ICOM-conferentie in Kyoto: focus op duurzaamheid

Toeristen in een bamboe-bos in Kyoto

Maar liefst 4.500 museumprofessionals van over de hele wereld zijn deze week naar Kyoto afgezakt om elkaar te ontmoeten en expertise en inzichten met elkaar te delen. Deze editie is extra interessant (en spannend, zo u wil) omdat deze enorme groep mensen ook één cruciaal gedeeld punt van discussie hebben. En dat is een vraag, namelijk: zal de algemene vergadering van ICOM (en dat zijn dus alle individuele leden die aanwezig zijn op deze conferentie) de nieuw voorgestelde museumdefinitie op zaterdag 7 september goedkeuren of niet? In een volgend blogbericht zal ik toelichten waarom de uitslag van deze stemming niet voor de hand ligt.

De ICOM-vuilnisberg

Maar de internationale museumwereld ligt niet alleen wakker van deze kwestie. Er zijn ook andere brandend actuele thema’s. Duurzaamheid, klimaatverandering en het welzijn van alle levende wezens op onze planeet, om er maar een paar te noemen. Natuurlijk, zo merken de kritische participanten hier op, is het wel enigszins cynisch dat 99% van de hier aanwezige museumprofessionals het vliegtuig namen om in Kyoto te geraken. Los van de  geaccumuleerde CO2-uitstoot, maken we deel uit van een select gezelschap van personen (en organisaties) voor wie een vliegreis als deze en de bijhorende accommodatie te veroorloven zijn. Om dan nog maar te zwijgen over de kilo’s (plastic) afval die we creëren. De ICOM-conferentie zorgt dus rechtstreeks voor een enorme vuilnisbelt … Het is terechte kritiek, en het is ook nodig dat we ons hiervan bewust zijn. Want pas dan is verandering mogelijk. Maar zelfs de kritische stemmen zullen (moeten) toegeven dat er momenteel geen pasklare antwoorden zijn. Enkele sprekers doen alvast interessante suggesties. Ik vat samen.

Shijo-dori Street at Tachiuri-nishi-machi, Shimogyo-ku, Kyoto. Kim Daniel Arthur via Wikimedia Commons, CC0

Het tijdperk van het bos

Volgens keynotespreker Kengo Kuma, een bekende Japanse architect, zouden musea – en hij denkt dan in de eerste plaats aan de gebouwen – open en gezonde omgevingen moeten zijn. De vergelijking met een bos ligt volgens hem dan voor de hand. In de talrijke gebouwen die hij ontwierp in eigen land en ver daarbuiten, hanteert hij het principe dat een museum groen en open moet zijn. De openheid zit ook in de idee dat musea plekken zijn voor communicatie en educatie, en dus niet alleen dienen om objecten tentoon te stellen. Om zijn projecten te realiseren, vindt Kengo Kuma het ook belangrijk dat musea samenwerken met lokale gemeenschappen, onder meer door een beroep te doen op lokale ambachtslui en materialen. 

Van antropoceen naar tsunagari

Volgens de tweede keynote, Mamoru Mohri, een bekende wetenschapper, astronaut én televisiefiguur in Japan, is er nood aan ‘tsunagari’. Dit is Japans voor ‘connectiviteit en relatie’. Het woord verwijst ook naar het internationale netwerk van wetenschappers in Azië, die kennis over duurzaamheid, biodiversiteit en ecosystemen willen delen en omzetten naar acties. De kern van het verhaal van dit tsunagari is dat de mens anders zal moeten leren kijken naar de oppermacht van de ‘eigen soort’, en naar de (ver-)houding tot andere levensvormen en de natuur.

Deze tijd wordt ook wel het ‘antropoceen’ genoemd, wat zoveel wil zeggen als het tijdperk ‘waarin het aardse klimaat en de atmosfeer de gevolgen ondervinden van menselijke activiteit’. Een probleem dat zowel Kengo Kuma als Mamoru Mohri – de ene al wat explicieter dan de andere – aanraken is dat de mens doorheen de tijd, en dan vooral vanaf de industrialisering (19e eeuw) de binding met de natuur en de planeet is kwijtgeraakt. De mens heeft gretig van de grondstoffen gebruik gemaakt, maar is ‘vergeten’ om er iets voor in de plaats te geven. En daar betalen we in het antropoceen de prijs voor. Er is nood aan een nieuw, globaal perspectief dat de relatie tussen mens en natuur herstelt. Meer tsuganari zou een antwoord kunnen zijn.

Nezu-museum, Tokyo. Kentin via Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0.

We Are Still In!

Opgepast: momenteel is het voorgaande nog eerder een ‘stelling’ dan een wereldwijd gedragen urgentie. Getuige daarvan de terugtrekking van de USA uit het Parijse klimaatakkoord in 2017. President Trump staat bekend om zijn klimaat-scepticisme. Maar Sarah Sutton, die bij de American Alliance for Museums verantwoordelijk is voor duurzaamheid en ‘groene musea’ maakt duidelijk dat (een groot deel van de) musea in de USA het niet eens is met de beslissing van Trump. Ze ondersteunen dan ook zeer uitdrukkelijk het collectief ‘We Are Still In’, en roepen op om de Declaration We Are Still In te ondertekenen. Met andere woorden: de Amerikaanse musea laten zich niet zo maar kisten.

Museum of Climate Change Hong Kong

Een museum dat ook overtuigd is van het belang van acties wanneer het aankomt op duurzaamheid en de klimaatcrisis, is het Climate Museum. Dat wordt beheerd door de universiteit van Hong Kong. Cecilia Lam legt uit dat het museum in samenwerking met enkele ngo’s, (online) tentoonstellingen en communityprogramma's opzet om het publiek bewust te maken van de klimaatsverandering, en aan te zetten tot actie. Hoe een Zero Waste programma opzetten? Hoe een monitor installeren die helpt om ‘green targets’ te halen?

De Sustainable Development Goals – of SDG’s (zie ook www.sdgs.be) – en de Agenda 2030, ontworpen door de Verenigde Naties, vormen voor dit museum en vele andere – zoals het American Alliance for Museums – de rode draad.  

Kiyomizu-dera, Kyoto. Martin Falbisoner via Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0.

District Six Museum Cape Town

Ook voor het District Six Museum in Cape Town zijn de SDG’s een leidend principe. De idee achter de SDG’s is dat een organisatie werkt met alle zeventien doelstellingen. Dit museum focust echter vooral op de nummers 3 (good health and well-being), 4 (quality education), 10 (reduced inequalities), 11 (sustainable cities and communities), 12 (responsible consumption and production), 16 (peace, justice and strong institutions) en 17 (partnerships).

De SDG’s helpen het museum om de museale doelstellingen te bepalen. De kern van het museum is dan niet de collectie of het verzamelbeleid ‘op zich’, maar wel de vraag in hoeverre de collectie, de tentoonstellingen en activiteiten echt kunnen bijdragen tot een ‘duurzame gemeenschap’. Het museum wil de plek zijn waar ‘niemand wordt achtergelaten’. Het museum wordt dan een organisatie, die mee schrijft aan een verhaal van vrede, sociale gelijkheid en mensenrechten. De zorg voor een kwaliteitsvolle educatie is daarbij de sleutel. Maar het is even belangrijk om ervoor te zorgen dat er voldoende voedsel is, en een goede gezondheidszorg. In het district waar het museum ligt, werden tijdens de Apartheid mensen uit hun huizen – en dus ook van hun grond – verjaagd. Een belangrijk doel van het museum is om de relatie van de oorspronkelijke bewoners met hun land te herstellen. Dit betekent dat er gewerkt wordt aan relaties met overheden en andere subsidiënten.

District Six Museum, Cape Town. Mike Peel (www.mikepeel.net) via Wikimedia Commons, CC BY-SA 4.0.

Wat kunnen musea in Vlaanderen doen?

In het voorstel van de nieuwe museumdefinitie, die hier deze week aan de internationale museumwereld wordt voorgelegd, is expliciet opgenomen dat musea zouden moeten meewerken aan het ‘welzijn van de planeet’ ('planet well being'). Dat voorstel vindt u via deze link. Los van de vraag of de museumdefinitie zal worden goedgekeurd, valt de breed gedragen en oprechte bezorgdheid over natuur en planeet op. We kunnen bezwaarlijk zeggen dat dit thema op de agenda van musea (of andere erfgoedorganisaties?) in Vlaanderen staat, enkele uitzonderingen zoals het Museum Plantin-Moretus en het Middelheimmuseum in Antwerpen niet te na gesproken.

Momenteel lijkt het – wereldwijd –  een debat dat zich in een vrij activistische sfeer bevindt. Dat toont We Are Still In! ook aan. Of denk maar aan de acties van Youth for Climate in eigen land en daarbuiten. Activisme is niet meteen aan de erfgoedsector besteed, maar deze wereldwijde ontwikkelingen zouden de musea in Vlaanderen wel aan het denken, discussiëren en ook handelen kunnen zetten.

Meer lezen? 

Foto's:

Olga Van Oost
Conferentie