Verzameling brillen bij een opticien. Foto: Harpreet Singh via Unsplash

Waarderen betekent dat je met een bredere groep in gesprek gaat over de waarden die je aan het erfgoed hecht. Dat doe je uiteraard niet in het wilde weg, maar vanuit een toetsingskader en een methodiek. Dit kader vormt de bril waarmee je naar het erfgoed kijkt. Velen gingen je voor, dus er zijn al heel wat uitgewerkte voorbeelden om je op te baseren. Hier zetten we de basiselementen op een rij.

A. Ontwerp een toetsingskader

Bij de start van een waarderingstraject maak je een toetsingskader: een overzicht van de vragen die je wil stellen tijdens het traject. Je kan daarvoor een beroep doen op bestaande kaders (zie verder) of er een op maat maken. Een voorbeeld van zo’n heel uitgebreid toetsingskader, vind je hier

Eerst bepaal je de scope:

  • Beslis of je wil waarderen per stuk of per (deel)collectie. 
  • Bepaal ook hoe breed je referentiekader zal worden. Wil je vooral vergelijken met de rest van je collectie, op (boven)lokaal, regionaal, nationaal of internationaal niveau? Je referentiekader op voorhand goed afbakenen bepaalt hoe je verder gaat. 

Verdere onderdelen van een toetsingskader: 

  • De kenmerken en de waarden die je wil onderzoeken met hulpvragen om ze concreet te kunnen analyseren.  
  • Je kan van tevoren bepalen welke waarden of kenmerken je belangijker vindt en dus meer gewicht geeft. Zo’n hiërarchie komt vaak in functie van de missie van de organisatie tot stand. 
  • Je kan ook beslissen om de waarden te scoren. In dat geval moet je vooraf bepalen aan welke lat een hoge, een gemiddelde of een lage score moet voldoen. Niet elk waarderingsproces werkt met zo’n score, soms is het al voldoende om de waarden nauwkeurig te beargumenteren.  
  • Naast de kenmerken en de waarden voegt zo’n waarderingsformulier ook vaak de categorie 'Ontwikkelpotentieel' toe: dat geeft aan of de waarden kunnen worden verhoogd door verder onderzoek, restauratie of iets dergelijks. Je kan dit concretiseren in functie van je vraagstelling. 

Hoe dan ook, zo’n toetsingskader is altijd maatwerk, maar je kan wel inspiratie opdoen in bestaande methodes: lees dus zeker verder (zie 'Waar vind je handleidingen?' of 'Waar vind je praktijkvoorbeelden?').  

Van toetsingskader naar participatieve bijeenkomst

In veel gevallen resulteert het toetsingskader in een waarderingsformulier dat je samen met het waarderingsteam invult. Dat kan in de vorm van een Excel-document, maar evengoed in een sjabloon voor een invulblad. Een voorbeeld van een uitgebreid formulier met weging vind je in deze handleiding, vanaf pagina 61.  

Maar je kan ook kiezen voor een lossere methode, die leidt tot een meer globaal antwoord op de vraag: 'Wat betekent dit erfgoed voor jou?'. Bijvoorbeeld: als je met deelnemers een tentoonstelling voorbereidt kan een strikt wetenschappelijk aandoend analyseraster zelfs in de weg zitten, en is het beter om met globale vragen te werken over de waardes en de kenmerken. Kortom: welke aanpak je kiest, hangt af van de vraagstelling van het traject en van de groep waarmee je rond de tafel gaat zitten.