Een Cultuurplan voor Limburg
Het Cultuurplan Limburg is voorgesteld door minister van Cultuur Sven Gatz en Limburgs gedeputeerde voor Cultuur Igor Philtjens. Het plan wil Limburg cultureel beter laten aansluiten op de rest van Vlaanderen. Dat is des te meer nodig omdat per 1 januari 2018 de provincie Limburg – zoals overigens alle provincies – haar bevoegdheden inzake cultuur en bijhorende financiering verliest. Het Cultuurplan Limburg slaat slechts op de jaren 2018 en 2019. Omdat het in 2019 verkiezingen zijn. Daarna is het aan de Limburgse politici om bij de vorming van de nieuwe Vlaamse regering te beoordelen welk belang ze hechten aan cultuur in Limburg. De bouwstenen daarvoor kunnen ze terugvinden in het Cultuurplan Limburg. Het gaat om zeven bouwstenen.
1. Meer middelen
Het is nodig dat het Limburgse aandeel in de Vlaamse subsidiestromen wordt vergroot, aldus minister Gatz en gedeputeerde Philtjens. Dit impliceert meer en betere Limburgse dossiers. Om dit in de hand te werken komt er een 'Aanjager'. Hij moet met de twee voeten in het cultuurveld staan en de Limburgse kunstenorganisaties, kunstenaars en elke organisatie die een cultureel initiatief neemt wijzen op de vele subsidiemogelijkheden.
2. Samenwerking
Samenwerking is in alle sectoren een sleutelwoord om te komen tot succes.Om dit in de hand te werken, zullen er per discipline 'Trekkers' naar voren worden geschoven. Zij zouden binnen hun discipline andere actoren moeten inspireren en ondersteunen op inhoudelijk, zakelijk en logistiek vlak. De 'Trekkers' krijgen een belangrijke rol binnen de netwerking. De netwerking zelf zal worden gecoördineerd en aangestuurd door de 'Aanjager'.
3. Brede cultuurparticipatie
De cultuurcentra kunnen een coöperatief model opzetten met aandacht voor spreiding, promotie en afstemming van de programmatie. Van de Limburgse cultuurcentra wordt ook verwacht dat ze de Limburgse kunstenorganisaties en kunstenaars ondersteunen in hun creatief proces en hen een presentatieplek geven. Ook hiervoor moeten er 'Trekkers' opstaan.
4. Erfgoed uitspelen
Bokrijk is het grootste openluchtmuseum van het land en het Gallo-Romeins Museum in Tongeren is een van de belangrijkste archeologische musea in Europa. Het Gallo-Romeins Museum zou volgens het Cultuurplan nog meer moeten inzetten op Euregionale samenwerking en grootschalige internationale projecten. En het Openluchtmuseum Bokrijk zou binnen het Erfgoeddecreet een dienstverlenende rol op landelijk niveau moeten opnemen om te komen tot een verankering van ambachten en vakmanschap.
Er zal ook een nieuw toekomstplan voor Alden Biesen worden uitgetekend. Hierbij wordt uitdrukkelijk gedacht aan een sterke culturele werking op het vlak van actieve muziekeducatie en -participatie. Hiervoor zal er worden samengewerkt met Musica.
Tot slot moet het mogelijk zijn om het unieke mijnerfgoed zowel cultureel als toeristisch sterker uit te spelen. De Erfgoedcel Mijn-Erfgoed en het mijnmuseum be-MINE krijgen, in samenwerking met het toeristisch hefboomproject, een belangrijke rol. Het opnieuw aan te leggen Kolenspoor dat de verschillende mijnsites met elkaar zal verbinden, kan dit alleen maar versterken.
5. Z33 als Vlaamse Kunstinstelling
Het blijft de ambitie om Z33 op termijn uit te bouwen tot een erkende Vlaamse Kunstinstelling met internationale uitstraling die inzet op experiment, ontwikkeling en innovatie binnen de cluster vormgeving, beeldende kunsten en architectuur.
6. Kunst in de open ruimte
'Kunst in de open ruimte', een initiatief van Z33 en de provincie Limburg dat zich situeert op het snijvlak tussen kunst, architectuur en landschap, is uniek in zijn soort. Het zal worden voortgezet.
7. Euregionale samenwerking
Een toekomstgericht cultuurbeleid is internationaal. Euregionale samenwerking binnen de Euregio Maas-Rijn is een eerste opstap. Tongeren kan hierin een sleutelrol spelen. Z33, Dommelhof, Muziekodroom, Bokrijk en het Gallo-Romeins Museum moeten hierin de leiding nemen. Zij zullen hiervoor de steun krijgen van een nog aan te duiden coördinator. Z33, Dommelhof, Muziekodroom, Bokrijk en het Gallo-Romeins Museum zouden trouwens elk de ambitie moeten hebben om hét Vlaamse expertisecentrum in hun discipline te zijn.
Bron: persbericht van Sven Gatz en Igor Philtjens