heeft u archeologisch glas in uw collectie? Lees hier welke stappen u volgt wanneer u glas aantreft op een archeologische site. We maken u ook wegwijs in hoe u glas verpakt en bewaart in depot.
Materialen, technieken en bijzonderheden
- Glas kunt u omschrijven als een onderkoelde vloeistof die vooral bestaat uit silica (zand), met toevoeging van andere materialen, zoals kalk, natron, potas, lood en kleurstoffen.
- Glas is een hard, homogeen materiaal dat u als een stroperige vloeistof kunt bewerken tot de meest uiteenlopende vormen: van ondoorzichtig en robuust tot flinterdun en 'kristal'helder. Het gaat om een prachtig materiaal dat helaas na verloop van tijd 'corrodeert' en wordt aangetast. (Glascorrosie kennen we van de vaatwasmachine: na een tijd worden glazen dof.)
- Glas is regelmatig aanwezig in een archeologische context. Het is niet poreus en de verwering is afhankelijk van de samenstelling en de omgeving (bodem) waarin het bewaard is.
Aftakeling
In de bodem
Glas
Glas corrodeert in contact met water. Door een complex chemisch proces logen verschillende bestanddelen uit het glas, terwijl andere ter vervanging in het glas terechtkomen. Er ontstaat een 'corrosielaag'. Het effect van deze verwering is zichtbaar als doffe plekken, ondoorzichtig glas en glas met 'irisatie' (een olie-op-watereffect).
Corrosie komt vooral voor in klei- en leembodems met weinig doorstroming van water, maar ook in zandbodems waar het water plaatselijk niet weg kan. Het zit vast in een kras of putje van het glas of wordt tegengehouden door andere scherven.
Dat glas is aangetast ziet u aan (dit zijn geen opeenvolgende stappen):
- Dunne verweringslaagjes die irisatie vertonen (olie-op-watereffect)
- Dikkere verweringskorsten (vaak bruin tot zwart), een geheel van uitgeloogde lagen en diverse afzettingen
- Putcorrosie
- Mattering van het oppervlak
Afwerklaag
Verkleuring
Bij de opgraving
Snelle droging
Glas met versieringslaag
In depot
- In een té vochtige omgeving of een omgeving met kans op condensatie ontstaan verweringslaagjes of putcorrosie door de inwerking van water.
- Een basisch milieu (bv. zuurvrij papier met basische buffer of reinigingsproducten doen glas sterker verweren, tot in de kern.
- Schommelingen in temperatuur en RV veroorzaken een snellere verwering van glas. Voortdurende hydratatie en uitdroging stimuleren het corrosieproces en doen corrosielaagje en afwerklagen sneller loskomen.
- Het zogenaamde 'tranend glas' en 'crizzling' (zie verder) zijn specifieke verweringsvormen van glas, die voor een groot deel worden veroorzaakt door de (onstabiele) samenstelling van het glas zelf.
- Let op wanneer u glas verpakt en hanteert: een glasoppervlak is fragiel en schilfert bij elke aanraking gemakkelijk af.
Oude restauraties
- Schade door verkeerde lijm: lijmnaden verkleuren, er komen schadelijke stoffen in de scherven terecht, de verlijming is te zwak of net té hard. Sommige verkleuringen en materialen kunt u niet verwijderen.
- Schade door lijm/vernis: een fragiel, schilferend oppervlak vastzetten met eender welke lijm- of vernissoort veroorzaakt meestal meer schade dan de schade die u aanvankelijk zou vermijden. Consolidatie van glas laat u altijd over aan specialisten.
- Schade door aanvullingen: verkeerde materialen kunnen het object beschadigen. Dit laat u het best over aan een specialist.
Reinigen
- Bij de opgraving: was glas niet! Een aantal scherven kunt u zonder problemen wassen, maar andere helemaal niet. Restjes van een goudlaagje veegt u zo weg: alleen een specialist ziet het verschil. Win advies in bij een conservator-restaurator.
- Licht zeer sterk verweerd glas 'in blok' en reinig het niet verder: zie bloklichten.
- Museale en gerestaureerde objecten reinigt u niet actief. U kunt ze licht afstoffen, als dat vermeld staat in het conservatiedossier.
Conditie bepalen
Glazen objecten en glasscherven variëren sterk in conditie. Let vooral op de conditie van het oppervlak.
- Ziet u actieve corrosie en afschilfering? Sommige schilfers zitten zichtbaar 'los' op het oppervlak. In andere gevallen controleert u het object het best na ongeveer één maand en daarna nog drie keer, om te zien of er bijkomende schilfers van het oppervlak vallen en er bijkomende putjes ontstaan. Stelt u actieve corrosie en afschilfering vast, consulteer dan een specialist.
- Let op afschilfering en verkleuring van een versierd oppervlak (email of goudlaag). Stelt u afschilfering en verkleuring vast, consulteer dan een specialist.
- 'Tranend' glas herkent u aan de kleine waterdruppels op het glas. 'Crizzling' ziet eruit als een sterk gecraqueleerd glas. Dit fenomeen duikt zeer plots op en verandert het uitzicht in een mum van tijd volledig.
- Ziet u bij oude restauratiematerialen vergelende lijm of een afschilferende vernislaag, dan is het tijd om in te grijpen.
Neem zeker ook een kijkje in het hoofdstuk 'Conditiecontrole archeologische objecten'.
Bewaren
Bij de opgraving
- Sluit de niet-doorschijnende doos/emmer goed af en vul tot de rand met water: zo is er minder kans op schimmelvorming of algen.
- Opgelet: deze tijdelijke manier van verpakken is niet geschikt voor permanente bewaring in depot. Het drogen van glas wordt begeleid of uitgevoerd door een specialist.
In het depot
- Bewaar glas nooit té vochtig! Zorg voor een omgeving met luchtvochtigheid tussen 40 en 45%, tot maximum 50% voor gemengde collecties (met bij voorkeur een maximale schommeling van 3% over een periode van 24 uur). Houd de temperatuur zo stabiel mogelijk rond 18°C.
- Tranend glas en glas met 'crizzling' bewaart u zo stabiel mogelijk in een afzonderlijke, geklimatiseerde kast. Over de ideale RV voor deze glassoorten is men het niet altijd eens (38% of tussen 42-45%), maar de objecten zijn zeer instabiel en verdragen geen schommelingen.
- Blootstelling aan (uv-)licht beïnvloedt glas weinig, maar veroorzaakt soms toch verkleuringen. Weer uv-licht in elk depot en in elke opstelling (ook vanwege de invloed op de gebruikte restauratiematerialen!).
- Bewaar glas zo veel mogelijk stofvrij.
Hanteren en verplaatsen
Opslag en verpakken in depot
- Glazen objecten verpakt u in een steunvorm van PE-schuimplaat waarin de vorm van het glas is uitgesneden. Om de ruimte tussen het object en het deksel op te vullen gebruikt u grotere PE-zakken, gevuld met polyestervezel. Dit is een betere keuze dan 'zuurvrij' zijdepapier omdat deze papiersoorten soms gebufferd worden met een basisch product dat schadelijk is voor het glas.
- Scherven en objecten verpakt u in een stevige (liefst PE/PP-)doos die luchtcirculatie toelaat. Gebruik niet de luchtdichte dozen die worden aangeraden voor metalen objecten om schade door condensatie te vermijden.
Zie ook het hoofdstuk 'Bewaren, transporteren en verpakken'.
Rol van de gespecialiseerde restaurator
Gecontroleerde droging
- Glas uit vochtige bodems bewaart u nat en laat u niet té lang na de opgraving behandelen. Om de gevolgen van ongecontroleerd drogen te vermijden wordt het water systematisch vervangen door solventen met een lagere oppervlaktespanning.
- Dit drogingsproces is het werk van een specialist, die meteen na de uiteindelijke droging kan evalueren of het glas bijkomende versteviging (consolidatie) nodig heeft.
Verlijmen
Dit hoofdstuk werd geschreven door Natalie Cleeren voor Depotwijzer.be.