Hoe fotografeert u objecten?
Foto's voegen veel waarde toe aan een objectbeschrijving:
- Ze helpen om objecten goed te identificeren. Ze geven een juist beeld van kleuren, texturen, compositie, conditie en zo meer. Ze maken details zoals merktekens en signaturen beter leesbaar.
- Ze zijn belangrijk voor de ontsluiting en doorzoekbaarheid van de collectie. Denk aan publicaties, websites en andere communicatie.
- Ze helpen om de toestand van het stuk op te volgen en een conditierapport te maken. Hiervoor zijn een reeks detailfoto's per object aan te raden.
- Tot slot zijn ze van groot belang bij calamiteiten, voor de opmaak van een PV bij diefstal en vandalisme of voor een snelle identificatie bij brand of wateroverlast.
Wilt u een fotocollectie of ander tweedimensionaal materiaal digitaliseren, lees dan verder op de pagina 'Hoe digitaliseert u fotografische materialen?'.
Objectfotografie: de basis
Het fotograferen van erfgoedobjecten draait om het maken van een natuurgetrouwe, leesbare weergave. U hoeft geen creatief genie te zijn of een professioneel fotograaf in te huren om goede werkfoto's te maken. Houd deze basistips goed in het achterhoofd:
- Lees de handleidingen van de camera en de belichting.
- Neem ruimschoots uw tijd om uw fotografieset op te stellen, te testen en bij te stellen. Maak na de testfase uw geheugenkaart leeg. Controleer tussentijds en pas aan telkens wanneer het onderwerp van vorm of grootte verandert.
- Fotografeer objecten voor hun registratie in een zo neutraal mogelijke omgeving. Gebruik bijvoorbeeld een witte, grijze of zwarte achtergrond, die contrasteert met het object.
- Vermijd te veel schaduwvorming en reflectie door gebruik te maken van een goede belichting vanuit twee standpunten, in een hoek van 20°C tot 45°C. Een lichtbron moet altijd krachtiger zijn dan de andere. In plaats van een tweede lamp kunt u ook een wit karton of paneel gebruiken, aangepast aan de grootte van uw onderwerp, dat het licht van de eerste lamp reflecteert. Doe andere lichtbronnen uit en verduister de ramen. Zet de camera achter de belichting en zet het object niet te dicht tegen de achtergrond. Gebruik de camera om met trial and error de belichting verder te optimaliseren, speel met de lichtsterkte en de afstand van de lampen.
- Gebruik voor ingelijste of glanzende objecten een fototent of een grote zwarte doek met een gat in het midden voor de camera, om storende reflectie tegen te gaan. Een polarisatiefilter kan helpen, behakve bij metaal, maar is zeker geen wondermiddel en geeft een iets andere kleurweergave.
- In de camera zelf stelt u in: sluitertijd 1/60 (bij flitslicht) of 1/125 (bij omgevingslicht), ISO-waarde 100 en diafragma (f) tussen 11 (middelgrote lensopening, groot scherptedieptegebied) voor middelgrote tot grote stukken en 22 (kleine lensopening, klein scherptedieptegebied) voor kleine objecten.
- Plaats uw camera recht voor het middelpunt van het object. Bij tweedimensionale stukken trekt u de foto loodrecht op het oppervlak, door de camera licht te kantelen of een reprozuil te gebruiken.
- Fotografeer een driedimensionaal object zo dat de foto een indruk geeft van de diepte van het object. Een kast fotografeert u niet recht, maar schuin van voren. Trek foto's uit meerdere invalshoeken.
- Maak texturen en reliëf goed leesbaar met scheerlicht, in een hoek van 0° tot max. 20°C.
- Gebruik voor kleine objecten of kleine details (bv. merktekens, schadebeelden) een macrofilter, macroring of macrolens om kleine objecten van kortbij te fotograferen.
- Laat op de foto wat witruimte rondom het object, om de foto later te kunnen bijsnijden, maar zoom niet te ver uit.
- Zorg ervoor dat kenmerkende details en onderdelen, zoals een slot, zichtbaar zijn. Maak indien nodig meerdere foto's, fotografeer een kistje bijvoorbeeld zowel open als toe, met en zonder sleutel.
- Maak van bepaalde objecten, zoals penningen, een foto van de voor- én achterkant.
- Maak scherpe detailfoto's van inscripties en merktekens, alsook schadebeelden, met behulp van scheerlicht en een macrofilter.
- Controleer het histogram van een beeld in uw camera: zorg ervoor dat de donkere tinten (links) en lichte tinten (rechts) er allemaal in zitten en dat de curve niet afgesneden wordt aan de zijkanten (= over- of onderbelicht en onomkeerbaar). De meeste camera's gaan ook een alarm of flikkering geven bij overbelichting.
Oefening baart kunst! Wilt u meer weten, bekijk dan hieronder de uitgebreide tips in de hand-out van fotograaf Charles Strijd.
Fotograferen met en/of zonder nummer?
Het is interessant om het objectnummer met het object mee te fotograferen. Daarmee kunt u een verkeerde identificatie vermijden. De foto identificeert het object en vormt een aanvulling op de inhoudelijke beschrijving ervan. Om na het fotograferen de bestandsnamen van de foto's te conformeren aan het objectnummer (bv. voor bulkimport van foto's in een collectiebeheersysteem), kan dit ook handig zijn. U kunt het nummer met whiteboard-stiften op een blokje schrijven waarover whiteboard-folie is geplakt (verkrijgbaar in hobby-/papierwinkels): dit kunt u makkelijk uitwissen en hergebruiken.
Een foto zonder nummer is interessant om virtueel te ontsluiten. Een goede herkenbaarheid van het object blijft ook dan van groot belang, evenals een back-upprocedure waardoor de opgeslagen data niet verloren gaan.
Dit filmpje vat de basics goed samen:
Enkele bijkomende tips
- Hanteer de objecten op een veilige en doordachte manier.
- Soms is het nodig om de stukken eerst te ontstoffen.
- Indien het object zelf niet stabiel kan rechtstaan, hergebruik dan allerlei plexi vormpjes die je kunt vinden.
- Door een meetlat of schaallat mee te fotograferen geeft de foto een goede indicatie van het formaat van het object. Hiervoor geldt net als bij het objectnummer: plaats de meetlat zo op de foto dat hij er 'afgeknipt' kan worden of neem een foto met en eentje zonder lat.
- Door een grijs- en/of kleurkaart mee te fotograferen kunt u of een grafisch vormgever de kleuren van de foto achteraf zo nodig corrigeren met een beeldbewerkingsprogramma.
- Hou rekening met eventueel auteursrecht! Sluit met een externe fotograaf een contract af waarbij hij/zij de auteursrechten aan uw instelling overdraagt. En ga goed na of u foto's van recente werken kunt publiceren of niet.
- Fotografeer een object tegelijk met het nummeren of andere handelingen. Zo hoeft u de objecten later niet nogmaals te hanteren.
Wat heeft u daarvoor nodig?
Het is zeker niet noodzakelijk om een fotostudio te hebben. Zoek een plek met voldoende ruimte, tafels, lichtschakelaars en stopcontacten. Liefst zonder ramen of met zonwering.
Via de Uitleendienst Erfgoed kunt u als erfgoedorganisatie gratis een fotografieset ontlenen met digitale spiegelreflexcamera, camerastatief, flitsset, witte achtergrond, bijhorend ophangsysteem en een fototent.
De handleidingen en instructiefilmpjes vindt u hier terug, alsook verwijzingen naar andere uitleendiensten.
Ook een reprozuil, voor het loodrecht fotograferen van tweedimensionele stukken, kunt u gratis ontlenen bij de Uitleendienst.
Voorzie daarnaast best nog een tafel, een schaar, plakband en verlengsnoeren. Steuntjes (zelf te maken) of kussentjes zijn erg handig om objecten in de juiste positie te houden en schade aan boekbanden te voorkomen. Ook nuttig: whiteboard materiaal voor de nummering, een schaallat, een grijs- of kleurkaart en witte of zwarte panelen.
Het uitleenmateriaal staat telkens voor één maand ter uwer beschikking. Probeer uw fotografietaken dus te bundelen binnen die periode. Verlenging is wel mogelijk wanneer er geen andere aanvragen zijn.
De foto's bewaren
- Bewaar de map met originele hoge-resolutiefoto's - zonder enige bewerking of wijziging in volgorde - als moederbestanden.
- Maak een map met kopies voor raadpleging en bewerking.
- Bewaar steeds de originele bestandsnaam van de foto (bv. IMG00639). Om de link te leggen met het afgebeelde collectiestuk, voeg je het objectnummer eraan toe: 'objectnummer_fotonummer' of 'opgravingsnummer_vondstnummer_fotonummer'.
- Zorg voor een goede back-upstrategie.
- Overweeg de aankoop van een DAM-systeem waarbij automatisch afgeleide bestandsformaten worden gemaakt.

