Hoe bepaalt u de eisen voor het binnenklimaat?

Schematische voorstelling van het beslissingsproces om klimaateisen te bepalen. Afbeelding: FARO

Waarmee moet u rekening houden wanneer u de eisen voor het binnenklimaat in depots en tentoonstellingsruimten formuleert? Wat zijn klimaatklassen? Hoe zit het met bruiklenen? En hoe zorgt u voor een eenduidige communicatie van deze eisen naar ontwerpers en technici?

De richtlijnen voor het binnenklimaat hebben de afgelopen 15 jaar een grondige (r)evolutie meegemaakt, onder invloed van een verscherpte kennis en groeiend duurzaamheidsbesef. In plaats van de oude one-size-fits-all, schrijven we tegenwoordig maatwerk voor.

Hier vindt u de nodige houvast om dit beslissingsproces aan te vatten en links naar de meest recente referentieliteratuur. Doe dat niet alleen, maar betrek uw collega's en bestuur. Het is ook mogelijk om u bij deze keuze te laten ondersteunen door externe specialisten (FARO, Monumentenwacht, KIK ...).

Stappenplan

Dit stappenplan is gebaseerd op de publicaties Klimaatwerk en Managing Indoor Climate Risks van onze collega's van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Meer details vindt u daarin terug.

1. Definieer de context en uw doelen

  • Wat is de aanleiding voor dit traject?
  • Wat zijn de missie en de doelstellingen van uw instelling?
  • Wat wil uw instelling als geheel bereiken of voorkomen met klimaatbeheersing?
  • Welk eindresultaat telt?

2. Bepaal de erfgoedwaarde van uw collectie en gebouw

Welke erfgoedwaarden wilt u (vooral) beschermen? Welke delen van de collectie zijn het meest waardevol? Hoe u dat doet, leest u op de pagina's 'Hoe waardeert u uw collectie?'.

Wat is de historische waarde van uw gebouw? Staat het op de Inventaris Onroerend Erfgoed Vlaanderen of Brussel?

3. Bepaal de klimaateisen voor uw collectie

  • Welke materiaalsoorten zijn aanwezig in uw collectie?
  • Wat is de conditie van de objecten? Zijn er op dit moment tekenen van een verkeerd binnenklimaat? Raadpleeg uw collectiebeheersysteem, recente conditierapporten en aanbevelingen van conservatoren-restaurateurs.
  • Wat is hun responstijd?
  • Welk binnenklimaat is schadelijk voor bepaalde deelcollecties? De nieuwste inzichten daarover zijn verzameld op de pagina's 'Verkeerde temperatuur' en 'Verkeerde relatieve vochtigheid'.

4. Bepaal de klimaateisen voor uw gebouw

  • In welke staat is het gebouw? Zijn er bestaande vochtproblemen? Raadpleeg uw gebouwbeheerder of het meest recente inspectierapport van Monumentenwacht.
  • Wat zijn de thermische en vochtbufferende eigenschappen van het gebouw?
  • Welke mate van klimaatbeheersing kan uw gebouw aan? Lees hierover ook de pagina 'Gebouwklasse'.

5. Definieer de comforteisen van de gebruikers

  • In welke zones speelt het menselijk comfort een rol?
  • Welke klachten of verwachtingen hebben bezoekers en personeel op het vlak van temperatuur, ventilatie en geluidsniveau?

6. Analyseer het huidige binnenklimaat

Neem de tijd om de totstandkoming van het binnenklimaat in uw gebouw te leren begrijpen en te analyseren aan welke risico's van verkeerde temperatuur of verkeerde relatieve vochtigheid uw collectie echt blootgesteld wordt. De pagina's 'Hoe meet u het binnenklimaat?' en 'Hoe analyseert u het binnenklimaat?' helpen u daarbij. In de publicatie Risicomanagement voor collecties vindt u handige schema's over de invloeden op het binnenklimaat.

7. Bepaal de gewenste klimaatcondities

Leg de puzzelstukken uit de vorige stappen bijeen en definieer uw eisen voor de temperatuur en de relatieve vochtigheid. De ASHRAE-klimaatklassen (vertaald in Tabel 2) kunnen daarbij een hulpmiddel zijn.

Mogelijk zijn er verschillende klimaateisen wenselijk voor verschillende ruimtes/zones of deelcollecties: dat is alleszins de meer duurzame optie. In gemengde collecties moet u vaak zoeken naar een compromis tussen verschillende noden.

Bruiklenen

Foto: Pauline Loroy via Unsplash

Voor inkomende bruiklenen bent u natuurlijk gebonden aan de eisen van uw bruikleengevers. Zeker voor internationale bruiklenen is dat vaak een grote zorg. Die eisen kunnen uiteenlopend zijn. Dat impliceert dat u in de ruimte(s) voor tijdelijke tentoonstellingen verschillende microklimaten moet kunnen creëren, maar gelukkig bestaan daar oplossingen voor.

Gebruik voor uitgaande bruiklenen klimaateisen die zo dicht mogelijk aanleunen bij het werkelijke klimaat waaraan het object de laatste tijd blootgesteld is geweest. Het ligt in de menselijke aard om bij onwetendheid of twijfel toch maar iets strenger te zijn of terug te vallen op standaarden. Een klimaateis opleggen die u in de praktijk zelf niet realiseert, kan echter averechtse gevolgen hebben tijdens de bruikleenperiode of bij terugkeer van het object en het kan de bruikleennemer bovendien op onnodige kosten jagen.

Een aantal internationale organisaties zoals de Bizot Group, de National Museums UK, AIC, IIC en ICOM-CC pleitten het afgelopen decennium, in de geest van eerlijkheid en duurzaamheid, voor versoepelde klimaateisen in het internationale bruikleenverkeer. In Nederland en Vlaanderen ondertekenden veel instellingen de daarop gebaseerde Klimaatverklaring voor erfgoedorganisaties. Heeft uw organisatie dat al gedaan?

Het binnenklimaat in het Programma van Eisen

Maak uw eisen op een heldere manier kenbaar aan een architect, ontwerper of ingenieur, zodat er geen interpretatieverschillen ontstaan. De eisen voor temperatuur en relatieve vochtigheid in het depot kunt u per zone of ruimte samenvatten zoals in ASHRAE, maar geef hen ook inzicht in uw missie, duurzaamheidsvisie en de redenen achter deze cijfers. Zo kunnen ze pas echt met u meedenken over de meest wenselijke oplossing voor uw situatie en belandt u niet bij een standaard HVAC-installatie die u misschien meer kost dan ze oplevert. Lees meer hierover in de publicatie Het binnenklimaat in het Programma van Eisen en op de pagina 'Projectdefinitie en Programma van Eisen (PvE)'.

Volg de verdere stappen richting een efficiënte en duurzame klimaatbeheersing op de pagina 'Hoe beheerst u het binnenklimaat?'.