Erfgoedcel TERF aan de slag met participatieposter

erfgoedcel TERF

Sinds enkele maanden nodigt FARO's Expeditie Participatie u uit om mee na te denken over participatie. Bedoeling van dit traject is om input en feedback te verzamelen van erfgoedorganisaties in Vlaanderen en Brussel. Die input dient als basis voor het Groot Onderhoud op 9 november, waar we het thema participatie samen met u kritisch tegen het licht houden.

Onder meer Erfgoedcel TERF en de andere deelwerkingen van projectvereniging BIE gingen aan de slag met de participatieposter. Ze delen de resultaten maar wat graag met hun erfgoedcollega’s.

Waar ligt de grens tussen vrijwilligerswerk en participatie? Wat is de meerwaarde voor participanten? Wat als partners niet openstaan voor participatie? Is participatie doel of middel? Over deze vragen wisselden de collega’s van Erfgoedcel TERF (PV BIE) meningen uit via de methode van het World Café. In groepjes van twee werden de vragen geselecteerd en via kernzinnen en trefwoorden op post-its van commentaar voorzien. Na tien minuten schoven de deelnemers door om de feedback van het vorige groepje aan te vullen. Na tweemaal doorschuiven werden de resultaten plenair besproken. Wat wilden de collega’s zeker onthouden? Een overzicht.

Vraag 7: Waar ligt de grens tussen vrijwilligerswerk en participatie?

Affiche Expeditie Participatie

Deze grens hangt af van de graad van betrokkenheid. Tussen het spanningsveld van enerzijds de louter uitvoerende kant en anderzijds de mee producerende / beslissingnemende kant, ligt die ongeveer in het midden waar gezamenlijke passie herkend en gedeeld wordt en waar een groter engagement mogelijk wordt opgenomen.

Hiermee wordt bedoeld het opnemen van (meer) verantwoordelijkheid en het verkrijgen van (meer) inspraak over de richting en het te bereiken doel van een project. In hoeverre je dit toelaat en tot welke graad van invloed je dit laat doorsijpelen naar je team of project, zal dan bepalen of de vrijwilliger wel degelijk evolueert naar een participant. Veel hangt dus af van hoe je als projectleider met je vrijwilligers omgaat: beschik je over een grote luisterbereidheid, geef je hen genoeg en correcte feedback, betrek je hen genoeg?

Tussen het steeds vertrekken van de eigen vaste werking (met eenrichtingsverkeer naar de vrijwilliger als gevolg) en het gezamenlijk of gedeelde product als resultaat ligt die te overschrijden grens voor elke vrijwilliger anders, m.a.w. de ene vrijwilliger zal die grens vlugger overschrijden dan de andere of zal die klik sneller maken.

Vraag 8: Wat is de meerwaarde voor participanten?

Door vrijwilligers meer inspraak te geven voelen ze zich automatisch meer betrokken, iets wat ook andersom werkt. Die betrokkenheid vertaalt zich in iets wat ze kunnen doen wat anders niet mogelijk is of voor het publiek verborgen is: een eigen invulling geven, het backstage effect. Om een hogere mate van betrokkenheid te verkrijgen is het noodzakelijk om steeds te communiceren over het bredere plaatje, en hen te laten aanvoelen en duidelijk te maken dat ze een deel zijn van een groter project.

Een mooi voorbeeld hiervan is de benaming van de teamleden van ‘Koers’, het vernieuwde wielermuseum te Roeselare. De functie van elk teamlid verwijst naar een functie binnen het wielerpeloton: zo is er een kopman, knecht, bevoorrading, mecanicien, coach …

Dé ultieme vorm van betrokkenheid bij een vrijwilliger is bereikt wanneer die zich volledig identificeert met het project of de werking, en spontaan een volwaardige ambassadeursrol opneemt.

Vraag 18: Wat als partners NIET openstaan voor participatie?

Als partners niet overtuigd kunnen worden van de meerwaarde van participatie (of de persoonlijke win-winsituatie voor hen ervan) en/of het niet duidelijk is waarom ze er niet voor openstaan na het bespreken van mogelijke struikelblokken (extra werklast? koudwatervrees? slechte ervaringen? ...), dan zijn er twee mogelijke remedies die elkaar kunnen versterken:

  1. Hen stapsgewijs begeleiden/coachen naar meer samenwerking om zo een zekere vorm van participatie te verkrijgen – het samen DOEN.
  2. Hen goede praktijkvoorbeelden van andere regio’s/organisaties voorleggen – good practices TONEN.

Vraag 19: Is participatie doel of middel?

Dit hangt een beetje van de reden of motivering zelf af:

  • Is het een doel op zich om te participeren zodat je betere subsidies kan verkrijgen? Dan gebruik je participatie instrumenteel.
  • Is participatie een middel om zo een betere werking op te zetten? Dat is een ander uitgangspunt maar nog steeds instrumenteel.

Deze vraag wordt irrelevant als je participatie niet ziet als een occasioneel of opportuun doel of middel maar als een wezenlijk onderdeel van het DNA van je werking. Dit is dan ook het ideale scenario of de juiste reflex!

Kom naar het Participatiecafé in Genk op 11 september

Wilt u ook graag uw mening kwijt over een van de participatievragen? Hebt u ook ervaringen te delen? Bent u benieuwd naar de voorbeelden van anderen? Zoals naar het verhaal van burgemeester Raf Drieskens (Neerpelt) over ‘Een hart voor Neerpelt’?

Kom dan naar het laatste Participatiecafé op 11 september in Genk, onze laatste etappe op weg naar het Groot Onderhoud. Kom dus zeker naar Genk zodat we ook uw ervaringen kunnen meenemen naar het Groot Onderhoud. Schrijf u nu al in en ga een zorgeloze zomer tegemoet.

Groot Onderhoud op 9 november

Na de zomer zien we elkaar terug in Genk, of alleszins op het Groot Onderhoud van 9 november. Het belooft een boeiende ontmoeting te worden.

Katrijn Dhamers