Hoe maakt u een digitale rondleiding?
Vooraf: enkele aandachtspunten
Alvorens u van start gaat met het uitwerken van de rondleiding zelf, ontwikkelt u best eerst een visie over de plaats van deze rondleidingen in uw educatiebeleid. Waarom wil u een aanbod van online rondleidingen ontwerpen en hoe verhoudt dat aanbod zich tot de bemiddeling in het museum? Denk ook na over hoe u over uw initiatief wil communiceren en bepaal hoe de rol van de gids er zal uitzien.
Begin bij het begin: ontwikkel eerst een visie
Communiceer duidelijk over uw aanbod
Denk na over hoe u de rondleidingen zal benoemen. De benaming en de communicatie scheppen verwachtingen voor deelnemers. Spreekt u over een 'rondleiding', een 'gesprek', een 'beleving' …? Welke benaming u ook kiest, zorgt ervoor dat u de juiste verwachtingen schept. Enkele voorbeelden:
- AfricaMuseum: ‘online rondleidingen’
- Het Scheepvaartmuseum: ‘online live rondleidingen’
- FOMU: ‘Slow focus’
- Middelheimmuseum: ‘Inzoomen op kunst’ en ‘Gids bezoekt NT2-groep’
- MO Museum: ‘MO Conversations’
- Bozar: ‘Guides on screen’
In uw communicatie legt u uit wat mensen mogen verwachten, wat de aanpak is en wat deelnemers moeten doen of voorzien. Geef duidelijk mee welk platform u zal gebruiken en welke technische eisen daarbij komen kijken. Mogen mensen een ‘handje’ opsteken om een vraag te stellen? Mogen ze de chat gebruiken? Zetten ze de micro aan, of liever uit? Worden tijdens de sessie ook activiteiten voorzien? Hoe kunnen mensen inschrijven? Enzovoort.
Onthoud: een digitale rondleiding ≠ een fysieke rondleiding
Doorgaans is het aangewezen om voor een digitale rondleiding van nul te beginnen. Een fysieke rondleiding zomaar vertalen naar een digitale vorm, is dan geen goed idee. In plaats daarvan zoekt u liever naar manieren waarop het digitale aanbod en het aanbod ter plaatse elkaar kunnen versterken. Maak daarbij volop gebruik van de bijkomende mogelijkheden die er digitaal zijn en denk vanuit het digitale medium. Digitaal zijn er immers dingen mogelijk die ter plaatse niet kunnen, zelfs voor verschillende doelgroepen.
Onderzoek de verschillende kansen en mogelijkheden
Net zoals 'gewone' rondleidingen vertrekken digitale rondleidingen ideaal gezien vanuit de behoeften en mogelijkheden van de bezoekers. En net zoals bij gewone rondleidingen is afwisseling in methodieken (VTS, slow art, mindfulness …) mogelijk. Maak gebruik van interactie (via chat, micro, polls) en technische mogelijkheden (geluid, bewegend beeld, foto’s, internet, opdrachten, enz.).
Er is veel diversiteit in aanpak mogelijk. Pas daarom de techniek aan aan de doelgroep die u wil bereiken. Maak daarbij gebruik van uw eigen specifieke kwaliteiten en vaardigheden als gids. Vertelt u vooral als gids, of bouwt u als gids samen kennis op met de groep? Het is alleszins belangrijk om de technische aspecten goed uit te testen. Zie daarvoor ook deze pagina.
Denk ook aan de gids
De gids staat centraal: hij of zij is het gezicht van het museum, zorgt voor connectie met de bezoekers en geeft hun een beleving. Maar ook de gids heeft behoefte aan een veilige setting. Hoe kan het museum hem of haar hierin bijstaan?
Voor een scherm gidsen verschilt grondig van een gidsbeurt in een fysieke ruimte. Voor het scherm kan beweging best niet te dynamisch zijn: dat kan namelijk heel druk overkomen bij de deelnemers en leidt af van het verhaal. Enkele aandachtspunten voor de gids:
- Positioneer u zorgvuldig.
- Geef aandacht aan uw stem: doorgaans is het nodig ze anders te gebruiken.
- Gebruik geen virtuele achtergrond, dat geeft te veel blur. U kunt wel een visuele referentie in de achtergrond gebruiken, bv een affiche.
- Wees aandachtig voor non-verbale signalen van deelnemers: ze zeggen veel over hoe ze erbij zitten.
Ook voor blinden en slechtzienden
Caroline Daemen en Tamara Inghels werkten voor Argus - kunst verbaal beschrijven een digitaal aanbod uit voor blinden en slechtzienden. Zie dit blogbericht voor meer informatie.
Klaar? Start! De rondleiding zelf
Voorzie drie delen in de rondleiding:
- de verwelkoming,
- het gesprek
- de afronding.
In de praktijk klokken de meeste aanbieders af op een totale duurtijd van 1u15. Een sessie hoeft echter niet noodzakelijk een uur of meer te duren. Eventueel zijn ook kortere activiteiten mogelijk, kunt u een-op-een werken of variëren in tijdstippen. Wees u ervan bewust dat de tijdstippen die u voor uw aanbod uitkiest belangrijk zijn, in die zin dat u er mensen mee uitsluit of net aanmoedigt om deel te nemen (middag/overdag/avond/weekend). Ga dus bewust om met de tijdstippen die u kiest.
Werkt u met een internationaal publiek? Hou dan ook rekening met de verschillende tijdzones.
1. Verwelkoming en praktische afspraken (15’)
2. Het gesprek
Begin de effectieve rondleiding met een foto (van de ingang) van het museum: het is belangrijk om (symbolisch) binnen te komen in het museum.
3. Afronding