Resultaten bevraging ICOM-museumdefinitie

Adriaan de Lelie, De kunstgalerij van Jan Gildemeester Jansz, 1794-1795. Publiek domein via Rijksstudio

Afgelopen zomer vroegen ICOM-Vlaanderen en FARO u om opnieuw een survey in te vullen van ICOM Define, het comité dat de ontwikkeling van een nieuwe museumdefinitie coördineert. Deze vragenlijst stelde het comité op op basis van een eerdere consultatieronde van de internationale museumwereld. U werd gevraagd om kernwoorden en concepten te selecteren en te rangschikken naar belangrijkheid.

De survey werd beantwoord door 75 musea en erfgoedorganisaties in Vlaanderen en Brussel, en door veertig musea en erfgoedorganisaties in Wallonië. Een goede respons met bovendien een evenwichtige verdeling tussen kleine en grotere organisaties. Tijdens twee afzonderlijke kwalitatieve workshops in de loop van oktober, een voor de Nederlandstaligen en een voor de Franstaligen, werden de antwoorden van de kwantitatieve survey in de diepte besproken en bediscussieerd. Vervolgens legden ICOM-Vlaanderen, ICOM-Wallonie-Bruxelles en FARO de antwoorden samen zodat de survey namens België kon worden ingevuld.

Intussen bezorgde Alexandre Chevalier, de huidige voorzitter van ICOM-België de vragenlijst aan ICOM Define. Het comité gaat nu verder aan de slag met de input die de verschillende landelijke en thematische comités bezorgden. Het doel is om de vernieuwde museumdefinitie te stemmen in de zomer van 2022 tijdens de Algemene Vergadering van ICOM, die dit keer in Praag plaatsvindt.

Als bijlage bij dit bericht vindt u de resultaten van de survey (document 1 / document 2).

Wat valt op?

In het algemeen viel het de deelnemers aan de workshops op dat de respondenten van de survey vooral kiezen voor meer veilige ‘containerbegrippen’, en minder voor uitgesproken termen. Nu is het afwachten wat de andere nationale en thematische comités als antwoorden hebben gegeven, en wat ICOM Define ermee zal doen. Maar we zijn dus weer een stapje dichter bij een vernieuwing van de museumdefinitie. 

  • Een museum hoeft niet per se een ‘instituut’ te zijn. Opvallend in de Vlaamse bevraging is dat de helft van de respondenten vasthoudt aan dit begrip maar dat de andere helft van mening is dat een museum ook een ‘space’ of een ‘hub’ kan zijn. We merken dus een zekere verbreding van de termen op. In Wallonië wordt sterker vastgehouden aan ‘instituut’ waardoor deze term uiteindelijk toch bovenaan het lijstje staat. Maar het leverde wel een discussie op over de vraag: 'Wat als ‘instituut’ zou worden verlaten?' Wat zouden de gevolgen zijn voor de ‘erkenning’ van een museum als het geen ‘instituut’ meer zou moeten zijn? En in hoeverre zou het een ‘publieke instelling’ moeten zijn, waarbij privémusea of commerciële initiatieven worden uitgesloten?
     
  • Het begrip ‘erfgoed’ zou volgens de respondenten in de definitie moeten staan. Of ‘immaterieel’ apart dient te worden benoemd, is niet helder. Zowel ‘erfgoed' als ‘roerend/immaterieel’ worden immers aangestipt. De notie ‘memory’ levert discussie op. In de Vlaamse enqûete is hier minder animo voor omdat het teveel met ‘herinneren’ wordt geassocieerd en dat zou een te subjectief begrip zijn. Dit is boeiend, want in de Angelsaksische wereld wordt ‘memory institution’ wel regelmatig gebruikt in de betekenis van ‘geheugeninstelling’. In de Waalse enquête interpreteert men dit begrip anders en krijgt het meer stemmen. Het is niet helemaal duidelijk waarom maar mogelijk vertaalt men het in het Frans anders.
     
  • Op de vraag wat een museum moet ‘doen’, wat de functies dus zijn, zijn de resultaten opvallend behoudsgezind. De ‘klassieke’ functies die we ook in de huidige ICOM-museumdefinitie terugvinden, van tentoonstellen, verzamelen, onderzoeken tot de zorg voor collecties en educatie, worden bevestigd door de respondenten.
     
  • Bij ‘bezoekerservaring’ krijgt ‘ontdekking/nieuwsgierigheid’ van de respondenten in Vlaanderen overduidelijk het hoogste aantal stemmen. Het wordt gevolgd door ‘reflectie’, ‘kennis’ en ‘educatie’. De deelnemers van de workshop konden zich hier in vinden. Het viel hen wel op dat participatie en cocreatie niet zo hoog scoorden.
     
  • Op het niveau van de 'waarden' die een museum zou moeten uitdragen volgens de bevraagde erfgoedwerkers zien we bijzondere aandacht voor inclusie, ‘in dienst van de samenleving’ (zoals het nu ook in de definitie staat), toegankelijkheid en diversiteit. Authenticiteit en respect krijgen eenzelfde aantal stemmen. Het was voor de groep niet helemaal duidelijk in hoeverre ‘authenticiteit’ een waarde is, en wat dit dan zou betekenen. Opvallende vaststelling is wel dat de meer politieke of activistische termen zoals ‘democratie’, ‘eco-bewustzijn’, ‘ethiek’ en ‘mensenrechten’ slechts in beperkte mate worden aangeduid. Merk op dat dit termen zijn die heel prominent aanwezig waren in het voorstel van museumdefinitie in Kyoto, dat niet werd gestemd. 

Een woordje van dank

Graag wil ik de collega’s van ICOM-Vlaanderen, Sergio Servellón en Ilse Depré, en van FARO, Jelena Dobbels, Saidja Steenhuyzen en Mieke Van Doorselaer bedanken voor de co-organisatie van de workshop in Vlaanderen en het verwerken van de survey. Ook grote dank aan de deelnemers van de workshops en voor het invullen van de survey.

Meer lezen?

Raadpleeg deze andere blogberichten en teksten van Olga Van Oost:

Foto: Adriaan de Lelie, De kunstgalerij van Jan Gildemeester Jansz, 1794-1795. Publiek domein via Rijksstudio

Olga Van Oost
Seminarie