Strips en musea: van misprezen tot bruikbaar

Jirô Taniguchi, Wachters van het Louvre, p.35 (c) Scratch

Zou het geen mooi onderwerp zijn voor een masterscriptie of zelfs een doctoraatsonderzoek? Hoe en de manier waarop strips in musea en tentoonstellingen zijn terechtgekomen, en gebruikt, voorgesteld en geduid worden? 

Akkoord, er zijn wereldwijd een aantal musea die de strip in zijn vormelijke verscheidenheid als hoofdthema hebben. De bekendste voorbeelden zijn ongetwijfeld:

Wat er ook van zij, in 2002 gebeurde er iets bijzonders. Toen ging het Louvre in zee met de Franse uitgeverij Futuropolis. Dat kwam zo: toenmalig directeur Henri Loyrette wilde de vaste collectie van het Louvre steviger op de kaart zetten, onder meer door bruggen te slaan naar andere media. Daarbij dacht hij in de eerste plaats aan stripmakers, bij uitstek een van de Franse exportproducten. Het Louvre gaf onder de veelzeggende titel Un autre regard aanvankelijk vier stripauteurs carte blanche om te reflecteren over de instelling. De strips werden voor een keer eens niet gepositioneerd als een ‘educatief glijmiddel’, bedoeld om het museum op te leuken voor kinderen. Gerenommeerde auteurs als Nicolas de Crécy, Marc-Antoine Mathieu (waarvan u een voorpublicatie uit De krochten van het Vourlé ook kon lezen in faro), Eric Liberge en Yslaire gaven hun lezing van de collecties van het prestigieuze huis.

Hulk, Marat en Euro

IJstijd (c) Zet.El

De Crécy beet in 2005 met Période glaciaire (vertaald als IJstijd) de spits af. Gevraagd naar zijn aanpak, vertelde De Crécy De Standaard het volgende: “Na een bezoek aan het Louvre had ik het gevoel dat ik eigenlijk niks wist. Dus toen heb ik personages bedacht die nóg minder wisten dan ik. Zij betreden het Louvre nadat het eeuwenlang in de vergetelheid is geraakt. Ze dwalen door de museumzalen en proberen te begrijpen wat ze zien.” In die verre toekomst speelt Hulk, een genetisch gemanipuleerde hond met een bijzondere reukzin, de hoofdrol bij een archeologische expeditie op het verloren ijscontinent Euro. Een argeloze en hoogst poëtische blik dus op het instituut ‘museum’. Meer info over het boek vindt u via deze link.

De hemel boven het Louvre (c) Zet.El

Twaalf jaar later, in 2017, verscheen De hemel boven het Louvre van de tandem van Brusselaar Bernard Yslaire en scenarist Jean-Claude Carrière, bekend van filmscenario’s als Die Blechtrommel en The Unbearable Lightness of Being. Het verhaal gaat van start in 1793, wanneer de Franse Revolutie vier jaar jong is en het koninklijk paleis in het centrum van Parijs wordt omgevormd tot een voor iedereen toegankelijk museum. In deze woelige tijd werd - in woord én daad - vorm gegeven aan een in alle opzichten nieuwe wereld. Centraal in het verhaal staat het wedervaren van de schilder Jacques-Louis David (1748-1825), onder andere bekend van zijn beroemde De dood van Marat. U leest er meer over via deze link.  


 

Wachters van het Louvre (c) Scratch

Het voorlaatste deel in de reeks van en over het Louvre is van de bekende Japanse mangaka Jirô Taniguchi. Die geldt als de meest ‘verwesterde’ van de Japanse stripmakers, toch op stilistisch vlak. Inhoudelijk heeft hij echter altijd oog voor de psychè van de personages, wat vaak resulteert in subtiele, poëtisch-psychologiserende verhalen zoals Het dagboek van mijn vader. Uitzondering is allicht het monumentale Le Sommet des Dieux, waarin het hoofdpersonage, Fukamachi, een fotograaf is die een fototoestel vindt dat zou toebehoord hebben aan George Mallory. Dat was een bergbeklimmer die tijdens een beklimming van de Mount Everest is verdwenen

Het avontuur met hoofdletter A dus. In De wachters van het Louvre volgt de lezer het wedervaren van een Japanse tekenaar in Parijs. Die droomt zich een weg door het Louvre, met de beroemde Nikè van Samothrake als gids. Het boek leest als een bezoekersgids langsheen bekende en minder bekende werken, en rakelt ook een stukje geschiedenis van het museum op. Meer info leest u op de website van de uitgeverij. Ook het (voorlopig) laatste deel van dit initiatief van het Louvre, een boek van Lax, verdient beslist uw aandacht.

One shots

De Raap van Rubens (c) Standaard Uitgeverij

Er zijn natuurlijk ook een resem one shots, losse verhalen. Zo maakte de Nederlandse stripmaakster Barbara Stok Vincent, een verhaal “[dat je] meeneemt naar de korte maar intense periode die Van Gogh in Zuid-Frankrijk doorbracht,” aldus de website van het Van Gogh Museum. Daarnaast kwam er ook (het veeleer educatieve) Vincent van Gogh: De worsteling van een kunstenaar van onze landgenoot Marc Verhaegen op de markt, eveneens in opdracht van het museum. 

De pas 75 jaar geworden Suske en Wiske zijn ook altijd te vinden voor avonturen die zich situeren in of rond museale projecten. Zie onder meer De Raap van Rubens, naar aanleiding van het (Vlaamse Meesters-) Rubensjaar, De Bibberende Bosch naar aanleiding van de grote Jheroen Bosch-expo in Den Bosch, of Sterrenrood, ter gelegenheid van de opening van het Red Star Line Museum, of nog, De Verloren Van Eyck. Ook Gentenaar Pieter de Poortere leverde met zijn LAM een bijdrage tot het Van Eyckjaar.

Typex' Rembrandt (c) Casterman

Een van de meest tot de verbeelding sprekende boeken is ongetwijfeld Typex’ Rembrandt, een pil van 240 pagina’s. Daarin brengt de Amsterdamse stripmaker en illustrator Typex het leven van de beroemde schilder en zijn entourage in beeld. Collega’s, naaste familie, klanten, een olifant, huishoudsters en de leden van de beroemde nachtwacht maken allemaal hun opwachting. Typex portretteert de meester als een haast onmogelijke, eigenzinnige vent, een van elke vorm van empathie verstoken brombeer die even geniaal als gierig is. Bezeten ook, ongeduldig en nietsontziend. Het is echter via de nevenpersonages dat de lezer Rembrandt leert kennen.

In een interview met VPRO verklaarde Typex: “Ik heb me voor de personages in eerste instantie laten leiden door de schilderijen. Bij Rembrandt heb ik veel gehad aan zijn zelfportretten, die heb ik als uitgangspunt genomen om over hem te fantaseren. Hij schilderde die portretten niet om een psychologisch beeld van zichzelf te maken maar als studie van tronies. Uit die portretten spreekt zo veel karakter, spreken zo veel tegenstellingen. Er spreekt een soort pappige jongensachtigheid uit, maar ook arrogantie en verlegenheid. Ook zie je in die zelfportretten het ouder worden heel goed. Niet alleen de rimpels, maar ook de moedeloosheid en het verlies. Alles wat we in de zelfportretten zien is tegelijkertijd een reflectie van onszelf.”

Typex neemt dan ook tekeningen van Rembrandt probleemloos over, en zet ze verder naar zijn hand. Het moet gezegd dat Typex’ virtuositeit die van Rembrandt evenaart, wat het boek tot een ronduit spectaculaire, veelgelaagde en deels ook fictionele (auto)biografie maakt. Rembrandt, zeer zeker, maar ook met een flinke scheut Typex. Zelf omschrijft hij het als “een autobiografie van Rembrandt.” Meer info over dit boek vindt u via deze link.


 

Au Musée (c) Tapas :-*

Eveneens een speciale vermelding verdient Im Museum van de Duitse stripmakers Jan Frederik Bandel en Sascha Hommer. Gustav en Niffi beleven een onwaarschijnlijk avontuur wanneer ze in een museum worden opgesloten, par accident. Het is een verhaal waarmee de verschillende werken en personages – waaronder een nukkige suppoost, maar ook Charles Manson, Don Quichotte, Roland Barthes en Ernst Junger – die het duo op hun pad tegenkomen een wereld van kennis, inzichten, schoonheid oproepen. Maar ook van razernij en gekheid. Het lijkt wel het leven zelf.

Andere tips in tijden van Corona

Hebt u zelf ook nog erfgoedgerelateerde tips om deze periode veilig door te komen? Mail ze naar Elien Doesselaere via elien.doesselaere@faro.be. Wij verspreiden ze graag verder!

Vragen over corona?

Hebt u vragen over de impact van het virus op uw erfgoedwerking? Stel ze aan FARO en wij helpen u zo snel mogelijk verder.

Foto's:

  • Jirô Taniguchi, Wachters van het Louvre, p.35 (c) Scratch.
  • Covers: IJstijd (c) Zet.El, De hemel boven het Louvre (c) Zet.El, Wachters van het Louvre (c) Scratch, De Raap van Rubens (c) Standaard Uitgeverij, `Typex' Rembrandt (c) Casterman, Au Musée (c) Tapas :-*
Roel Daenen