Groepsdynamica: hoe herkent u de fases in het leven van een groep?
Waar mensen samen leren en werken ontstaat er een groepsgevoel, of een groepsproces. Dat is natuurlijk voor elke groep anders. En toch zijn er een aantal grote fasen die elke groep doorloopt. Soms gaat dat heel snel, soms blijft een groep steken in een fase, en soms valt een groep terug. Als begeleider van groepen is het handig om die fasen te kennen en te herkennen. Zo kunt u er ook op inspelen. Vandaar: een kort overzicht van het groepsfasenmodel van Tuckman.
1. Forming: de groep komt tot stand
2. Storming: de verschillen vallen op
Als begeleider is het belangrijk om te weten dat deze fase heel normaal is. Sterker nog: het is een voorwaarde om straks goed te kunnen samenwerken. Hoe lastig spanning ook kan zijn, de groep wordt er sterker door. In sommige stille groepen is het dan ook de taak van de begeleider om de tegenstem expliciet uit te nodigen: hoe vroeger die een forum krijgt, hoe meer de groep er rekening mee kan houden.
De begeleider heeft in deze fase anderzijds de opdracht om de groep te behoeden voor te sterke polarisering. Steeds opnieuw dus moet u zoeken naar bruggen tussen verschillende meningen en blijven focussen op het gezamenlijke doel. Naast het verschil moet u dus ook de gedeelde focus blijven ondersteunen.
3. Norming: afspreken hoe we te werk gaan
Als begeleider komt het er dus vooral op aan om geduld te hebben en te wachten tot de groep zelf klaar is om deze afspraken te maken. U geeft in de eerste fase wel de grote lijnen aan, maar het is belangrijk om de groep ook ruimte voor sturing te geven.
In deze fase moet u de groep vooral behoeden voor te sterk eenheidsdenken. Het wij-gevoel kan in deze fase overheersen, waardoor andere stemmen in de verdrukking kunnen komen. Blijf hen dus uitnodigen om hun zeg te doen. Het is nu niet meer de taak van de moderator om structuur te brengen, want die moet eigenlijk uit de groep komen. U ondersteunt de groep bij het formuleren van de afspraken. Zorg dus dat ze ergens genoteerd staan en help om de randvoorwaarden te vervullen.
4. Performing: de handen uit de mouwen
5. En dan: speuren naar groei, terugval, ontbinding?
Als begeleider is het uw taak om te blijven observeren waar de groep staat en wat er nodig is. U kunt de groep bijvoorbeeld uitnodigen tot een zelfevaluatie om samen te bespreken wat er nog nodig is. Heb aandacht voor de introductie van nieuwe leden. Zorg er ook voor dat een groep die stopt ook een formeel eindpunt krijgt: een laatste vergadering waarin men viert wat er is bereikt, bijvoorbeeld.
Meer lezen over dit thema op de Erfgoedwijzer?
- Bent u op zoek naar werkvormen? Kijk dan bijvoorbeeld hier.
- Wil u weten hoe het komt dat groepen de alternatieve stem soms niet horen? Neem dan deze module even door.
- Concrete tips voor de rol van moderator vindt u hier.