Rustig en bedaard. Musea, een onaangeboorde welzijnsbron?

Beeldenzaal van het Gemeentemuseum Melle (c) FARO

Uit recent onderzoek van het Art Fund in het Verenigd Koninkrijk blijkt eens te meer dat musea het welzijn van mensen kunnen helpen verbeteren. Maar tegelijk toont de studie ook aan dat deze welzijnsbron nog amper wordt aangeboord.

Het onderzoek

In een eerste deel van het onderzoek wordt duidelijk dat we ons enerzijds over allerlei zaken zorgen maken, zoals de work-life balance, onze financiële situatie, gezondheidsproblemen en sociaal isolement. Anderzijds nemen we amper de moeite om deel te nemen aan activiteiten die een positieve bijdrage kunnen leveren aan ons welzijn, zoals een museumbezoek. De resultaten van het tweede deel van deze studie, waarbij de deelnemers werden aangemoedigd om eenmaal per week een museum te bezoeken en een dagboek bij te houden van hun activiteiten, suggereren dat een museumbezoek een positieve impact heeft op een gezonder en meer gebalanceerd leven.

Mensen die regelmatig een museum bezoeken voelen zich over het algemeen veel tevredener met hun leven, leren nieuwe dingen en vinden er de ruimte om te reflecteren. Maar hoewel 63% van de ondervraagden zegt op een bepaald moment specifiek naar een museum te gaan om te 'ontstressen', bezoekt slechts 6% van de Britse bevolking een museum. Over het algemeen suggereren zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve data dat musea een nog onaangeboorde bron zijn die ons kunnen helpen om tijd te nemen voor onszelf en een groter gevoel van welzijn te bereiken.

Zorgplaatsen creëren

Met de piloottrajecten Erfgoedcollecties, gezondheid en welzijn wil FARO erfgoedinstellingen promoten als zorgplaatsen die een bijdrage kunnen leveren aan het welzijn van mensen: een geografische ruimte in een buurt waar welzijnsactiviteiten kunnen worden georganiseerd of waar mensen naartoe kunnen komen om hun hoofd leeg te maken, mensen te ontmoeten of zich te laten inspireren.

In het piloottraject Ingemaakt erfgoed werden op vraag van de cliënten van Psychiatrisch Centrum KARUS alle activiteiten verhuisd naar de beeldenkamer van het Gemeentemuseum van Melle. Aanvankelijk vond alleen de eerste sessie (het museumbezoek) plaats in het Gemeentemuseum. De daaropvolgende opdrachten voerden de cliënten uit in de instelling. Maar alle deelnemers gaven aan dat ze het “bevrijdend” vonden om eens buiten de muren van het ziekenhuis te zijn en dat ze werden “geïnspireerd” en “geprikkeld” door dit kleine lokale museum.

Ook in andere piloottrajecten spelen erfgoedinstellingen als plaatsen een belangrijke rol. Het zijn locaties waar heel wat van de deelnemers anders nooit zouden komen. Zo verwonderen en stimuleren het Letterenhuis en het Erfgoedhuis | Zusters van Liefde de deelnemers aan de sessies bij hun activiteiten. In het piloottraject Museum als zorgplaats wordt het Museum Dr. Guislain specifiek uitgespeeld als een asset in het zorglandschap van de Gentse Bloemekenswijk.

Foto: beeldenzaal van het Gemeentemuseum Melle (c) FARO

Bart De Nil