Hoe meet u het binnenklimaat?

Een datalogger in het depot. Foto: Vlaamse Gemeenschapscommissie, fotograaf: Loes Nijsmans

Hoe brengt u het risico op een verkeerde temperatuur, een verkeerde relatieve vochtigheid en andere schadefactoren voor uw erfgoedcollectie in kaart? 'Meten is weten' zegt het spreekwoord, maar een doordachte meetstrategie garandeert de beste resultaten. Dit stappenplan helpt u op weg.

1. Formuleer de onderzoeksvraag

  • Wat is de aanleiding?
  • Waarom wilt u gaan meten?
  • Wat wilt u bereiken met de metingen?

2. Bepaal hoe, waar en wanneer u gaat meten

Vertaal de onderzoeksvraag naar de meest relevante aanpak voor de metingen, zeg maar de meetstrategie:

  • Welke parameters? (Bv. temperatuur, RV, lux, uv, fijn stof ...)
  • Welke periode? (Bv. duur van een bruikleen, alle seizoenen ...)
  • In welke ruimtes of bij welke collectiestukken?
  • Wie leest de meetgegevens uit op welke tijdstippen?
  • Moet er een alarm worden ingesteld bij de overschrijding van bepaalde grenswaarden?

De adviseurs behoud en beheer van FARO kunnen u hierbij helpen.

3. Voorzie de nodige meettoestellen

Zorg ervoor dat uw toestellen geijkt zijn en voorzien van voldoende batterijcapaciteit.

  • U kunt gedurende één jaar (extra) dataloggers ontlenen bij de Uitleendienst Erfgoed.
  • Wilt u nieuwe toestellen aankopen, dan biedt de volgende pagina u de nodige tips. Denkt u aan draadloze monitoring, test dan vooraf het bereik.
  • Het is ook mogelijk om de metingen uit te besteden aan Monumentenwacht, het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium of een commerciële dienstverlener.

4. Programmeer en plaats de meettoestellen

Volg voor de installatie van de meettoestellen de handleiding van de fabrikant. Houd bij de plaatsing van de meettoestellen rekening met:

  • buitenmuren,
  • deuren en tochtstromen,
  • ramen en binnenvallend zonlicht,
  • verwarmingselementen zoals radiatoren,
  • be- of ontvochtigers,
  • uitblaas- en afzuigmonden van de klimaatinstallatie of ventilatieroosters,
  • andere bronnen van warmte, koude of vocht, zoals sanitaire voorzieningen, die een microklimaat kunnen veroorzaken,
  • de hoogte van de ruimte(s), zeker als bepaalde erfgoedobjecten of interieurelementen zich op hoogte bevinden.

Afhankelijk van de onderzoeksvraag wilt u de toestellen wel of niet daarbij in de buurt zetten, een combinatie is ook mogelijk.

5. Documenteer de metadata in een klimaatlogboek

Uw meetstrategie en de technische gegevens over de meettoestellen zijn belangrijk voor de interpretatie van de metingen achteraf en voor toekomstige analyses. Noteer deze metadata in een klimaatlogboek: als bijlage vindt u een sjabloon terug. Bij de projectfiches van het Sint-Odiliaschrijn en het Stadsmuseum De Hofstadt zijn praktijkvoorbeelden van een ingevuld klimaatlogboek beschikbaar.

Teken in het klimaatlogboek per verdieping of per ruimte een rudimentair grondplan met de muren, de ramen, de deuren en de plaatsing van het meubilair. Duid daarop aan waar de meettoestellen staan. Zo vinden u of uw collega's ze later gemakkelijk terug. In monumentale gebouwen is ook de hoogte waarop de meting gebeurt (t.o.v. de vloer) interessant.

Noteer tijdens de meetperiode ook alle gebeurtenissen die het klimaat kunnen beïnvloeden en technische defecten. Deze vergemakkelijken de interpretatie achteraf. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Omgeving: invallend zonlicht op bepaalde momenten van de dag, stormweer, uitzonderlijk warm of koud, droog of nat weer.
  • Infrastructuur: waterlekken, de klimaatinstallatie werd tijdelijk in- of uitgeschakeld, bv. door stroompanne of intentioneel (noteer begin en einde).
  • Toestellen: het geheugen van de logger is vol, de batterijen van het toestel zijn leeg, de fout gelopen metingen (noteer begin en einde).
  • Menselijke activiteiten: de menselijke aanwezigheid (al dan niet meer dan gebruikelijk, hoeveel mensen en hoelang), nat poetsen, bepaalde ramen of deuren zijn opengezet.

6. Analyseer de metingen en trek uw conclusies

Trek wat tijd uit om aan de slag te gaan met de verzamelde meetgegevens. Hoe u dat doet, leest u op de volgende pagina.

  • Identificeer significante afwijkingen in de tijd en in de ruimte.
  • Formuleer een antwoord op uw onderzoeksvraag.
  • Bekijk de mogelijkheden om waar nodig in te grijpen in het binnenklimaat. Volg hiervoor de principes van geïntegreerd risicomanagement en de aanbevelingen rond klimaatbeheersing. Aangezien dit een complexe materie is, met soms grote gevolgen, kunt u zich hierbij laten adviseren door een specialist.
  • Breng collega's en directie op de hoogte van uw conclusies en bespreek mogelijke vervolgstappen.

FARO biedt regelmatig de 'Basiscursus Behoud en Beheer' aan. Voor een actueel overzicht van ons cursusaanbod kunt u terecht in de FARO-vormingskalender of kunt u zich inschrijven op de FARO-nieuwsbrief.