Welke informatie heeft u nodig?

Waardeer nadat u alle beschikbare informatie op een rij hebt. Foto: PublicDomainPictures via Pixabay.

Waarderen betekent: op basis van een specifieke vraagstelling met een bredere groep betrokkenen de waarden van erfgoed in kaart brengen. Zij kunnen maar tot een gefundeerde mening komen als ze alle beschikbare informatie op een rij hebben. Bij dat proces zoeken we grosso modo naar informatie over twee clusters van gegevens:

In geval van objecten, archiefstukken of boeken: kenmerken

  • Toestand: is het object / de collectie in goede conditie of niet?
  • Ensemble: maakte het erfgoed deel uit van een groter geheel? (En is dat grotere geheel er nog?)
  • Herkomst: wat weten we over de afkomst van het erfgoed? Hoe kwam het in onze collectie terecht?
  • Zeldzaamheid / representatie: is het een uniek stuk? Of: is het juist een goed voorbeeld van een bepaald type massaproductie, en dus representatief voor een grotere groep?

In alle gevallen: waarden

Die waarden kunnen we indelen in drie grote groepen:

  • (Kunst)historische waarden: de esthetische betekenis van het erfgoed en / of de rol die het heeft gespeeld in het verleden.
  • Sociaal-maatschappelijke waarden: de betekenis voor een groep mensen vandaag. (Bv. omdat het een spirituele of symbolische betekenis heeft binnen een gemeenschap.)
  • Gebruikswaarden en ontwikkelpotentieel: lokt dit erfgoed veel toerisme? Bevat dit erfgoed voldoende verhalend potentieel? (Intrinsiek of via bronnen? Is het interessant voor onderzoek? Ideaal voor educatie? Kan het vlot gehanteerd of verplaatst worden?)

Breng aan het begin van een waarderingstraject de al beschikbare informatie over het betrokken erfgoed samen. Deze informatie bevindt zich in registratiedatabanken en documenten, in de hoofden van medewerkers en gebruikers, bij de erfgoedgemeenschap, en in wetenschappelijke en historische bronnen.

Beoordeel vervolgens de beschikbare informatie op mogelijke lacunes, in functie van de aanleiding en vraagstelling van de waardering. Soms volstaat een meer globale vorm van inzicht: om tijdens het opstellen van een collectiebeleidsplan / borgingsplan te bepalen wat tot de kerncollectie behoort, kunnen deelcollectiebeschrijvingen misschien volstaan.

In andere gevallen moet u bijkomende informatie verzamelen om tot een waardering te kunnen komen. Zo is bij het voorbereiden van een selectie- en herbestemmingsoperatie al snel meer gedetailleerde kennis op objectniveau nodig. Soms zal u dus eerst voldoende tijd moeten maken om de (basis)registratie en documentatie aan te vullen. Het hoofdstuk 'Registreren en documenteren' kan u daarbij de nodige handvaten bieden.

U merkt het: voor heel wat andere aspecten zal u aan anderen hulp moeten vragen. Dat kan u doen bij collega's in de eigen organisatie of in de sector, maar zeker en vast ook bij een bredere groep betrokkenen.