Culturele diversiteit in een code?

In Nederland is in opdracht van voormalig minister van OCW Ronald Plasterk, de 'Code Culturele Diversiteit' in ontwikkeling. Met ‘culturele diversiteit’ bedoelt men vooral niet-westerse allochtonen. De Code Culturele Diversiteit beoogt een (gedrags)code te zijn voor het monitoren van de ambities en de resultaten op het gebied van culturele diversiteit. De code zal doelstellingen bevatten op het gebied van culturele diversiteit in programmering, publieksbereik, samenwerkingsverbanden en personeels- en bestuursbeleid. De ontwikkeling gebeurt in samenspraak met de diverse disciplines binnen de culturele sector. Een stuurgroep Code Culturele Diversiteit moet de ontwikkeling in goede banen leiden. Door het inzetten van onder meer breed samengestelde groepen, consultatiegesprekken met invloedrijke spelers en dialogen en debatten in vijf steden, hoopt de stuurgroep te komen tot een gevoel van noodzaak en gedragsbeïnvloeding bij de relevante spelers in de cultuursector en daarmee tot een betere verankering van de Code Culturele Diversiteit binnen de cultuursector. De code zou in de eerste plaats geïmplementeerd moeten kunnen worden in de rijksgesubsidieerde instellingen en op de tweede plaats in instellingen die door de gemeenten worden gefinancieerd. Naar verwachting zou de code in september 2010 klaar zijn waarop een plan zal volgen om de code toe te passen en te monitoren.

En wat in Vlaanderen?
De ontwikkeling van de code in Nederland roept spontaan associaties op met het Actieplan Interculturaliseren uit 2006. In dit Actieplan werden enkele maatregelen opgesomd door voormalig minister van Cultuur, Jeugd en Sport Bert Anciaux, om tot meer interculturaliteit in deze sectoren te komen. Van instellingen die dicht bij de Vlaamse overheid stonden werden bijvoorbeeld harde cijfers verwacht. Van organisaties die Vlaamse subsidies ontvingen, werd verwacht dat ze op zijn minst de denkoefening maakten wat interculturaliteit in hun praktijk kon betekenen. Concreet betekende dit meestal dat organisaties die reeds overtuigd bleken van de meerwaarde verder de kaart van interculturaliteit trokken, en dat andere organisaties meer afwachtend waren. Toch probeerden ook organisaties dit terrein te verkennen. Binnen enkele weken zal wellicht een evaluatierapport over de effecten van dit Actieplan ter beschikking worden gesteld door de Vlaamse overheid.

Recent refereerde ook Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege, aan een gelijkaardige mogelijke engagementsverklaring. Aanleiding was het Cultuurforum waarbij als één van de mogelijke suggesties in de werkgroep Diversiteit en Participatie een engagementsverklaring voor culturele diversiteit werd toegelicht. Doel van zulke verklaring zou kunnen zijn om het onderwerp onder de aandacht te brengen van de culturele sector, het zichtbaar maken van resultaten, het verankeren van culturele diversiteit en het bevorderen van zelfsturing.

Een opvallend verschil met Nederland is evenwel dat in de werkgroep in Vlaanderen diversiteit vanuit zijn brede geledingen werd meegenomen. Dit sluit onder andere aan bij de poging van diverse erfgoedorganisaties om lokale betrokkenheid te genereren. Zo zijn er verschillende bewegingen mogelijk: in de eerste plaats om de lokale bevolking inclusief bij de diverse acties te betrekken en in de tweede plaats om toch doelgroepgericht te werken waar dit relevant is.

Toch blijft zowel in Nederland als in Vlaanderen de vraag: hoe ver moet men hierin kunnen gaan? Of anders gezegd, hoe vrijblijvend mag een code zijn en hoe beweeg je organisaties ertoe om voluit te gaan voor diversiteit en participatie? Organisaties zijn immers niet noodzakelijk tegen aandacht voor diversiteit maar in de praktijk krijgt dit doorgaans geen of minder prioriteit ten voordele van andere verplichte werkzaamheden. Rick van der Ploeg, staatssecretaris voor cultuur en media in Nederland (1998-2002) argumenteerde daarom ook dat een code in geen geval vrijblijvend mag zijn: "Participatie suggereert dat het alleen gaat om het binnenhalen van een divers publiek terwijl het er juist ook om gaat dat je de diversiteit van verschillende culturen voor het voetlicht brengt en je investeert in mensen."

Katrijn Dhamers