Tot welke gebouwklasse behoort uw collectiegebouw?
Vaak is een collectiegebouw ondergebracht in een bestaand gebouw, wat gevolgen heeft voor de controle van het binnenklimaat en de luchtkwaliteit. Bepaal de gebouwklasse om de limieten van uw gebouw te kennen.
Gebouwklasse volgens ASHRAE*
Gebouwtype | Klasse | Klimaatbeheersing | Haalbare klimaatklasse |
---|---|---|---|
Open constructie (afdak) | 1 | Geen | D |
Niet-geïsoleerde, niet-luchtdichte constructie (schuren, stallen, hutten, silo's) | 2 | Geen | C/D |
Niet-geïsoleerde min of meer gesloten constructie (bv. loodsen, boten, treinen, vuurtorens ...) | 3 | Gedeeltelijk | C/D |
Enigszins geïsoleerde en gesloten constructie (historische gebouwen, kerken) | 4 | Gedeeltelijk | B/C/D |
Geïsoleerde en gesloten constructie (bv. gebouwen die als museum, archief of bibliotheek zijn gebouwd) | 5 | Volledig | AA/A/B |
Geïsoleerde en gesloten constructie zonder bezoekersfunctie (bv. gebouwen die als kluis of gesloten depot zijn gebouwd) | 6 | Volledig |
AA/A/Koel/ Koud/Droog |
*American Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers
Gebouwklasse volgens Marco Martens*
Een alternatieve indeling in gebouwklassen werd uitgewerkt door Marco Martens in zijn proefschrift voor de Technische Universiteit Eindhoven. Dit legt meer de nadruk op de ouderdom, originaliteit en kwaliteit van de bouwschil:
Klasse 1: oude monumentale bouwschil
- Oorspronkelijke constructie uit steen of baksteen;
- meestal 30 centimeter dikke muren zonder isolatie;
- enkel glas, dikwijls in houten kozijnen.
Klasse 2: licht gerenoveerde monumentale bouwschil
- Zoals klasse 1, maar met dubbel glas of voorzetramen.
Klasse 3: volledig gerenoveerde monumentale bouwschil
- Zoals klasse 2, maar met toevoeging van een extra buitenmuur en/of isolatie en eventueel modernere beglazing;
- risico op koude/warmtebruggen in de muren.
Klasse 4: moderne bouwschil
- Geïsoleerd;
- zo goed mogelijk luchtdicht gemaakt met speciale kozijnen en folies.
* Ontleend aan: Martens, M.H.J., Climate risk assessment in museums, proefschrift, Technische Universiteit Eindhoven, 2012, p. 32-33.