Hoe beheerst u het binnenklimaat?

Klimaatbeheersing in een erfgoedinstelling vergt maatwerk, teamwerk en vaak een goede dosis projectmanagement van de collectiebeheerder en/of gebouwbeheerder. 

Of u nu bezig bent met een nieuwbouw-, een renovatieproject, energiebesparende maatregelen, de oplossing van een probleem met het binnenklimaat of de vertaling van bruikleeneisen naar de praktijk, streef in al deze gevallen naar een binnenklimaat dat:

  • minimale risico’s op mechanische, chemische en biologische schade inhoudt voor de verschillende delen van uw collectie;
  • minimaal waardeverlies inhoudt voor uw historisch gebouw;
  • rekening houdt met de missie en de doelen van uw instelling;
  • rekening houdt met het comfort van bezoekers en personeel;
  • rekening houdt met de doorsnee klimaateisen van bruikleengevers;
  • haalbaar is met methodes die zelf geen extra risico voor collectie en gebouw vormen;
  • haalbaar is qua kosten én onderhoud;
  • zo weinig mogelijk impact heeft op ons leefmilieu.

Wie betrekt u bij het proces?

Neem beslissingen i.v.m. klimaatbeheersing nooit alleen, want het is vaak een complex vraagstuk. Betrek verschillende expertises, intern en/of extern, op het vlak van conservatie, gebouwbeheer en techniek.

Stel voor ingrijpende beslissingen een projectteam samen en maak ieders rol en verantwoordelijkheden duidelijk. Zorg voor een goede informatiedeling op de juiste momenten in het proces naar de juiste personen.

Wat is uw doel?

In tegenstelling tot andere schadefactoren die we helemaal willen uitschakelen, zoals insecten of brand, moet u identificeren wat voor uw collectie en situatie een verkeerde temperatuur, een verkeerde relatieve vochtigheid (RV) en de gewenste klimaatcondities zijn, voordat u het kunt hebben over (een verbeterde) controle.

Op de voorgaande pagina bespraken we al stappen 1 t.e.m. 7. Hier vervolledigen we het stappenplan richting een duurzame klimaatbeheersing, op basis van de publicaties Managing Indoor Climate Risks in Museums en 'ASHRAE 2019: HVAC Applications. Chapter 24: Museums, Galleries, Archives and Libraries'.

8. Maak een lijst van opties ter verbetering van het binnenklimaat

Zoek uit welke maatregelen in uw situatie mogelijk en haalbaar zijn:

9. Kies de beste strategie op basis van een kosten-batenanalyse

Hoe (kosten)efficiënt zijn deze maatregelen t.o.v. elkaar? Bespreek hun voor- en nadelen. 

De oplossing ligt zelden vervat in één maatregel, maar in een combinatie van opties. Implementeer in het kader van energie-efficiëntie én zekerheid altijd eerst de (basic) organisatorische maatregelen en vul die aan met bouwkundige en eventuele technische maatregelen.

Onthoud dat de goede werking van technische installaties afhankelijk is van de interne en/of lokale expertise, het periodieke onderhoud, het toekomstige budget en de energievoorziening. Als een of meerdere van deze factoren wegvallen, dan is er een kans dat de installatie gaat malfunctioneren. Zelfs zo'n eenmalige gebeurtenis is een groter risico voor uw collectie dan de dagelijkse schommelingen die de objecten ondergaan zonder installaties. Als alternatief zijn er voldoende praktijkvoorbeelden van passieve of lage-energieoplossingen voor het binnenklimaat. De FARO-adviseurs verwijzen u graag door.

Schematische voorstelling van het evenwicht tussen organisatorische, passieve en technische maatregelen voor klimaatbeheersing. Afbeelding: FARO

Hebt u voorlopig voldoende aan organisatorische maatregelen? Implementeer ze en ga dan naar stap 15.

Denkt u aan bouwkundige en/of technische maatregelen? Het is zeker mogelijk - en als u weinig technische expertise in huis hebt zelfs wenselijk - om deze keuze in overleg met een architect of ingenieur te maken. In dat geval neemt u deze stap en de volgende samen met hen (eventueel in een studieopdracht met aparte aanbesteding).

Computersimulaties van de effecten van verschillende maatregelen op de temperatuur en relatieve vochtigheid zijn soms een handig instrument wanneer u ingrijpende beslissingen moet nemen, maar onthoud dat er altijd een verschil zal zijn tussen simulatie en praktijk.

10. Programma van eisen

Schrijf uw klimaateisen, de gekozen strategie en de visie hierachter vervolgens uit in het Programma van Eisen. Hoe beter een ontwerper of uitvoerder uw visie en de redenen achter bepaalde eisen begrijpt, hoe beter men kan meewerken aan de juiste oplossing.

11. Ontwerp

In deze fase gaan de architect en/of ingenieur aan de slag. 

12. Aanbesteding en uitvoering

Selecteer een uitvoerende partij op basis van ervaring, betrouwbaarheid en bereikbaarheid. Overweeg in het geval van een technische installatie of u met deze partij ook een onderhoudscontract gaat afsluiten na de oplevering.

Neem indien nodig extra veiligheidsmaatregelen voor de collectie tijdens de werken.

13. Inbedrijfstelling

Een periode om een installatie te laten proefdraaien is wenselijk. Houd er rekening mee dat het binnenklimaat tijd nodig heeft om te stabiliseren, nadat er een grote hoeveelheid organisch materiaal (bv. een collectie archief, boeken, houten voorwerpen) in de ruimte is gebracht.

14. Opleiding en documentatie

Vaak is er in de erfgoedinstelling weinig kennis in huis over de aanwezige technieken, waardoor later problemen kunnen ontstaan. Vraag daarom de nodige opleiding en documentatie voor de gebouwbeheerder en de collectiemedewerkers.

15. Evaluatie en bijsturing

Om u te verzekeren van de goede werking van de gekozen maatregelen is het essentieel dat de klimaatparameters worden gemonitord en periodiek worden geanalyseerd (minstens eenmaal per jaar). Bekijk wat u daarvoor nodig heeft en wie hiervoor instaat. Grijp tijdig in als er zich een probleem voordoet of als het gewenste effect niet bereikt werd.