Hoe schrijft u helder en toegankelijk?

Keien in helder water. Foto: Randy ORourke via Unsplash

Inclusief taalgebruik gaat niet enkel over het vermijden van genderstereotype taal, maar zeker en vast ook over toegankelijkheid. Is uw taalgebruik begrijpelijk en helder voor iedereen?

Wat vindt u van onderstaande tekst?

"We kennen James Ensor als pionier van de moderne kunst. Maar wie was de man achter de maskers? Een complexe persoonlijkheid. Het ene been in de 19de eeuw, het andere in de 20ste. Klassiek én vernieuwend. Een moeilijk mens die wél levenslang zorgt voor zijn familie. Statig en tegelijk dollend in het zand. Verknocht aan Oostende maar vaak in Brussel terug te vinden. Ja, Ensor had vele gezichten." Bron: kmska.be

Is het B1?

Bovenstaand tekstje heeft als taalniveau B1. Taalniveau B1 staat voor eenvoudig Nederlands. De Raad van Europa deed onderzoek naar de leesbaarheid van moeilijke en makkelijke teksten. Hieruit bleek dat zowel mensen met een laag taalniveau als met een hoog taalniveau een voorkeur hadden voor eenvoudige teksten. Bovendien begrijpt de overgrote meerderheid van de bevolking teksten op taalniveau B1.

Een taalniveau geeft aan hoe makkelijk of moeilijk een tekst is om te lezen, schrijven en begrijpen. Het taalniveau beschrijft het niveau van iemand die een taal leest, spreekt, hoort of schrijft:

Afbeelding met korte uitleg over de verschillende taalniveaus

Kenmerken van een tekst op B1-niveau

Een tekst op B1-niveau:

  • hanteert korte zinnen (niet langer dan 12 woorden)​,
  • heeft korte alinea’s (maximaal 10 zinnen of 100 woorden)​,
  • gebruikt alledaagse woorden die iedereen kent (geen jargon! wél universele woorden)​,
  • is opgesteld in een actieve stijl (geen lijdende vormen of ingewikkelde formuleringen)​,
  • kent een duidelijke opbouw met titels, tussenkoppen, witregels en opsommingen.

Zijn teksten op B1-niveau dan altijd gewenst?

Neen, wellicht niet. Het niveau waarop u uw teksten vormgeeft, is afhankelijk van factoren als

  • het medium (zaaltekst, label, verdiepende podcast, etc.),
  • het doel (informeren, inzicht geven, kennis doorgeven, etc.),
  • de beoogde doelgroep(en) (volwassenen met veel kunsthistorische bagage, middelbare scholieren, gezinnen met jonge kinderen, etc.),
  • de missie en visie van uw organisatie.

Zo wil u misschien wel de introtekst op een tijdelijke tentoonstelling in een zo toegankelijk mogelijke taal én vormgeving hebben, maar maakt u een andere keuze wanneer het gaat om de aankondiging van de verdiepende randprogrammatie.

Hieronder vindt u meer tips om heerlijk helder te schrijven en een aantal tools om het taalniveau van uw teksten te testen.