Hoe maakt u uw erfgoedinstelling autismevriendelijk?
Een bezoek van een gezin of een jongere met autisme aan een museum is allesbehalve vanzelfsprekend. Het begint al met de reis van en naar het museum, een verplaatsing naar het onbekende die heel wat routines doorbreekt.
Volgende struikelblok is de inrichting van het museum die is toegespitst op het stimuleren van de zintuigen. Personen met autisme worden er geconfronteerd met een zintuigelijke overbelasting die, zelfs voor mensen die licht hypersensitief zijn of gezichts- of gehoorproblemen hebben, overbelastend is. Er is de overgang van daglicht naar donkere galerijen, in de museumopstellingen wordt gespeeld met licht- en audio-effecten en er zijn heel wat luidruchtige en drukke plaatsen zoals een museumcafé of een toilet met blaashanddroger.
Ook navigeren in een museum is geen sinecure. Het is een verwarrende omgeving waar spreekwoordelijk een kat haar jongen kan verliezen. En waar zeker bij drukke momenten overal moet worden aangeschoven in rijen. Ten slotte zijn er de afkeurende blikken van museummedewerkers, die geen ‘autisme-bewustzijn’ hebben, als een kind zich op de grond gooit of een crisis (meltdown) krijgt.
Toch kunt u met enkele eenvoudige en goedkope ingrepen en diensten een autismevriendelijke omgeving en dito bezoek creëren. In de publicatie Autismevriendelijk museum geven we u heel wat tips en praktijkvoorbeelden. Die kosten u, naast wat tijd en engagement, heel weinig. Er is ook een checklist waarmee u kunt nagaan in welke mate uw instelling toegankelijk is voor personen met autisme.
Samen met het museum Huis van Alijn in Gent organiseert FARO eenmaal per jaar een training Autismevriendelijk museum.