Gevoel en emotie centraal tijdens Week van het Nederlands

Ambassadeurs van de Week van het Nederlands: dichter Esohe Weyden en schrijver Pete Wu, fotograaf: Mathias Hannes

Dat taal emotie oproept, is nogal een understatement. Herinner u de mediahetze eerder dit jaar, over de vernieuwde Engelstalige uitgave van de kinderboeken van Roald Dahl. Beledigend taalgebruik, zo oordeelde uitgever Puffin, heeft geen plaats in kinderboeken. De uitgeverij voerde honderden wijzigingen door. Of weet u nog hoe de eerste aflevering van De Tafel van Vier zich verslikte in het gebruik van het n-woord. In beide gevallen lieten journalisten, opiniemakers, experten maar ook iedereen met een (al dan niet onderbouwde) mening duchtig van zich horen.

Om maar te zeggen: de tijd dat u achteloos eender wat kon zeggen zonder dat er reactie op komt en dat het dus emoties oproept, ligt voorgoed (?) achter ons. Een goede zaak voor de een, betuttelend vindt de ander. Over een ding kunnen we het eens zijn: de emotie is meestal niet ver te zoeken.

Een taal in al haar gevoeligheid

En laat dat nu net de opdracht zijn die de Week van het Nederlands, een initiatief van het Vlaams-Nederlands huis deBuren en de Taalunie, zichzelf gesteld heeft: op zoek gaan naar de emotie in de Nederlandse taal.

Ambassadeurs Esohe Weyden, dichter en presentator, en Pete Wu, journalist en schrijver, brengen een ode aan de Nederlandse taal in al haar gevoeligheid. Deze negende editie neemt immers 'gevoel en emotie' in de Nederlandse taal onder de loep.

Alle info, waaronder de vele activiteiten van ook erfgoedorganisaties, vindt u op de website van De Week van het Nederlands.

Afbeelding: Ambassadeurs Esohe Weyden en Pete Wu in gesprek, fotograaf: Mathias Hannes 

Elien Doesselaere