Mogen er drones vliegen boven de molens van Kinderdijk? Tijd voor een moreel beraad

Kinderdijk: molens in Holland. Foto: Valdas Miskinis via Pixabay

De molens van Kinderdijk, veel Nederlandser dan dat wordt het niet. Voor veel toeristen leveren de fotogenieke molens dan ook het perfecte plaatje. Het gevolg? Een niet-aflatende stroom bezoekers, fototoestel in de aanslag. Om ook prachtige luchtopnames te kunnen maken, brengen de toeristen sinds een aantal jaren ook drones mee. Daarbij brengen ze vaak ook de bewoners in beeld, die daar niet erg gelukkig mee zijn. Bovendien blijft het niet bij een enkele drone per dag, maar zoemen ze in groten getale rond waardoor ze de levenskwaliteit van de bewoners in het gedrang brengen. Voor de molenaars is de maat dus vol: zij eisen een algemeen verbod op drones. Maar dan wordt het ook onmogelijk om drones in te zetten voor dijktoezichten, of bijvoorbeeld voor het vervoer van medisch materiaal. En daarmee komen andere belangrijke waarden in gevaar. Wat is wijs handelen in dit geval? Wat is ethisch? En hoe kan men daarover het gesprek aangaan?

In deze blogpost bespreken we twee manieren om een moreel beraad te organiseren: een waardegedreven beraad en het moreel beraad dat FARO zelf met een aantal erfgoedwerkers heeft uitgetest.

Het waardegedreven moreel beraad over Kinderdijk

Het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vroeg aan het Overlegorgaan fysieke leefomgeving een proces te ontwerpen voor een maatschappelijke dialoog over ethiek en digitalisering. Het gesprek over de molens van Kinderdijk vond in dat kader plaats. Daarnaast kwamen nog vijf andere casussen aan bod, zoals over het volgen van reizigers via een app, het gebruik van robots in de openbare ruimte en het volgen van mensen in de openbare ruimte met camera's. Dit project resulteerde in een publicatie die beschrijft hoe de gesprekken vorm kregen.

 De stappen in het gesprek over de Kinderdijk waren de volgende:

  1. De deelnemers beschrijven voor de eerste keer een waarde die volgens hen belangrijk is in het debat. In het geval van de molens is dat bijvoorbeeld privacy, esthetiek en vrijheid.
  2. Samen komen de deelnemers tot een morele vraag: "Mag men met drones vliegen boven een open gebied met daarin erfgoed/natuur en waar mensen wonen?"
  3. De moderator daagt elke deelnemer uit om drie redenen voor en drie redenen tegen te noteren. Hiervoor moeten de deelnemers zich verplaatsen in de verschillende betrokkenen. Het perspectief van de molenaars is immers helemaal anders dan dat van de toerist of de dijkinspecteur. Een reden voor is: "Mensen moeten altijd wennen aan een nieuwe techniek." Of: "Mindervaliden kunnen nu ook de molens bekijken." Redenen tegen zijn bijvoorbeeld: "Het kan de molenaars wegjagen", of: "Geluidsoverlast".
  4. De deelnemers gaan vervolgens na welke waarden er onder de argumenten voor en tegen schuilgaan. In het geval van de molens is dat bijvoorbeeld, naast de eerder genoemde waarden: vreedzaamheid, natuurbescherming, inclusiviteit en bewegingsvrijheid.
  5. Tijdens een plenair gesprek onderzoeken de deelnemers welke waarden schuren met elkaar. Het was belangrijk daar de pijnpunten scherp te krijgen. Voor de drones van Kinderdijk is dat bv. "Inbinden versus incasseren", "Vrijheid inwoners versus vrijheid toerist" en "Privacy versus vrijheid".
  6. Elke deelnemer velt uiteindelijk een oordeel op basis van de verzamelde gegevens, en dat volgens een vaste formule "Ja/nee, want …, ondanks …" Bijvoorbeeld: "Ja, je mag met drones vliegen, want ik vind autonomie voor de dronevlieger belangrijk, ondanks de privacy van bewoners die wordt geschaad." Of: "Neen, want de veiligheid van de locatie en de vrijheid van de bewoners en de andere bezoekers zijn doorslaggevend, ondanks de vrijheid van de dronebezitters en de economische belangen."

Opvallend in deze aanpak is dat men waarden centraal stelt en de afweging daarop baseert. Dat is boeiend, maar het is ook een zwakte van het model. Want waarden zijn weinig scherp (te stellen), en er is een risico op valse tegenstellingen (privacy vs. vrijheid). En dat verklaart wellicht ook waarom men na dit gesprek niet echt tot een eenduidige conclusie kwam. Dat kan ook anders, zo merkten we tijdens een moreel beraad dat we zelf organiseerden. 

Een beginselgedreven moreel beraad

In oktober 2021 organiseerde FARO een moreel beraad in het kader van een verkenning naar gespreksvormen voor ethische kwesties. We nodigden voor dit gesprek ook vertegenwoordigers van de cultureel-erfgoedsector uit en we werkten met een casus uit de praktijk. Onder begeleiding pasten we het zevenstappenplan van Governance & Integrity toe.  Dat stappenplan is bedoeld om in groepsverband te komen tot een eenduidig oordeel wanneer er voldoende rekening wordt gehouden met de rechten, belangen en wensen van allen. Het gidste ons door de volgende vragen:

  1. Voor welke beslissing sta ik? Wat is mijn voorlopig oordeel? En welk bezwaar kan daartegen bestaan?
  2. Welke betrokkenen hebben rechten, belangen of wensen die geraakt worden?
  3. Wie neemt de beslissing?
  4. Heb ik nadere informatie nodig om mijn beslissing op een verantwoorde wijze te kunnen nemen?
  5. Wat zijn de argumenten?
  6. Tot welke conclusie kom ik?
    1. Kwalificeer de argumenten: gaat het om rechten of belangen en wensen?
    2. Conclusie
    3. Schadebeperking
  7. Hoe voel ik me bij de genomen beslissing?

Na in stap 5 de argumenten voor de handelingsopties te hebben geformuleerd, vraagt de methodiek/trainer ons in stap 6 over te gaan tot het kwalificeren van de argumenten. Gaat het hier om een recht of een belang/wens van een betrokkene? Is het slechts een smoes of beschrijft het argument een feit? Omdat rechten meer gewicht in de schaal leggen dan belangen konden we helder zien welke handelingsoptie de juiste is.

De deelnemers waren enthousiast over deze benadering omdat het een heel gestructureerd en helder kader is. We eindigden met een concrete beslissing, gefundeerd op basis van duidelijke argumenten. Ook de verplichting dat elke deelnemer nadenkt over argumenten voor de verschillende opties argumenten hebben we als zeer waardevol ervaren.

Kortom, we vonden dit stappenplan een goede aanpak om aan de hand van cases met een groep vakgenoten de deontologische code aan te scherpen. Het lijkt ons ook zeer geschikt voor situaties waarin er op korte termijn een beslissing moet worden genomen. Het fijne van deze methode is namelijk dat de groep landt op een conclusie. 

FARO zet in op ethische dilemma's en deontologie

FARO wil in de toekomst graag verder inzetten op deze morele beraden en gesprekken organiseren. We bereiden hierover een themanummer van ons tijdschrift voor, en zetten een vormingsaanbod op poten. Wil u daarvan op de hoogte blijven? Geef dan een seintje!

Lees ook:

Foto: Valdas Miskinis via Pixabay

Jacqueline van Leeuwen