Digitale participatie in de museumpraktijk
Wat bedoelen we met ‘digitale participatie’ en hoe brengen we het in de praktijk? Allemaal vragen die we behandelen in de Collegagroep Digitale Participatie. Op 11 januari 2018 was de eerste bijeenkomst.
‘Digitale participatie’ is in Vlaanderen een vrij nieuw begrip. In de gelijknamige collegagroep onderzoeken we aan de hand van presentaties en de uitwisseling van expertise en ervaringen, wat het in de museumpraktijk zou kunnen betekenen.
Wat meteen duidelijk wordt, is dat digitale participatie zo goed als iedereen in het museum aanbelangt. Het digitale snijdt dwars door alle afdelingen van het museum heen en is van tel voor zowel de onthaalmedewerker, de publieksbemiddelaar, de collectieverantwoordelijke als de directeur.
Belgische Vluchtelingen 1914-1918 in UK
De spits van de bijeenkomst werd afgebeten door het project Belgische Vluchtelingen 1914-1918 in UK, een mooi voorbeeld van digitale participatie. Martine Vermandere kwam ons vertellen hoe Amsab het project aanpakte.
Om getuigenissen en documenten ter verzamelen, organiseerde Amsab, in samenwerking met o.a. het Red Star Line Museum Antwerpen, een crowdsourcingdag. Dit mondde uit in een virtuele tentoonstelling. Virtueel, omdat digitaal werken inherent is aan de werking van het Amsab, dat bijvoorbeeld ook sterk inzet op sociale media. Een virtuele tentoonstelling was bovendien het meest interessant, omdat op die manier ook de Engelse partners en het Engelse publiek konden worden bereikt. En tot slot zou een fysieke tentoonstelling te duur uitvallen.
De expo werd samen met Pièce Montée gemaakt. Omdat de achterliggende applicatie die voor de tentoonstelling werd ontwikkeld duurzaam en herbruikbaar moest zijn werd, in overleg met PACKED vzw, aan de ontwikkelaars gevraagd om de code te publiceren onder een open licentie. Het is de bedoeling dat deze code zowel voor Amsab als voor andere cultureel-erfgoedorganisaties kan worden gebruikt bij de creatie van online tentoonstellingen.
Digitale ontwikkelingen voor musea
Bram Wiercx van FARO presenteerde vervolgens de nieuwste ontwikkelingen op digitaal vlak voor musea. Hij had het over immersieve storytelling, apps, het belang van eenvoud in design, augmented reality, virtual reality en het gebruik van mixed realities, 360° view, Google Street View, open domein toepassingen, het meten en analyseren van digitale media, de mogelijkheden van het internet van de dingen en chatbots. Zijn presentatie vindt u hier:
Bram benadrukte dat het verre van zijn bedoeling was om de deelnemers af te schrikken bij het zien van al deze trends. Voor hem gaat het er vooral om dat de museummedewerkers nadenken over 1) wie het publiek is van het museum en 2) over wat het doel is van de digitale participatie en strategie. Het komt er uiteindelijk op neer dat een museum de digitale informatie die in databanken zit opgeborgen, via toepassingen naar een publiek kan vertalen. Het is dus geen verhaal van uitsluitend publieksmedewerkers of uitsluitend databeheerders: de kern van de digitale strategie is dat men elkaar vindt, en het is dus een kwestie van er ‘samen voor te gaan’.
Musea en wiki-toepassingen
Tijdens het tweede deel van de bijeenkomst gingen we uitgebreid in op het gebruik van wiki-toepassingen in het museum. Rony Vissers van PACKED vzw zette uiteen waarom het interessant en relevant is voor deelnemers om zich te verdiepen in de wereld van de Wikimedia-platformen. Content bijdragen aan die platformen is een concrete vorm van ‘digitale participatie’ waarbij bovendien zowel input van als samenwerking tussen publieks- en collectiemedewerkers wenselijk is.
Het gebruik van Wikimedia-platformen kan bijdragen aan:
- het verhogen van de vindbaarheid en zichtbaarheid van informatie over de cultureel-erfgoedinstelling en haar collectie op het world wide web;
- het herbruikbaar maken van die informatie, ook voor derden;
- het efficiënter maken van interne digitale processen in de cultureel-erfgoedorganisatie;
- het betrekken van erfgoedgemeenschappen bij de werking van de cultureel-erfgoedinstelling.
Rony bracht de deelnemers de beginselen bij van Wikipedia, en legde het verschil uit met Wikidata en Wikicommons. In het uitgebreide verslag van deze collegagroep, dat we als bijlage toevoegen, kan u alle details nalezen. Hij illustreerde zijn verhaal met tal van voorbeelden. De bottomline is dat een investering in een Wikipedia-pagina bijvoorbeeld een groot rendement oplevert in termen van zichtbaarheid.
Wiki Loves Art: fotowedstrijd in 2016
Tijdens deze eerste bijeenkomst was er ook aandacht voor de fotowedstrijd Wiki Loves Art die in 2016 werd georganiseerd. Twaalf cultureel-erfgoedorganisaties stelden toen hun deuren open. Vrijwilligers kregen een blik achter de schermen en kregen de gelegenheid om werken te fotograferen en in Wikimedia Commons te plaatsen. Er werden door vrijwilligers bijna 3.000 foto’s opgeladen. Het overzicht vindt u hier.
Intussen heeft PACKED vzw een zeer groot aantal foto’s gekoppeld aan Wikidata-records. Dit zou het hergebruik van de foto’s in Wikipedia-artikels moeten vergemakkelijken. Niet alle foto’s zijn van eenzelfde goede kwaliteit, maar soms is het zelfs beter een minder goede foto te hebben dan geen foto. Dat een groot deel van de opgeladen foto's van een bruikbare kwaliteit zijn, bewijzen ook de winnende foto’s.
Bart Ooghe van MSK Gent getuigde over de deelname van het museum aan Wiki Loves Art in 2016. Amateurfotografen kregen de kans om foto’s te maken en die nadien in te voeren in Wikimedia Commons. Het MSK was via de Vlaamse Kunstcollectie al vertrouwd met het open data-verhaal. Via Wiki Loves Art kon het museum het maken en hergebruiken van digitale fotografische beelden stimuleren.
In het MSK was het erg belangrijk om de mensen die op zaal staan goed te briefen. De suppoosten zijn het niet gewoon dat er veel wordt gefotografeerd in de zalen. Normaal gezien mogen er ook geen statieven worden gebruikt. Op anderhalve maand leidde deze actie toch tot het fotograferen van 150 objecten in MSK. De beste foto’s kwamen in aanmerking voor een Wiki Loves Art prijs die werd uitgereikt in Brussel door de initiatiefnemers van de wedstrijd.
De Collegagroep Digitale Participatie wil in 2018 opnieuw een gelijkaardige wedstrijd organiseren in het kader van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed. Dit punt staat alvast op het programma van de volgende bijeenkomst.
deSingel maakt systematisch gebruik van informatie uit Wikipedia
We hadden ook zakelijk directeur Pierre van Diest van deSingel uitgenodigd om uit te leggen hoe het kunstencentrum succesvol gebruikmaakt van Wikipedia. deSingel verzamelt al meer dan 20 jaar systematisch data i.v.m. de activiteiten die in het kunstencentrum plaatsvinden. Centraal daarin staan ‘producties’ (muziek, theater, expo). Elke productie bestaat uit activiteiten waar werken, scheppende kunstenaars (o.a. componisten, auteurs, choreografen) en uitvoerende kunstenaars (o.a. acteurs, muzikanten, dansers) aan worden verbonden.
Bij die data horen ook biografieën. Per productie wordt er een boekje gemaakt waarin o.a. biografieën van de makers/vertolkers worden opgenomen. In het verzamelen en creëren van die data kruipt zeer veel werk. Het moet bovendien in drie talen gebeuren en op de website worden gezet. Bovendien verouderen de data snel omdat levende kunstenaars actief blijven, en ook het actualiseren van de data vereist veel tijd. Vandaar dat deSingel biografische informatie voor haar website uit Wikipedia haalt.
Opvallend is dat elke productiemedewerker steeds informatie aanvult. Bij elke productie hoort gewoon een digitaal luik en wordt de informatie aangevuld. Belangrijk daarbij is dat deze manier van ‘digitaal handelen’ van op directieniveau wordt aangestuurd. De werkwijze is dus ook inherent aan deSingel en is in de organisatie op verschillende niveaus doorgedrongen.
STRALO
Tot slot getuigde Bram Biesbrouck nog over STRALO. Bram werkt voor Republic of Reinvention, een Gents bedrijf dat vooral bezig is met video-related software en kleinschalige videoproducties. Het bedrijf heeft STRALO ontwikkeld, een kennissysteem dat gebruikmaakt van Linked Data. Het is een gratis opensourcesysteem. De code is gepubliceerd op Github.
Iedereen kan zelf met de code aan de slag, alhoewel hiervoor vanzelfsprekend de nodige technische kennis is vereist. Het systeem bestaat uit verschillende modules, die makkelijk kunnen worden aangepast of vervangen zonder dat dat een bedreiging vormt voor het ganse systeem. Het gebruik van Linked Data is een belangrijke eigenschap van STRALO. Met behulp van Linked Data kunnen cultureel-erfgoedinstellingen profiteren van het werk van derden.
Bram gaf het voorbeeld van de herkenning van filmbeelden. Vandaag zijn applicaties courant die datgene wat er in foto’s wordt afgebeeld, automatisch herkennen. Als er een beeld van bv. de actrice Judi Dench wordt getoond, dan wordt zij door software op dat beeld herkend en worden er automatisch tags aan dat beeld gekoppeld (bv. een identifier voor Judi Dench). Dat verhoogt de vindbaarheid van zo’n beeld. Die identifier voor Judi Dench kan met behulp van Linked (Open) Data worden gekoppeld aan data die verband houdt met Judi Dench, bv. aan het Wikidata-record van Judi Dench. Dat record bevat op zich reeds heel wat informatie, maar is op zijn beurt weer gekoppeld aan records in andere databanken die op hun beurt ook informatie over Judi Dench bevatten.
Kom naar de volgende bijeenkomst van de Collegagroep Digitale Participatie!
Op 29 maart 2018 organiseren we de volgende bijeenkomst van deze collegagroep. We bekijken hoe de musea kunnen deelnemen aan een concrete digitale participatie-actie: de Wiki-fotowedstrijd die in het kader van het Europees Jaar voor het Cultureel Erfgoed wordt georganiseerd.
Vervolgens staan we stil bij enkele nieuwe digitale ontwikkelingen voor musea met bijzondere aandacht voor digitale participatie. En zullen de Plantentuin van Meise en Museomix i.s.m. het MAS ook hun cases toelichten. Gastmuseum M te Leuven zal ter afsluiting vertellen over de digitale tools die ze in hun nieuwe museumopstelling gebruiken. Tijdens de market of ideas is er tijd en ruimte om ideeën en vragen te delen.
Wil u erbij zijn? Graag even registeren via de FARO-kalender.