Het Gekwetste Gewest. Behoud, beheer en ontsluiting van de wederopbouwarchieven in de Westhoek. (fase 1)

Het project heeft betrekking op het behoud, beheer en ontsluiting van de wederopbouwarchieven in de Westhoek. Dit project loopt over twee fasen. Het project ‘Behoud, beheer en ontsluiting van de wederopbouwarchieven in de Westhoek’ kadert in een ruimer onderzoek naar de Wederopbouwarchitectuur in de Westhoek.

1.Vaststellingen en motivatie aanvraag project:

1) De kennis van de architecturale inrichting van de frontlijn in de Westhoek is niet alleen in de gerealiseerde, steeds veranderende omgeving terug te lezen; ze ligt ook opgeslagen in de geschreven en getekende archiefstukken van de diverse archiefvormers die betrokken waren bij de wederopbouw. Alleen dankzij een grondige studie van deze archieven, is het mogelijk de overkoepelende doelstelling van het project rond de wederopbouw te realiseren.

2) Voor het merendeel van de gemeentelijke archiefdiensten van de frontstreek zijn de archiefbestanden die betrekking hebben op de wederopbouw niet geïnventariseerd. Alleen in grotere gemeenten of in de steden zijn deze archieven geïnventariseerd, zijn ze beschreven in de bestaande reeksen en is dit erfgoed goed ontsloten. Er is dus nood aan een eenduidige, supralokale visie over de inventarisatie van de wederopbouwarchieven zonder daarbij de bescheiden uit hun ontstaanscontext te halen. Het is van belang daarbij de internationale ISAD-norm te hanteren. Het CVAa heeft expertise ontwikkeld over hoe deze norm hanteerbaar is voor architectuurarchieven (door velden toe te voegen zoals ontwerpdatum, schaal, type gebouw en bouwheer), zie bijlage: Inventarisatie, pp 75-110.  In de gemeenten waar de archiefbescheiden over de wederopbouw bestaan uit een ongeordende verzameling documenten van verschillende archiefvormers, is er naast de beschrijvingsstandaard ook nood aan een ordeningsschema.

3) Bovenop de toepassing van deze beschrijvingsstandaard is er nood aan een wetenschappelijke toegang op de archiefbestanden over de wederopbouw die de verschillende administratieve niveaus bundelt. De archieven van de wederopbouw zijn immers door verschillende archiefvormers gegenereerd en worden op uiteenlopende plekken bewaard. In eerste instantie moeten de hoofdrolspelers en hun archieven in kaart worden gebracht. Zo was er de werking van de Hoog Koninklijk Commissaris, de gemeentebesturen, de lokale vzw’s voor heropbouw en de subsidiëring en de architecten. Bijgevolg zijn er archieven bewaard bij particulieren (de privaatrechtelijke archieven van architecten), in de verschillende gemeentelijke archiefdiensten, bij het Provinciearchief West-Vlaanderen en in het Algemeen Rijksarchief. De relaties tussen de archieven die zich bij de verschillende archiefbeheerders bevinden, moeten worden onderzocht. Met betrekking tot de privaatrechtelijke archieven van de architecten is er nood aan een overzicht van de architecten die betrokken waren bij de wederopbouw. Een deel van deze privaatrechtelijke architectuurarchieven is nog niet gelokaliseerd. 

In tweede instantie – en in ondergeschikte mate van belangrijkheid – worden ook de archieven van het Koning Albertfonds, de archieven van de Bouwdienst van de Boerenbond die zich begin jaren 1920 enkele jaren in de Westhoek vestigde, de parochiale archieven en de archieven van de Kerkfabriek betrokken. Het CVAa zal daarvoor de contacten die het heeft met andere archiefinstellingen die hierover specifieke expertise hebben (FOKAV, KADOC en andere) aanwenden.

4) Momenteel wordt veel archiefmateriaal met betrekking tot de wederopbouwarchitectuur in een stuk ‘onwetendheid’ bewaard. Daardoor wordt dit belangrijke erfgoed niet steeds in de optimale omstandigheden bewaard. Vooral met betrekking tot het bewaren van plannen – vaak heel kwetsbaar archivalisch materiaal – is er nood aan inzicht in de waarde van dit erfgoed opdat er meer aandacht voor de bewaaromstandigheden zou zijn. Daarenboven bevinden privaatrechtelijke archieven van architecten zich nog bij erfgenamen. Ook hier is de nodige kennis over de context, de waarde van dit erfgoed en ideale bewaaromstandigheden meestal niet aanwezig. Voor beide situaties is er nood aan een sensibilisatie van de archiefbewaarders opdat het erfgoed in betere condities wordt bewaard en ontsloten. Het project beoogt dan ook, tijdens het inventarisatieproces, deze situaties op te sporen om vervolgens ondersteuning aan te bieden in de vorm van een brochure/handleiding die deze lokale en particuliere archiefbewaarders kan helpen bij het optimaal conserveren en ontsluiten van het erfgoed. Begeleiding en vorming van de archiefverantwoordelijken kan immers een bijdrage leveren aan de goede bewaring en inventarisatie in functie van ontsluiting. Het CVAa heeft deze expertise in huis, cfr. bijvoorbeeld Handleiding Architectuurarchieven: inventarisatie. De archivaris van het CVAa zal deze expertise ter beschikking stellen van de lokale archiefbeheerders. Bovendien kan het CVAa overdrachten regelen van belangrijke privaatrechtelijke architectuurarchieven, ofwel omdat ze bedreigd zijn doordat de huidige archiefbeheerder weinig interesse toont in het archief, ofwel omdat erfgenamen van de architecten deze archieven als collectief erfgoed beschouwen dat de hele gemeenschap aanbelangt.

5) Er is nood aan een duurzame toegang op de wederopbouwarchieven waaruit een gedifferentieerd publiek (eigen bevolking, scholen, stadsgidsen en heemkundigen, studenten, geïnteresseerde burgers, onderzoekers, architecten, ruimtelijke planners, stadsdiensten, …) voor uiteenlopende doeleinden kan putten. Alleen door dit erfgoed toegankelijk te maken voor een breed publiek, zullen diverse ontsluitingsmogelijkheden door plaatselijke erfgoedorganisaties en onderwijsinstellingen aangeboord kunnen worden.

6) Het wijdvertakte archief van de wederopbouw is een mooie illustratie van hoe de spanning tussen privaatrechtelijke en publiekrechtelijke archieven soms moeilijk werkt wanneer een thema – in dit geval de wederopbouwarchieven – wordt belicht, cfr. Architectuurarchieven in Vlaanderen p 117-121. Met dit project willen de verschillende partners dan ook een integrale, thematische toegang op deze bronnen bieden die de spanning opheft. Het project fungeert op die manier als een voorbeeld voor andere onderzoeken naar erfgoed dat zowel betrekking heeft op privaat- en publiekrechtelijke archieven.

7) Het project zal bovendien een voorbeeld zijn van hoe een integrale inventarisatie een antwoord kan bieden op het versnipperde landschap van de architectuurarchieven in Vlaanderen. Ook dit is een van de belangrijkste spanningen waarmee architectuurarchieven als erfgoed te kampen hebben, cfr. Architectuurarchieven in Vlaanderen p 121-124. De verschillende architectuurarchieven met betrekking tot de wederopbouw zitten over diverse bewaarplaatsen verspreid. Door een integrale, gecentraliseerde toegang te bieden kunnen deze bronnen samen worden beschreven, wordt de onderlinge relatie tussen de verschillende archiefbestanden duidelijk zonder dat daarbij het hele wederopbouwarchief fysiek op één plek moet worden samengebracht.

2.Het project bevat vijf grote doelstellingen, waarmee specifieke effecten worden beoogd.

1) In de eerste plaats wil het project alle archiefstukken van archieven met betrekking tot de wederopbouw en haar archiefvormers lokaliseren. Deze eerste stap is cruciaal aangezien de archieven verspreid liggen bij verschillende archiefbewaarders (privaatrechtelijke architectuurarchieven bevinden zich vaak bij privé-bewaarders, terwijl het Algemeen Rijksarchief, Provinciaal Archief en de gemeentelijke archiefdiensten publiekrechtelijke archieven over de wederopbouw bewaren). Het lokaliseren en samen beschrijven van al deze archieven beoogt twee specifieke effecten. Ten eerste zal het onderzoekers en andere erfgoedgebruikers een volledig beeld geven van de verschillende betrokkenen die de wederopbouw gestalte gaven en zal het deze gebruikers de weg wijzen naar de bronnen. Dit zal vervolgens op een tweede niveau nieuwe inzichten genereren over de wederopbouw zelf. Het standaardwerk (Smets Marcel (ed.), Resurgam. De Belgische Wederopbouw, Gemeentekrediet van België) dateert immers van 1985 en is vooral gebaseerd op het centrale archief van de Wederopbouw dat zich in het Algemeen Rijksarchief bevindt.

2) Ten tweede zullen door de lokalisatie de gebreken of pijnpunten van de bewaaromstandigheden van de archiefbestanden op het lokale niveau kunnen worden vastgesteld. Momenteel voldoen de ordenings- en de bewaaromstandigheden van vele van de wederopbouwarchieven niet aan de minimale normen waardoor een deel van de archieven niet toegankelijk is of beschadigd dreigt te raken op langere termijn. Dit is niet alleen een kwestie van financiële middelen (de financiële draagkracht van de lokale besturen van de Westhoek is van die aard dat er slechts enkele gemeenten over een gemeentelijke archivaris kunnen beschikken – in de meeste gemeenten wordt een ambtenaar zonder gespecialiseerde opleiding als ‘archiefverantwoordelijke’ aangeduid), maar eveneens van gebrek aan inzicht op lokaal niveau in het belang van deze archieven als collectief erfgoed en kennis over een verantwoorde bewaring. Tijdens het proces van lokalisatie, ordenen en beschrijving beoogt het project plaatselijke archiefbewaarders te sensibiliseren opdat zij in de toekomst meer aandacht besteden aan de bewaaromstandigheden van de archieven. De archivaris van het CVAa zal de kennis die binnen het CVAa is ontwikkeld over de wijze waarop niet-alledaagse archiefstukken moeten worden bewaard zoals blauwdrukken, calques, maquettes of schetsen, doorgeven aan de lokale archiefbeheerders. Het specifieke effect van deze doelstelling is dat de kennis over de bewaaromstandigheden van de wederopbouwarchieven op lokaal niveau verbetert opdat dit erfgoed beter verzorgd en bewaard kan worden met het oog op de ter beschikking stelling voor diverse vormen van ontsluiting. Dit zal gebeuren door het ontwikkelen van een voorbeeldproject/stappenplan in één of meerdere gemeenten en hieraan vervolgens een publiekswerking te koppelen (studiedag, informatiesessie, brochure ontwikkelen, specifieke hulp via website beschikbaar maken, cfr. 3.3. resultaten). De samenwerking met het Provinciaal Archief West-Vlaanderen en de archivarissen van de steden Diksmuide en Ieper is hier cruciaal omdat zij zich in een netwerk bevinden met de plaatselijke archiefverantwoordelijken en zij als brug kunnen optreden tussen CVAa en de diverse archiefverantwoordelijken.

3) Ten derde wil het project een integrale toegang bieden op de wederopbouwarchieven door een grootschalig inventarisatieproject waarin de verschillende bewaarplaatsen samen worden opgenomen.

Dit moet resulteren in een integraal thematisch archievenoverzicht over de wederopbouw. Alleen een dergelijk overzicht kan een antwoord bieden op de versnippering van de wederopbouwarchieven zonder de stukken uit hun oorspronkelijke bewaarcontext te halen en fysiek bijeen te brengen. Wanneer dit integraal archievenoverzicht wordt gekoppeld aan een bibliografie over de wederopbouw, zal het een standaardwerk zijn waarvan andere culturele en architecturale projecten kunnen vertrekken. Een dergelijk overzicht vormt de basis van een goede ontsluiting van de wederopbouwarchieven, zowel in erfgoedprojecten als in projecten die betrekking hebben op het ruimtegebruik van de wederopbouwregio: a) De onderzoekers in het kader van het ruimere onderzoek over de wederopbouw zullen hier gebruik van maken wanneer zij het erfgoed verder onderzoeken (bijvoorbeeld het onderzoek naar materiaalgebruik) of ontsluiten. b) Daarnaast biedt het thematisch archievenoverzicht tal van mogelijkheden voor lokale erfgoedorganisaties, heemkundigen, stadsgidsen, musea, onderwijs, verenigingen, erfgoedcel, cultuurbeleidcoördinatoren, Westhoek Verbeeldt (regionale beeldbank), … om gebruik te maken van deze resultaten binnen educatieve, sensibilisatie- of onderzoeksprogramma’s. c) Tot slot kunnen ruimtelijke planners, gemeentelijke administraties, stedenbouwkundigen en architecten van dit overzicht gebruik maken wanneer zij zich documenteren over bepaalde sites, gebouwen of landschappen in functie van transformaties van het ruimtegebruik.

4) Ten vierde beoogt het project de historiek van de archiefstukken (zowel privaat- als publiekrechtelijk) te achterhalen. Deze kennis van het erfgoed zal zowel de interpretaties van het wetenschappelijke cultuurhistorische onderzoek op basis van de wederopbouwarchieven ten goede komen, als het praktijkgericht onderzoek naar de hedendaagse omgang met de wederopbouwarchitectuur.

5) Al deze doelstellingen zijn nodig om de finale doelstelling te bereiken, namelijk de ontsluiting van dit erfgoed voor een breed publiek. Alleen wanneer erfgoedverantwoordelijken, architecten, stedenbouwkundigen, leerkrachten, cultuurcoördinatoren en diverse andere initiatiefnemers die begaan zijn met het erfgoed van de Westhoek in het algemeen en van de wederopbouw in het bijzonder toegang hebben tot het roerende erfgoed dat de wederopbouw documenteert, zullen zij vernieuwende erfgoedprojecten op touw kunnen zetten. Het project beoogt dan ook deze doelgroep te informeren en een handig werkinstrument aan te bieden.

 

3. De beoogde resultaten:

Het project omvat twee fasen. In de eerste fase (01/11/07-30/09/08) wordt het voorbereidend onderzoek verricht. In de tweede fase worden de resultaten van de eerste fase gebruikt om het onderzoek te verbreden en te verdiepen, publiekelijk bekend te maken en te ontsluiten via diverse media en instrumenten. De beoogde resultaten van het hele project hebben zowel betrekking op de eerste als de tweede fase – voorbereiding en onderzoek vallen in de eerste fase, valorisatie in de tweede (01/10/08-30/09/09). 

  1. Het project wil als eindresultaat na de twee fasen een integraal archievenoverzicht produceren dat een kwalitatieve toegang biedt op de archieven van de wederopbouw in de frontregio. Het overzicht moet aan twee noden beantwoorden. In de eerste plaats moet het de archieven ontsluiten voor onderzoek naar de historische en sociaal – culturele betekenis van de wederopbouw in de frontregio. Daardoor zal de ontsluiting van dit erfgoed worden gestimuleerd voor diverse projecten met een verscheiden doelpubliek. Ten tweede moet het archievenoverzicht een handig werkinstrument zijn voor hedendaagse toepassingen op het vlak van architectuur en stedenbouw.  Zowel gemeentelijke administraties als architecten moeten er gebruik van kunnen maken wanneer zij documenten zoeken over specifieke gebouwen of ruimtelijke structuren die dateren uit de wederopbouwperiode. Het overzicht zal als hefboom functioneren voor 1) verder architectuur-cultuurhistorisch onderzoek, 2) de verdere ontsluiting en bewaring van de wederopbouwarchieven in de frontstreek, 3) de bescherming, monumentenzorg en kwalitatieve hedendaagse aanpassing van de wederopbouwarchitectuur en 4) de sensibilisatie van lokale archiefdiensten en private beheerders van privaatrechtelijke architectuurarchieven.

Dit archievenoverzicht zal in boekvorm verschijnen. Het boek zal ruim bekend worden gemaakt via een studiedag, persberichten en mailing aan de belanghebbenden (archiefdiensten, stedenbouwkundige diensten en cultuurdiensten van de wederopbouwgemeenten, architecten, stedenbouwkundigen, heemkundige kringen en erfgoedorganisaties, erfgoedcellen, monumentenzorg, restaurateurs, etc).  Het overzicht zal ook via een databank raadpleegbaar worden. Het CVAa zal de gegevens die betrekking hebben op privaatrechtelijke archieven ook invoeren in Archiefbank Vlaanderen en ODIS.

In de eerste fase van het onderzoek (01/11/07-30/09/08), waarop onderliggende aanvraag betrekking heeft, wordt dit archievenoverzicht grondig voorbereid. De publicatie zal in de tweede fase plaatsvinden (01/10/08-30/09/09).

  1. Er wordt een eenvormig ordeningsschema opgesteld voor de wederopbouwarchieven in de gemeentelijke archiefdiensten waar de bescheiden nu een ongeordende verzameling vormen die buiten de reguliere reeksen van het gemeentelijk archief valt. Voor alle gemeenten wordt tijdens het onderzoek de internationale beschrijvingsstandaard gebruikt (ISAD-norm, met specifieke velden voor architectuurarchieven door CVAa uitgewerkt, cfr. bijvoorbeeld toepassingen voor het archief van de Vlaams Bouwmeester, cfr. bijlage: Inventarisatie, pp 75-110). Het schema en de beschrijvingsstandaard zijn cruciale instrumenten om de lokale archiefdiensten te sensibiliseren voor het belang van de wederopbouwarchieven. In de eerste fase van het project (01/11/07-30/09/08) wordt het ordeningsschema gemaakt. In de tweede fase (01/10/08-30/09/09) wordt het gecommuniceerd aan de lokale archiefbewaarders via ondermeer een website, een brochure/folder, een studiedag en informatiesessie.
  1. De vorming van lokale erfgoedverantwoordelijken en plaatselijke archiefverantwoordelijken is een derde resultaat dat wordt beoogd. Om tegemoet te komen aan de noden omtrent beheer en inventarisatie van de wederopbouwarchieven wordt in de tweede fase (01/11/08-31/10/09) een vormingssessie georganiseerd voor alle archiefverantwoordelijken van de wederopbouwgemeenten. Het archievenoverzicht zal hierin o.a. als handleiding kunnen gebruikt worden. Daarnaast wil het project ook aan de erfgoedverantwoordelijken van de verschillende gemeenten, vrijwilligers, leerkrachten, stadsgidsen en andere initiatiefnemers die begaan zijn met het erfgoed van de wederopbouw in de Westhoek een vormingsessie geven zodat zij gemakkelijk toegang krijgen tot de resultaten van het onderzoek. Zo zullen zij het erfgoed kunnen ontsluiten in hun projecten. De samenwerking met CO7 biedt hiervoor de ideale ervaringsdeskundigheid.
  1. De resultaten van het project ‘Behoud, beheer en ontsluiting van de wederopbouwarchieven in de Westhoek’ worden geïmplementeerd in het omkaderende project naar de wederopbouw. Dit wordt gevisualiseerd in twee concrete resultaten.
    1. De resultaten van het project ‘Behoud, beheer en ontsluiting van de wederopbouwarchieven in de Westhoek’ zullen ingebracht worden in een publicatie binnen de reeks erfgoedgidsen van de provincie West-Vlaanderen over de wederopbouw. Deze publicatie vindt plaats in de tweede fase (01/10/08-30/09/09). De publicatie wordt niet betoelaagd door het project, maar de resultaten van het project worden hierin gevaloriseerd.
    2. Een studiedag over de wederopbouw moet het omkaderende project naar de wederopbouwarchitectuur afsluiten. Op deze dag worden de resultaten van onderliggend project naar ‘Behoud, beheer en ontsluiting van de wederopbouwarchieven in de Westhoek’ gekoppeld aan de resultaten van de ruimere studie over de stedenbouwkundige aanpak en het materiaalgebruik. Daardoor zal op deze studiedag het debat gevoerd kunnen worden over de historische en sociaal-culturele betekenis van de wederopbouwarchitectuur én de wijze waarop deze architectuur aan hedendaagse normen kan worden aangepast. Binnen beide aspecten is een goede de ontsluiting van de wederopbouwarchieven als erfgoed een basisvoorwaarde. De studiedag vindt plaats in de tweede fase (01/10/08-30/09/09).
  1. De studiedag vormt de start voor een sensibilisatiecampagne. Deze sensibilisatie stuurt aan op een verantwoorde ontsluiting van het erfgoed van de wederopbouw. Vooral de erfgoedcel en de gemeenten nemen hierin hun verantwoordelijkheid – aangestuurd en begeleid door de gebiedswerking van de provincie.
    1. De sensibilisatie van de lokale partners (archiefbeheerders van privaatrechtelijke architectuurarchieven, gemeentelijke archiefdiensten) vindt plaats doorheen het hele project, zowel de eerste als de tweede fase.
    2. Daarnaast wil het project specifiek inzetten op de sensibilisatie van erfgoedcellen, heemkundige kringen, stadsgidsen, leerkrachten, toeristische diensten en andere belangrijke actoren die de resultaten van het wederopbouwproject naar een brede achterban kunnen vertalen. Daardoor zullen zij gebruik kunnen maken van het erfgoed dat door het project ontsluitbaar wordt.
    3. Zo wordt het brede publiek door het project op twee wijzen bereikt: 1) rechtstreeks via de erfgoedgids en de studiedag, 2) indirect door de vorming van diverse actoren in het veld van erfgoed en educatie.

In het project is samenwerking tussen de verschillende partners een meerwaarde. Elke partner brengt zijn deskundigheid en ervaring in en neemt eigen specifieke verantwoordelijkheden op:

  • Het CVAa brengt kennis en expertise over architectuurarchieven in. Het CVAa heeft specifieke kennis in huis over de bijzondere bewaaromstandigheden die architectuurarchieven vereisen. Daarnaast brengt het CVAa ook deskundigheid in over de privaatrechtelijke archieven die niet in een erkende instelling zijn gedeponeerd. Voor de wederopbouw betreft het architectuurarchieven van architecten die zich nog bij de architecten of hun erfgenamen bevinden. Tot slot neemt het CVAa de verantwoordelijkheid op zich om de coördinatie tussen de verschillende partners te garanderen. De overheid heeft deze taak specifiek aan het CVAa gegeven met betrekking tot architectuurarchieven.
  • Het Provinciaal Archief West-Vlaanderen begeleidt het onderzoek inhoudelijk op vlak van inventarisatie, informeert en  begeleidt de lokale archiefverantwoordelijken en stelt hierover kennis en expertise ter beschikking.
  • Het Stadsarchief Diksmuide stelt ervaringsdeskundigheid over wederopbouwarchieven ter beschikking. Het Stadsarchief helpt ook bij de begeleiding van de lokale archiefdiensten aangezien de stadsarchivaris van Diksmuide dit netwerk goed kent via ondermeer het West-Vlaams Archievenplatform.
  • De gebiedsgerichte werking van de Provincie en de dienst cultuur begeleiden het ruimere wederopbouwproject waarvan voorliggend project wederopbouwarchief een onderdeel is. De gebiedsgerichte werking van de Provincie stelt ook huisvesting ter beschikking.
  • CO7 en de erfgoedcel bieden ondersteuning bij het bereiken van de lokale erfgoedverantwoordelijken zodat de resultaten van het project duurzaam kunnen worden geïmplementeerd in diverse projecten die het erfgoed ontsluiten naar een breed publiek.

De samenwerking heeft de potentie om van blijvende aard te zijn. Wanneer de expertise van de verschillende partners samen wordt ingebracht, worden verschillende doelstellingen gerealiseerd zoals het vertalen van deskundigheid over het architecturale verleden (CVAa) en over archieven als erfgoed (Provinciaal Archief West-Vlaanderen, CVAa en Stadsarchief Diskmuide) naar een breed publiek (CO7, Gebiedsgerichte werking van de Provincie en dienst cultuur). Bovendien neemt het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) als overkoepelende structuur van het CVAa een actieve rol op binnen het overkoepelende project naar de wederopbouwarchitectuur in de Westhoek. Via deze dubbele betrokkenheid van het VAi/CVAa bij het onderzoek naar de wederopbouwarchitectuur in de Westhoek, kan de samenwerking duurzaam worden uitgebouwd, zowel naar toekomstige projecten over het architecturale erfgoed in de Westhoek als naar projecten die de kwaliteit van de woonomgeving in de Westhoek beogen te verbeteren.

Projectresultaten
Partnerorganisaties
  • Provinciebestuur West-Vlaanderen, Gebiedsgerichte werking cultuur regio Westhoek
  • Provinciaal Archief West-Vlaanderen
  • Stadsarchief Diksmuide
  • Provinciebestuur West-Vlaanderen - Dienst Cultuur
  • CO7
Leden stuurgroep
  • Sofie De Caigny (coördinator CVAa)
  • Annelies Nevejans (archivaris CVAa)
  • Katrien Hindryckx (Gebiedsgerichte werker Cultuur Westhoek)
  • Johan Vannieuwenhuyse (archivaris Provinciale Archiefdienst)
  • Isabelle Verheire (archiefconsulente Provinciale Archiefdienst)
  • Chris Vandewalle (stadsarchivaris Diksmuide)
  • Jeroen Cornilly (adjunct-adviseur cultureel erfgoed, Provincie West-Vlaanderen)
  • Bart Wemaere (CO7)

Praktische info

Looptijd van
Organisatienaam
Centrum Vlaamse Architectuurarchieven
Contactpersoon
Sofie De Caigny
Adres
Jan Van Rijswijcklaan 155
Telefoon
03/2428970
Financieringsbron(nen)

Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Erfgoed: 39.000 €

Provincie West-Vlaanderen : 7.000 €

Documenten