Turing Foundation, een toonbeeld van mecenaat

De dans van Henri Matisse dankzij de Turing Foundation in Nederland
Cultureel ondernemerschap is al vijftien jaar een rode draad in het Nederlandse cultuurbeleid. Het was toenmalig staatssecretaris van Cultuur Rick van der Ploeg, die er als eerste een speerpunt van maakte. In de loop der jaren is het dat gebleven, ondanks de wissel van staatssecretarissen. Een mentaliteitswijziging bij de culturele instellingen was nodig, maar vrij snel werd begrepen dat dit niet zou gebeuren zonder de hulp van de overheid.
 
Er was een concrete vertaalslag nodig naar beleidsinstrumenten en incentives. De ontwikkeling van een Programma Cultureel Ondernemerschap was zo een instrument. Ook is er de Geefwet die giften door particulieren fiscaal aantrekkelijker maakt. De campagne Daar geef je om werd in het kader van de Geefwet opgezet. In de denkoefeningen van de laatste jaren ging het vaak over de vraag hoe het mecenaat een impuls kon krijgen, de idee indachtig dat de historische kern van het merendeel van de Nederlandse musea ooit dankzij private verzamelaars tot stand kwam.
 
Als het regent in Nederland, druppelt het in Vlaanderen. Nederland was – ook inzake cultuurbeleid – lang een voorbeeldland voor ons, en is dat soms nog. Zo is ook de aandacht voor het cultureel ondernemerschap de laatste jaren overgewaaid. Op beleidsvlak zien we dit vertaald in aandacht voor cultuurindustrie en organisaties zoals Cultuurinvest, Flanders Investment and Trade en Flanders dc. Een stimuleringsbeleid voor individuele culturele instellingen wordt vooralsnog niet gevoerd. 
 
En ook bij ons is er toenemende aandacht voor mecenaat en het particulier initiatief. Dat gaat van een succesvol crowdfundinginitiatief zoals Boekensteun tot het intensief betrekken van private verzamelaars zoals bijvoorbeeld gebeurt in het Oostendse Mu.ZEE. Tijdens Tournée muséale jongstleden boog een werkgroep zich over de mogelijke oprichting van een vereniging in Vlaanderen waarbij particulieren financiële bijdragen leveren om kunstwerken voor musea aan te kopen. Dit naar analogie met de Vereniging Rembrandt in Nederland, die als sinds 1822 bestaat. Het boeiende is dat dergelijke vereniging drijft op een idee van burgerzin en de maatschappelijke overtuiging dat er collectief zorg moet gedragen worden voor museale collecties. In het najaar zal deze denkoefening worden voortgezet en zal worden onderzocht of de oprichting van een dergelijke organisatie ook in Vlaanderen mogelijk is. 
 
Een ander zeer inspirerend initiatief voor de Vlaamse erfgoedsector is de Nederlandse Turing Foundation. Deze stichting werd in 2006 opgericht door Pieter Geelen, een van de oprichters van het navigatiebedrijf Tom Tom NV die er 100 miljoen euro aan schonk. Het doel van de stichting is om “kinderen en jongeren onderwijs te laten volgen, de natuur te beschermen, mensen in Nederland te laten genieten van kunst en om lepra te bestrijden en de slachtoffers daarvan te helpen.” Intussen is het lijstje investeringen van de stichting in kunstprojecten indrukwekkend. Prestigieuze tentoonstellingen worden ermee gefinancierd, de Turingmuseumpleinbus rijdt schoolkinderen gratis naar het Rijksmuseum, het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum, en om de twee jaar is er de Turing Toekenning waarbij een tentoonstelling een donatie van 450.000 euro krijgt.
 
In 2013 kreeg het Museum Boijmans van Beuningen de toekenning om de tentoonstelling'Brancusi, Rosso & Man Ray'  te realiseren. In 2010 werd het schilderij De Dans (1909-1910) van Henri Matisse (hierbij afgebeeld), opgenomen in de tentoonstelling 'Matisse tot Malevich. Pioniers van de moderne kunst uit de Hermitage' in de Hermitage van Amsterdam. Het werk reisde nooit eerder naar Nederland, maar dat werd dus mogelijk gemaakt dankzij de Turing Foundation.  
 
Nederland is dan misschien niet meer het voorbeeldland voor cultuur- en erfgoedbeleid zoals het ooit was, maar op het vlak van mecenaat  kan Vlaanderen er nog steeds heel wat van leren. 
Olga Van Oost