Leestip: Portretten van bekende schilders uit de Lage Landen
Zopas werd het kunsthistorische standaardwerk Portretten van bekende schilders uit de Lage Landen van Dominicus Lampsonius uit 1572 opnieuw uitgegeven, in een vertaling van het Latijn naar het Nederlands.
In 1572 gaf Volcxken Dierickx, eigenares van de uitgeverij In de Vier Winden en weduwe van de bekende Antwerpse prentendrukker Hieronymus Cock de bundel Pictorum aliquot celebrium Germaniae Inferioris effigies uit. Daarmee leverde ze het eerste overzichtswerk met geëtste portretten van de (bekendste) ‘Vlaamse primitieven’. Die portretten werden telkens vergezeld van een korte poëtische toelichting in het Latijn door Dominicus Lampsonius (1532-1599). Deze Brugse humanist werkte destijds in Luik als secretaris van de prins-bisschop en adviseerde Giorgio Vasari toen die zijn schildersbiografie aanvulde met kunstenaarslevens uit het Noorden.
2020 Van Eyckjaar
Op het ogenblik dat de gebroeders Van Eyck hun meesterwerk het Lam Gods voltooiden, lag de Italiaanse renaissancemeester Mantegna nog in de wieg en was Botticelli niet eens geboren. In het spoor van de gebroeders Van Eyck volgde een groep schilders die we vandaag kennen als de ‘Vlaamse primitieven’. Maar die benaming is enigszins misleidend, want ze kwamen van overal: Rogier van der Weyden uit Doornik, Dirk Bouts uit Haarlem, Jheronymus Bosch uit ’s-Hertogenbosch, Joachim Patinier uit Dinant. Hun naam en faam waren al in de ‘gouden’ eeuw aanzienlijk.
Bijna 450 jaar later verschijnt dit baanbrekende werk voor het eerst volledig in het Nederlands en het Latijn. Voor de vertaling in verzen tekende Paul Claes, voor het deskundige, heel kernachtige commentaar Leen Huet.
Huet kan met een paar rake zinnen een overtuigend beeld oproepen. Zo schrijft ze over Jan van Eyck: “Het licht schittert in de schilderijen van Jan van Eyck. Personages werpen schaduw af in de ruimte. In het Lam Gods (1432) doen zelfs de omlijstingen van de panelen dat. Dat was nieuw; in de middeleeuwse schilderijen hebben personen geen schaduwen, en glans gaven de oudere schilders weer met bladgoud. Van de schilderkunst uit de klassieke oudheid kende men alleen beschrijvingen. Zelfs de beroemde schilder uit die periode, Apelles (vierde eeuw voor Christus), kon vermoedelijk geen schittering weergeven.”
Dit is de eerste paragraaf over Jheronimusch Bosch: “Jheronimus Bosch, alias Jheronimus van Aken, schilderde waarschuwingen voor de mensheid, die zich afkeerde van God en gebod. Laatste oordelen, lijdende en boetende heiligen en uitgewerkte allegorieën nodigen de toeschouwer uit tot morele inkeer. Bosch’ drieluiken De verzoeking van de H. Antonius, De tuin der lusten en De hooiwagen tonen duistere helletaferelen vol vuur en smog, krioelend van demonen die vernuftige folteringen bedenken, aangepast aan de zonden van hun slachtoffers. De boodschap is duidelijk: probeer koste wat het kost te vermijden dat je daar terechtkomt. Leef matig en rechtschapen.”
Ons oordeel? Een fraai uitgegeven, historisch belangrijk kleinood. Dankzij de nieuwe vertaling en de beknopte commentaar een plezier om te lezen.
Kunsthistorica en schrijfster Leen Huet is de auteur van onder meer de biografie van Nicolaas Rockox en Pieter Bruegel. Classicus en vertaler Paul Claes is de auteur van een veelzijdig en meermaals bekroond oeuvre. De prenten zijn afkomstig uit de collectie van de KBR. Portretten van bekende schilders uit de Lage Landen is uitgegeven bij Polis.
Op 13 februari was Leen Huet te gast bij Nicky Aerts in het Klara-programma Pompidou. Dat interessante gesprek kunt u via deze link herbeluisteren.
Afbeelding: detail van het Lam Gods, Sint-Baafskathedraal Gent © www.lukasweb.be – Art in Flanders vzw, Dominique Provost