Infrastructurele beveiliging tegen water

Detail met preventieve maatregelen uit de Waterposter. Foto: © Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Studio Tint

Water is een geduchte vijand voor gebouwen. Het effect is niet zo catastrofaal als bij brand, maar de kans dat er waterschade optreedt, is doorgaans groter. Een eenvoudige zoektocht op het internet met de trefwoorden 'waterschade' en 'museum' levert een groot palet aan incidenten op.

Door de klimaatverandering is dit risico enorm toegenomen en komen incidenten met wateroverlast vaker voor. Nochtans is waterschade in veel gevallen eenvoudig te voorkomen, op voorwaarde dat u de juiste bouwkundige maatregelen neemt.

FARO maakte een Vlaamse versie van de Waterposter, die u in vijf stappen helpt om waterbewust te worden en de nodige maatregelen overzichtelijk bundelt.

Drie types waterrisico's

Water kan zich op drie wijzen aandienen als een risico:

  • Type 1: als een plotse, maar eerder zeldzame calamiteit met een enorme impact. Denk aan overstromingen. Of aan de wateroverlast door zware bluswerken na een brand.
  • Type 2: als een incident dat sporadisch kan voorkomen. Denk aan lekkages van regenwater door een defect aan een afvoer of aan het dak. Of aan lekkages van watervoerende leidingen in en op het depotgebouw. Erger zijn lekkages van afvoerleidingen, met vuil water of rioleringen.
  • Type 3: als een continu en gradueel proces met een eerder geringe of kleine impact. Voorbeelden zijn capillair optrekkend grondvocht of condensatie op het gebouw of de objecten.

Meer informatie over schade aan erfgoed door water, vindt u terug onder de schadefactor 'Water'.

Waterdicht traject

Bij een nieuwbouw is het belangrijk het risico op waterschade zo klein mogelijk te maken. Besteed er daarom veel aandacht aan in het ontwerptraject voor de inrichting of bouw.

  1. Identificeer en evalueer met een risicoanalyse de specifieke risico’s op waterschade.
  2. Leg met de betrokken partijen vast welke risico's wel en niet acceptabel zijn.
  3. Kies bewust voor een bepaald veiligheidsniveau (en dus ook bewust ergens niet voor).
  4. Schakel voor dit traject architecten en specialisten in gebouwonderhoud in, zoals Monumentenwacht.

Drie veiligheidspijlers

Stel een maatregelenpakket samen op maat van uw project. De veiligheid van een gebouw voor waterschade hangt af van de mate waarin de drie veiligheidspijlers op elkaar zijn afgestemd:

  1. de bouwkundige maatregelen,
  2. de installaties,
  3. de organisatorische maatregelen, die we bespreken als deel van het calamiteitenplan op de pagina 'Organisatorische maatregelen tegen water'.

Er zijn uiteraard heel wat wettelijke bepalingen rond veiligheid, die gericht zijn op het veiligstellen van mensen en die u moet volgen, zoals de Codex over het welzijn op het werk en het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).

Bouwkundige maatregelen

Zorg voor zo veel mogelijk mechanische barrières die het water weghouden van de collectie. Een geïntegreerde bescherming tegen de risico's is te realiseren op zes verschillende schillen of niveaus.

De locatie en de site

  • Als de locatie nog onbepaald is, kies dan voor een risicoarme locatie en raadpleeg het Geoloket (de Vlaamse Hydrografische Atlas en de Watertoets met overstromingsgebieden).
  • Controleer of de regenwaterafvoeren efficiënt worden weggeleid van het terrein. Probeer aansluiting op de riolering te vermijden of zorg dat die genoeg capaciteit heeft, ook bij wolkbreuken.
  • Zorg voor een goede terreindrainage.
  • Probeer bij de terreinaanleg te zorgen dat het terrein afloopt en water wegvoert van het gebouw en zijn funderingen.
  • Volg aandachtig bouw- en andere grondwerkzaamheden bij het gebouw waarbij men aan bemaling doet of er een verandering van het grondwaterpeil plaatsvindt.

Het gebouw

  • Bij een nieuwbouw: investeer in hoogkwalitatieve daken en regenwaterafvoeren aan het exterieur. Opteer bij voorkeur voor een eenvoudig dakontwerp (bv. een zadeldak) met weinig complexe goten. Vermijd zoveel mogelijk architecturale tierlantijntjes met complexe daken en verborgen, moeilijk bereikbare goten, zoals zakgoten. Die geven vooral bij sneeuw een hoger risico op lekkages. Vermijd als het kan daklichten en dakdoorbrekingen die niet strikt noodzakelijk zijn. Weer het liefst ook platte daken en fonteinen of waterbekkens op het gebouw.
  • Vermijd zoveel mogelijk platte daken in het ontwerp omdat de waterafvoer bij dergelijke daken vaak problematisch is en omdat op dergelijke daken sneeuw makkelijk accumuleert. Afhankelijk van de grootte van het gebouw is het echter niet altijd mogelijk om dit te vermijden. Vermijd eveneens grote glasoppervlakken, glaskoepels en dergelijke aan de windrichting waar er het meeste regenval komt (zuidwestkant). De kans is immers groot dat deze ramen bij hevige regenval lekken.  
  • Zorg dat een bestaand gebouw goed waterdicht is.
  • Laat jaarlijks uw dak inspecteren, bijvoorbeeld door Monumentenwacht. Besteed grote aandacht aan aansluitingen van afvoeren en loodflenzen. Zorg dat de regenwaterafvoeren in goede staat zijn en regelmatig onderhouden worden. Laat goten en afvoeren regelmatig schoonmaken en controleer regelmatig of ze niet dichtslibben.
  • Supprimeer inwendige regenafvoeren en voorzie afvoeren aan het exterieur, voor zover mogelijk.
  • Zorg dat alle watervoerende leidingen en afvoeren steeds goed bereikbaar en inspecteerbaar zijn. Werk ze niet weg achter wanden. Zorg bij voorkeur voor een goed toegankelijke technische ruimte of gang die lager ligt dan de collectiehoudende ruimtes. Of zorg voor hoge dorpels of een bak als vloer van de technische ruimtes.
  • Een effectieve maatregel is een greppel (min. 15 cm diep) aan de binnenzijde van de buitengevels, waardoor in geval van wateroverlast het water opgevangen kan worden.
  • Zorg voor afvoeren in de vloer, waterdetectie en een automatische pomp. Zorg dat er een noodgroep en brandstof beschikbaar zijn bij een stroompanne. Soms moet u de pomp voorzien van een omkasting tegen vorst en vandalisme. Een mobiele dompelpomp of operationele noodpomp kunt u ook bij kleinere wateroverlast inzetten. Plaats ze zeker in ondergrondse en technische ruimtes.
  • Kies voor een vloer die in één keer gestort wordt en waarin geen voegen zijn waar water kan binnenkomen.
  • Drempels op de vloer kunnen het horizontaal doorstromen van vloeistof voorkomen, maar plaats ze niet waar ze de circulatie van erfgoedobjecten hinderen.
  • Voorkom vriestemperaturen in ruimtes met watervoerende leidingen: zorg altijd voor een temperatuur >5°C of isoleer de waterleidingen voldoende.
  • Spoor koudebruggen op waar vochtige lucht kan condenseren. Laat een architect de problemen aanpakken. Zeker in het geval van luchtbevochtiging is dit een groot risico. Er zijn veel plafonds, lichtkoepels en ramen waar het water vanaf kan lopen.
  • Bij bestaande ramen zijn condensgootjes een goede oplossing om water naar buiten af te leiden. Zorg dat ze goed schoon blijven, anders hebben ze geen nut.

Het vertrek, de ruimte

  • Kies binnen het gebouw voor de meest risicoarme ruimte. Meestal ligt die centraal, niet bij een kwetsbare buitenwand of doorbreking. Vermijd het gebruik van kelders of zolders als depotruimte. Kies zeker een vertrek dat hoger ligt dan het maaiveld. Indien het gebruik van een kelder als opslagruimte onvermijdelijk is, zorg er dan voor dat alle objecten op minstens 10 cm boven de vloer worden bewaard. 
  • Vermijd de opslag van voorwerpen onder waterleidingen, HVAC-systemen, of andere waterbronnen. Als de opslag onder dergelijke leidingen onvermijdelijk is, gebruik dan niet de legplanken onder de pijpen.
  • Plaats geen waterleidingen en -afvoerleidingen in de ruimte. Kies voor een ruimte zonder. Lokaliseer nooit collecties bij rioleringsbuizen of sanitaire afvoerbuizen. Die verstoppen af en toe en lekkage is dan niet te vermijden.
  • Zorg dat de pijpen goed geïsoleerd zijn tegen vriesweer. Dicht alle openingen rond waterleidingen om waterlekken te vermijden. 
  • Zorg voor waterdichte vloeren en voorzie ze van afvoeren en putjes. Als er ooit eens water is, kan het snel weg. Kies niet voor een harde en gladde vloerbedekking en ook niet voor een zachte die water kan opnemen, zoals tapijten.
  • Plaats ook geen lavabo's of spoelbakken in de ruimte met collectie.

Vermijd: 

  • tapijten in de depot-en tentoonstellingsruimtes. Als ze nat worden, absorberen ze een grote hoeveelheid water en kan de relatieve vochtigheid aanzienlijk stijgen. 
  • opslag van het materiaal dichtbij muren omdat bij lekken water langs de muren kan lopen.
  • opslag van materiaal naast buitenmuren, niet-geïsoleerde muren of naast ramen omdat er kans is op schade door lekken of door condensatie.

Het opslagvolume (bv. een kast of vitrines)

  • Plaats objecten nooit op de grond of tegen de muur. Water zal steeds langs muren of vloeren lopen. Houd minimaal 10 cm afstand van de grond en veel meer van een buitenmuur (liefst 1,5 meter). Doorgaans geldt ook voor een brandverzekering de 10 cm-hoogte-instructie in kelders.
  • Bovenaan gesloten kasten bieden een goede bescherming tegen lekkages van bovenaf. Stapel het best niet op de bovenste plank.
  • Zorg ervoor dat de laden waterdicht zijn en dat kleine objecten in depot worden verpakt in gesloten plastic zakjes of dozen. 
  • Kies zoveel mogelijk gesloten vitrinekasten, zodat het water niet op de objecten kan vallen. 

Het object

  • Plaats geen objecten onder de roosters van de klimatisatie of watervoerende leidingen.
  • Een permanente verpakking verkleint het risico. Denk bv. aan gesealde metalen objecten.
  • Vermijd condensatie door verpakkingen dicht laten bij veranderingen in temperatuur.
  • Zorg dat verpakkingen waterdicht zijn en zorg voor afvoerkanaaltjes in de verpakking.
  • Zorg in de mate van het mogelijke voor een gescheiden verpakking van materialen met risico op ‘bloeden’ (uitlopen van de kleuren). Dit is vooral bij textiel belangrijk.

Werking

De laatste, maar zeker niet de minst belangrijke! Zie 'Organisatorische maatregelen tegen water'.

Plaats objecten niet op de grond en ook niet op het hoogste legbord. Foto: Provincie Limburg, fotograaf: Tine Hermans
Een waterkering rondom een technische installatie. Foto: Provincie Limburg, fotograaf: Tine Hermans
Zorg bij nieuwbouw dat er geen watervoerende leidingen door de depotruimte lopen. Foto: Provincie Limburg, fotograaf: Tine Hermans

Installaties

Waterdetectiesystemen

Systemen voor waterdetectie zijn niet meer zo duur en worden veel gebruikt in magazijnen. Ze geven een alarm af, akoestisch of een andere melding, wanneer een detector in contact komt met water. Zo kunt u tijdig een lekkage opsporen en melden, en vermijdt u dat een ruimte dagen vol water staat voor u de wateroverlast vaststelt.

  • Plaats waterdetectie op de vloer (op het laagste punt) en op plaatsen waar u lekkages vermoedt.
  • Zorg zeker voor een goede alarmmelding, ook via de telefoon. (Enkel) een akoestisch alarm heeft in de meeste depots weinig zin.
  • Er bestaan detectoren die u eenvoudig kunt aansluiten op inbraak- en/of branddetectiesystemen.
  • Er bestaat ook waterlekdetectie die binnen bestaande leidingen een abnormaal waterverbruik zal opsporen en melden, en die zelfs de centrale toevoer van water afsluit.
  • Dataloggers die de temperatuur en relatieve vochtigheid meten, geven bij een onverwachte stijging mogelijk ook wateroverlast aan.  

Andere installaties

  • Let bij het ontwerp van nieuwe klimaatinstallaties op het (onderhoud van) afvoeren en alle watervoerende leidingen.
  • Zorg voor een correcte bediening en onderhoud van mobiele bevochtigers en ontvochtigers. Ledig tijdig het waterreservoir en ontkalk regelmatig.

Afwegen

  • Er zijn voordelen aan het koppelen van de water- aan de branddetectie en de elektronische diefstalbeveiliging. Activeer het camerasysteem (CCTV-systeem) zeker ook bij een watermelding.
  • Het kan een overweging zijn de objecten te scheiden voor opslag, zodat ze onderling zo weinig mogelijk schade berokkenen in geval van wateroverlast. Een goed voorbeeld is het scheiden van gekleurd van wit textiel.

Vermijden

  • Werkzaamheden aan het dak, het sanitair, de watervoerende leidingen en diverse installaties verhogen de kans op wateroverlast aanzienlijk. Vermijd ze daarom en, als het niet anders kan, neem aangepaste maatregelen om de collectie te vrijwaren. Is het risico te hoog, kies dan tijdig voor het uithuizen van de collectie.
  • Vermijd poetsen met emmers water in ruimtes met collecties. Dat verkleint het risico op incidenten en ook op het verstoren van het binnenklimaat.

Tips

  • Plan en installeer de waterdetectie samen met de diefstal- en branddetectie. U kunt gebruikmaken van dezelfde installaties, wat geld bespaart.
  • Hoe beter de technologie en hoe groter de ervaring van de installateurs, hoe minder valse meldingen er doorgaans komen.