Kent u Oehoe al? Oehoe is de nieuwe mascotte van de ErfgoedApp en werd speciaal ontwikkeld voor kinderen van 6 tot 11 jaar. De avontuurlijke uil nodigt kinderen en families uit om samen met hem op pad te gaan.
Recent verschenen twee interessante ‘museumstrips’ met auteurs van eigen bodem. Judith Vanistendael presenteert met het Louvre ‘Atan van Kea’ en Pieter De Poortere stelt met het Huis van Alijn 'Altijd feest! Hendrik en Poes vieren Nieuwjaar' voor.
Een tachtigtal erfgoedprofessionals, uitgevers en stripauteurs uit heel Europa verzamelden op 6 september voor de conferentie Comics @ the Museum. Het verslag lezen levert u straks misschien 5.000 euro op.
Dit weekend zwaaien de poorten van het vernieuwde Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) weer open. Elf jaar bouwen en renoveren was er nodig om het museum aan de hedendaagse normen en verwachtingen aan te passen.
Klinkt alles niet veel chiquer in het Frans? Welaan dan, wat denkt u hiervan? “Du choc des idées jaillit la lumière”, een bekend zinnetje van de 17e-eeuwse Franse dichter Nicolas Boileau. Perfect van toepassing op de Communicatiekliniek.
Heeft u vanochtend ‘de’ Metro al doorgenomen? Is u iets opgevallen? Inderdaad: vier erfgoedorganisaties stellen er een voorwerp voor.
Stelt u in de nabije toekomst een nieuwe collectie tentoon die u op een unieke manier wil promoten? Heeft u een waardevol kunstwerk aangekocht of krijgt u een bijzonder stuk in bruikleen? Museumconcerten biedt een aanbod op maat aan.
Afgelopen weekend publiceerde De Standaard een opiniestuk van twee FARO-medewerkers over de omgang met het erfgoed van pater Damiaan. En bij uitbreiding de geschiedenis. Aanleiding was de discussie over het nieuw boek van Idesbald Goddeeris.
Op 25 september 2022 opent het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen opnieuw de deuren. Het grootste museum van Vlaanderen onderging de voorbije tien jaar een ingrijpende renovatie en uitbreiding.
Wat heeft Star Wars met Vergilius? En wat doet de Griekse filosoof Diogenes in het huidige China? In vijftig bijdragen geeft de lanceerversie van Hic et Nunc een antwoord op deze en andere vragen. Het is nog maar een begin.
