Oor. Foto: Franco Antonio Giovanella via Unsplash

Een goed gesprek begint allereerst met oprechte interesse voor wat uw gesprekspartner te zeggen heeft. Alles staat of valt dus met de intentie om echt te luisteren. En daar wringt nu net het schoentje. Want hoe vaak staan we zelf niet te popelen om het te hebben over onze eigen ervaringen, soms zelfs nog voor de ander uitgesproken is? Door de band genomen vinden we praten over onszelf veel leuker dan luisteren naar andere mensen. Wat jammer is, want door zelf zoveel aan het woord te zijn, lopen we heel wat mis. Luisteren leidt namelijk tot samenwerking, begrip, betere relaties en verbinding.

Echt luisteren is dus een vak apart. Maar, en dit is het goede nieuws, het is er wel een dat u kunt leren. In de volgende pagina's komt u meer te weten over hoe u luisteren echt in de praktijk kunt brengen:

  • Hoe luistert u (beter)?
  • Hoe stelt u goede vragen?
  • Verbindende communicatie: wat is het en hoe past u het toe?

Hoe luistert u (beter)?

Luisteren, we doen het de hele dag door. Maar luisteren is ook een actieve vaardigheid, die concentratie en inspanning vergt. Want horen we ook echt wat er gezegd wordt? Bekijk en bespreek dit filmpje (4’09) in uw team. Wat loopt er mis? Hoe kan het wel of hoe kan het beter?

Luisterposities 

Hoe u luistert, is bepalend voor het verloop van een gesprek. U bewust zijn van hoe u luistert − met andere woorden: u bewust zijn van uw luisterpositie − kan helpen om een beter gesprek te hebben. 

Uw luisterpositie wordt o.m. bepaald door welk soort gesprek u voert, wat er van u verwacht wordt en wat het doel van het gesprek is. We onderscheiden onder meer de volgende posities:

Oefening (5’) 

In de volgende situaties wordt er gepraat en geluisterd. Over welke luisterpositie gaat het? Sleep de juiste positie naar de juiste situatie: 

Luisterintenties 

Ook de intentie waarmee u luistert, heeft invloed op hoe uw gesprek verloopt: 

  • Ik-intentie: wanneer u luistert vanuit de ik-intentie, dan bent u bezig met uzelf. Hoe denk ik hierover? Wat zou ik zeggen? Hoe zou ik mij voelen? Vanuit deze intentie bent u niet bezig met wat de ander denkt, voelt of ervaart, wel met uw eigen standpunt of mening. 
  • Jij-intentie: luisteren vanuit de jij-intentie is luisteren dat bij het verhaal van de verteller blijft. Vanuit deze positie bent u niet bezig met uw eigen mening, advies, oplossing of overtuiging. Wel integendeel: u probeert de ander zoveel mogelijk te begrijpen.
  • Wij-intentie: in deze metapositie observeert en analyseert u uzelf en uw gesprekspartner. U registreert hoe u zich voelt en de non-verbale communicatie van uw gesprekspartner. Mogelijk komt u tot de conclusie dat er geen antwoorden worden gegeven op uw vragen en dat het gesprek nergens heen gaat. Of u concludeert dat u net een heel verbindend gesprek aan het voeren bent. 

Oefening (10’) 

Voer deze luisteroefening uit in duo. Tijdens de eerste vier minuten vertelt de ene persoon een verhaal. Dit verhaal mag over eender welk onderwerp gaan. De andere persoon luistert actief vanuit de jij-intentie. Na vier minuten worden de rollen omgedraaid: de luisteraar vertelt nu een verhaal, terwijl de ander luistert vanuit dezelfde positie en intentie. Hoe verliep deze oefening? Bespreek in de resterende twee minuten. 

Nog meer weten over hoe u echt kunt luisteren? Bekijk dan deze tien tips: 

Hoe stelt u goede vragen?

We stellen de hele dag door vragen en daarom denken we dat we er goed in zijn. Maar de ene vraag is de andere niet. Bepaalde vragen openen werelden en doen het gesprek stromen, andere doen net het omgekeerde: ze blokkeren de dialoog. Goede vragen stellen is een kunst. Welke soort vragen zetten het gesprek in beweging? En welk type vragen kunnen we maar beter vermijden? 

Wat is een vraag?

Elke Wiss, praktisch filosoof getraind in de kunst van het vragen stellen, ziet het zo: “Een vraag is een uitnodiging. Een uitnodiging tot nadenken, uitleggen, aanscherpen, verdiepen, informatie verschaffen, onderzoeken, verbinden. Een goede vraag is helder geformuleerd en wordt geboren uit een open, nieuwsgierige houding. Een goede vraag blijft bij (het verhaal van) de ander. Een goede vraag zet het denken in beweging. Een goede vraag leidt tot verheldering, nieuwe inzichten of een nieuw perspectief voor de beantwoorder van die vraag.” (Bron: Elke Wiss, Socrates op sneakers. Filosofische gids voor het stellen van goede vragen, Ambo Anthos, Amsterdam, 2020, p. 31.)

Wat valt zodoende niet onder het begrip ‘vraag’? Meningen of hypotheses, verpakt als vragen ("Vind je ook niet dat Steffi zo kortaf is de laatste tijd?"), verwijten ("Waarom heb je nou weer niet opgeruimd?"), een advies of suggestie ("Maar ben je al bij de dokter geweest?"). 

Eerste hulp bij het formuleren van vragen

Welke vuistregels hanteert u bij het formuleren van vragen? Welke valkuilen vermijdt u liever? U leest het hier: 

Oefening (10’) 

Goede vragen bedenken kost soms tijd. Voer deze oefening in duo uit: 

  • Persoon A spreekt, in twee zinnen, een ergernis uit. 
  • Persoon B reageert niet en zwijgt gedurende een minuut. Gedurende deze minuut bedenkt persoon B één vraag. Na een minuut stelt hij die vraag aan persoon A. 
  • Herhaal de oefening, maar dan in omgekeerde volgorde. 
  • Bespreek de impact van de minuut wachttijd: welke impact had deze extra tijd op hoe u uw vraag formuleerde? 

Welke soort vragen kunt u stellen?

Oefening (20' tot 30')

Bespreek volgende vragen met uw team. Wat voor soort vraag is het? Welke boodschap geeft ze? Hoe zou u ze eventueel anders formuleren?  

  1. Hoe is je vakantie geweest? 
  2. Zouden we niet eerst naar de bakker gaan?  
  3. Waarom heb je je kamer niet opgeruimd?  
  4. Spreken we vandaag of morgen af?  
  5. Hoe is je dit op andere plekken gelukt?  
  6. Kan je me daar meer over vertellen?  
  7. Maar heb je dat verslag al verstuurd?  
  8. Heb je al nagedacht over een relatietherapeut?  
  9. Wat zou er mogelijk zijn als je een onbeperkt budget ter beschikking had?  
  10. Waar ga je naartoe? 

 Verbindende communicatie: wat is het en hoe past u het toe?

Geweldloze communicatie (GC), verbindende communicatie (VC) of nonviolent communication (NVC) is een wijze van communiceren, ontwikkeld door Marshall Rosenberg, een Amerikaans psycholoog. Het idee achter dit model? Het opbouwen van relaties die gebaseerd zijn op gelijkwaardigheid, eerlijkheid en empathie, waardoor uiteindelijk de behoeften van alle betrokken partijen vervuld kunnen worden.

Klinkt dit wat abstract? Onderstaand filmpje legt helder uit wat verbindende communicatie is en hoe u het kunt toepassen, niet enkel bij conflict maar ook in alledaagse (werk)situaties: 


Het model van verbindende communicatie maakt gebruik van vier stappen:

Bouwstenen verbindende communicatie

Oefening (10’)

Pas dit model toe op een werksituatie en oefen per twee hoe een dergelijk gesprek kan verlopen. Bespreek hoe jullie dit model ervaren hebben.

In de realiteit lopen de stappen door elkaar, u hoeft ze dus niet rigoureus te volgen. Minder dan de volgorde van de stappen, gaat het er bij verbindende communicatie vooral om dat u kunt uiten welke emoties u ervaart en welke behoeften erachter schuilgaan, en om empathisch te luisteren naar de ander. 

Hebt u nood aan inspiratie over gevoelens en behoeften? Onderstaande afbeelding helpt u verder: 

Lijstje van mogelijke gevoelens ter inspiratie
Lijstje van mogelijke behoeften ter inspiratie