Een digitale basisinfrastructuur voor de duurzame omgang met digitale collecties

Pijl. Foto: Umberto via Unsplash

Om de digitale transformatie in de cultureel-erfgoedsector te realiseren, neemt de Vlaamse overheid een regierol op en werkt ze aan een strategisch beleid over de grenzen van deelsectoren en specifieke doelgroepen heen. In een eerste stap voerden Digitaal Vlaanderen en het Departement Cultuur, Jeugd en Media een businesscase uit. Dat eindrapport is nu af. Het reikt naast oplossingen ook randvoorwaarden aan die nodig zijn om stappen vooruit te zetten.

Achtergrond

In zijn Strategische visienota cultureel erfgoed (2021) gaf minister-president Jan Jambon aan dat hij de digitale transformatie van de cultureel-erfgoedsector vanuit een netwerkmodel wil versterken.

Het is de bedoeling om een gedeelde dienstverlening voor individuele organisaties te ondersteunen, en zo te zorgen voor schaalvoordelen. Het gebruik van uitwisselingsstandaarden in functie van een datagedreven beleid staat daarbij nadrukkelijk voorop.

Businesscase

Het cultureel-erfgoedlandschap is op het vlak van zijn digitale werking gefragmenteerd en bestaat uit vele actoren. Daarom wil deze businesscase initiatieven identificeren die de samenwerking via een netwerkmodel faciliteren. Die initiatieven leggen dan samen de fundamenten van een basisinfrastructuur die ervoor moet zorgen dat digitale content van en over cultureel erfgoed zodanig wordt aangemaakt, beheerd en bewaard dat ze leidt tot een vlot en duurzaam hergebruik. Via een cocreatief traject namen ruim 100 organisaties uit de cultureel-erfgoedsector deel aan interviews, workshops en een focusdag en formuleerden ze mogelijke oplossingen.

Hoe ziet die ‘basisinfrastructuur’ eruit?

Het rapport introduceert het concept ‘basisinfrastructuur’ als een geheel van gedeelde bouwstenen die herbruikbaar zijn en interoperabiliteit nastreven. Daarom ligt de focus op open (sector)bouwstenen die bedoeld zijn om schaalbare oplossingen aan te bieden ter ondersteuning van de bredere sector. Diverse organisaties kunnen de bouwstenen vormgeven en gebruiken. De term ‘basisinfrastructuur’ betreft echter niet alleen de technologie en de architectuur die nodig zijn om de processen te ondersteunen, maar bevat ook een organisatorische, financiële, juridische en inhoudelijke component. Om de basisinfrastructuur vorm te geven en duurzaam in de lucht te houden, is er immers ook nood aan een degelijk organisatorisch kader. Daarnaast moeten de nodige budgetten voor een langere duur centraal beschikbaar zijn zodat de duurzame exploitatie en de doorontwikkelingen mogelijk zijn.

Toekomstvisie op een publieksgerichte digitale ontsluiting van collecties

De geformuleerde oplossingen schetsen een toekomstvisie op een publieksgerichte digitale ontsluiting van collecties. Naast het uitwerken van technische oplossingen om via onder andere crowdsourcing, artificiële intelligentie, internationale en lokale databronnen te komen tot het verrijken van gestandaardiseerde digitale collectiedata, is er ook nood aan oplossingen om de digitale maturiteit binnen de cultureel-erfgoedsector te versterken. Daarnaast werd er binnen de businesscase ook aandacht besteed aan een oplossing voor het beheer van rechten en licenties om het hergebruik en de ontsluiting van collectiedata vlot en duurzaam te laten verlopen.

Het begin voor nieuwe trajecten

Het eindrapport en de erin voorgestelde oplossingen zijn geen eindpunt, maar net een startpunt voor nieuwe trajecten. Elke voorgestelde oplossing behoeft nog verdere analyse en een gepast budget en planning. Het document geeft richting aan de visie van het Departement Cultuur, Jeugd en Media als regisseur van het ecosysteem en maakt duidelijk met welke oplossingen en onder welke voorwaarden dit gerealiseerd kan worden.

Download het eindrapport.

Foto: Umberto via Unsplash bron: departement CJSM

faro