Goede praktijken omtrent naziroofkunst

'Bloemen', van Lovis Corinth. © KMSKB, foto: Odile Keromnes

In maart 2024 was het zover. De publicatie Best Practices voor de Washington Principles on Nazi-Confiscated Art werd voorgesteld aan een internationaal publiek. De goede praktijken zijn het resultaat van internationale samenwerking bij het zetten van stappen om de teruggave van kunst, boeken en andere culturele objecten uit de naziperiode mogelijk te maken, in overeenstemming met de Washington Principles uit 1998.

Wat zijn de Best Practices?

De Best Practices werden voorbereid door een netwerk van speciale gezanten en vertegenwoordigers voor Holocaustkwesties uit veertien landen en werden aangekondigd tijdens het 25-jarig jubileum van de Washington Principles on Nazi-Confiscated Art: Best Practices and the Way Forward. De praktijken werden door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gepubliceerd. Ze vertegenwoordigen een uitgebreide interpretatie van de zogenaamde Washington Principles uit 1998. 

In vooraf opgenomen toespraken die werden uitgezonden tijdens het evenement, benadrukte Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken dat miljoenen kunstwerken en cultureel erfgoed die door de nazi's zijn gestolen nog steeds niet zijn teruggegeven aan hun eigenaren, die vaak juridische en financiële obstakels tegenkomen bij het terugvorderen van hun eigendom. De Best Practices versterken de restitutie-inspanningen door nauwkeuriger te definiëren wat als door de nazi's geroofde kunst wordt beschouwd en door een antwoord te bieden op processen die huidige bezitters bevoordelen ten opzichte van rechtmatige eigenaren.

De Best Practices zijn eerder moreel belangrijke elementen die de toepassing van de Washington Principles duiden. Ze werden opgesteld in het besef dat er verschillende rechtssystemen zijn en dat staten handelen binnen de context van hun eigen wetten. 

 

Foto: 'Bloemen', van Lovis Corinth. © KMSKB, foto: Odile Keromnes. In 2021 gaf het KMSKB het werk 'Bloemen' van Lovis Corinth terug aan de Joodse erfgenamen.

Katrijn Dhamers