Deelname aan congres 'Collaborative Ethnomusicology' van de British Forum for Ethnomusicology

Van 11 tot 14 april 2019 organiseerde het British Forum for Ethnomusicology (BFE) zijn jaarlijks congres. Ditmaal vond het plaats in The Elphinstone Institute in het Schotse Aberdeen. Het thema ‘collaborative ethnomusicology’ is er één dat veel mensen in het veld nauw aan het hart ligt. Binnen de etnomusicologie, en aanverwante disciplines zoals antropologie en etnochoreologie, wordt er steeds meer aandacht besteed aan de manier waarop onderzoekers samenwerken met de musici en culturele groepen die ze bestuderen. Wat kunnen onderzoekers (terug)doen voor deze gemeenschappen? Hoe kunnen ze hun onderzoeksresultaten op een toegankelijke manier presenteren? Wat als je onderzoeksresultaten de waarden of het identiteitsgevoel van de gemeenschap tegenspreken? Deze vragen, en nog veel meer, werden uitvoerig besproken tijdens dit vierdaagse congres.

Het thema sluit nauw aan bij de werking van CEMPER, Centrum voor Muziek- en Podiumerfgoed rond immaterieel cultureel erfgoed (ICE). Stafmedewerker Anaïs Verhulst voerde namelijk etnografisch onderzoek uit in samenwerking met de jachthoorngemeenschap in Vlaanderen. Zo kon ze hen optimaal begeleiden tijdens hun aanvraag voor de Inventaris Vlaanderen van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Anaïs stelde het project voor op de BFE-conferentie. Tegelijkertijd deed ze inspiratie op over andere mogelijke samenwerkingen, legde ze interessante contacten binnen het etnomusicologisch veld en had ze de kans om boeiende discussies aan te gaan over de kansen en uitdagingen van etnografisch onderzoek als middel om (erfgoed)gemeenschappen te begeleiden.

Anaïs Verhulsts presentatie ‘Ethnographic methods and safeguarding intangible heritage: the case of hunting horn music in Flanders’ vertrok vanuit een probleemstelling uit UNESCO on the Ground: Local Perspectives on Intangible Cultural Heritage (Foster and Gilman, eds. 2015). Zij identificeerden een ‘potential disconnect between [UNESCO] and the disparate small communities scattered throughout the globe targeted by its efforts and affected by its decisions’ (p. 1). Officiële erkenningen en daaropvolgende borgingsmaatregelen komen niet altijd overeen met de noden en waarden van de erfgoedgemeenschap, waardoor zij hun band met het erfgoed kunnen verliezen. Borgingsacties zouden van onderuit moeten komen doordat de gemeenschap zelf borgingsacties bepalen op basis van wat zij belangrijk vinden. Deze insteek vormde de basis voor de samenwerking met de jachthoorngemeenschap. Via etnografisch onderzoek – bestaande uit 7 groepsinterviews, 17 individuele interviews en een enquête die door 74 mensen ingevuld werd – werden 160 mensen uit de jachthoorngemeenschap rechtstreeks bij het erfgoedtraject betrokken. Op die manier werden de noden, wensen en waarden van de gemeenschap alsook de kansen en bedreigingen van de muziektraditie in kaart gebracht. Deze vormden de basis van de overlegmomenten met de klankbordgroep ter voorbereiding van het aanvraagforumlier voor de ICE-inventaris.

Projectresultaten

Het congres bood veel mogelijkheden tot netwerken en kennisuitwisseling. CEMPERs presentatie werd goed onthaald, er werden veel interessante contacten gelegd en andere presentaties boden interessante praktijkvoorbeelden. In totaal kwamen er zo’n 96 sprekers aan het woord. Naast de twee plenaire momenten, vond alles plaats in acht blokken van drie of vier parallelle sessies. Er werd steeds de voorkeur gegeven aan sessies die relevant waren voor de ICE-werking van CEMPER; om de dynamieken van samenwerkingen beter te begrijpen en om inspiratie op te doen voor participatieve samenwerkingsprojecten met muzikale gemeenschappen. Zo werden er sessies bijgewoond over ‘levende archieven’ in Zuid-Afrika, ethiek in veldwerk, de dynamiek van samenwerkingen, muziekeducatie, etnografische films, belangenbehartiging in de etnomusicologie, archieven en databeheer, en etnomuscicologische methodes in cross-disciplinaire contexten. Daarnaast waren er sessies over de rol van uitvoerders, de interactie tussen uitvoerders en onderzoekers, muziek en geloof, muziekanalyse, uitvoeringspraktijk, interculturele samenwerkingen, technologische hulpmiddelen, muziek en politieke ideologieën, Sound Studies en sonische culturen.

Een uitgebreid verslag van de bijgewoonde sessies vindt u bij de toegevoegde documenten. Hier vermeld ik interessante praktijkvoorbeelden die tijdens de presentaties aan bod kwamen, ideeën voor onderzoeksvragen rond muzikaal erfgoed in Vlaanderen die tijdens het congres ontstonden, en enkele andere thema’s die stof tot nadenken bieden.

Inspirerende projecten:

  • De verschillende projecten in en rond de International Library of African Music (http://ilam.africamediaonline.com) door Boudina McConnachie, Elijah Madiba en Lee Watkins: wat kan je doen met een muziekarchief? Welke rol speelt het in hedendaagse muziekpraktijken of muziekeducatie? Hoe kan het helpen om muziektradities te laten (herop)leven?
  • De etnografische films over de Cocoseilanden (David R. M. Irving & Jenny McCallum) en Mozambique (Karen Boswall) waren inspirerend op twee vlakken. Enerzijds tonen ze hoe je – met een beperkt budget – mensen kunt helpen om hun muziek en podiumkunsten te documenteren. Anderzijds bieden ze inspiratie over hoe je een documentaire film van een muzikale gemeenschap inhoudelijk kan uitwerken.
  • Het erfgoedproject Changing Corby van Deep Roots Tall Trees (http://deeprootstalltrees.org/) is eveneens op twee vlakken inspirerend. In het algemeen toont het wat een erfgoedtraject kan teweegbrengen op vlak van sensibilisatie en om een bepaalde muzikale gemeenschap samen te brengen; en hoe men hiervoor te werk kan gaan. Daarnaast was Morgan Davies zijn rol als adviseur inspirerend om een methode uit te werken om mensen zelf aan de slag te laten gaan met onderzoek naar hun erfgoed, hoewel hij het aanvullend belang van externe betrokkenen ook benadrukt.
  • Ook het educatieproject All our Tunes uit Stirling (http://www.riversidemusicproject.co.uk/all-our-tunes/) geeft voorbeelden van activiteiten om erfgoedgemeenschappen samen te brengen en te sensibiliseren om aan de slag te gaan met hun muzikaal erfgoed.
  • Het Ghana Music Documentation Project (verschijnt binnenkort op https://gmdp.ucc.edu.gh/) probeert alle muzikale activiteiten in Ghana in kaart te brengen.

Mogelijke onderzoeksvragen over muzikaal erfgoed in Vlaanderen:

  • Wat is de invloed van de huidige sociale, politieke en/of economische situatie op de muziek (stijl, repertoire …) van bepaalde genres, groepen, orkesten of individuele muzikanten?
  • Hoe leven de begrippen identiteit en authenticiteit in de Vlaamse folkrevival en de balfolk subcultuur?
  • Wat is de invloed van muziekcompetities op het repertoire, de stijl en de speeltechnieken van bepaalde muzieksoorten? Denk hier bijvoorbeeld aan de Koningin Elisabethwedstrijd, hafabraconcours, jachthoornkampioenschappen …

Andere thema’s of stof tot nadenken:

  • De rol en invloed van externe betrokkenen (als onderzoeker, erfgoedmedewerker, adviseur, facilitator …) op een gemeenschap en de impact van de samenwerking.
  • De voor- en nadelen van een uitsluitend insider perspectief.
  • De verschillende soorten ‘conflicten’ waar we tijdens samenwerkingen mee kunnen geconfronteerd worden; reële conflictsituaties (politiek, sociaal …), tegenstrijdige belangen van verschillende betrokkenen, gebrek aan communicatie en appreciatie voor elkaars standpunten.
  • De nood aan dialoog met de onderzochte groep bij de verwerking en interpretatie van onderzoeksresultaten.
  • ‘Kiezen is verliezen’ bij het documenteren van muziek en podiumkunsten.
  • Het gebruik van onderzoek voor activisme en belangenbehartiging ten voordele van de onderzochte gemeenschap.
  • De grens tussen ‘data’ en ‘interpretatie’ bij kwalitatief onderzoek.

Er waren een twintigtal gedelegeerden aanwezig voor de presentatie van CEMPER. Tijdens de vragenronde bleek er eveneens veel interesse te zijn. Zo waren er vragen naar expliciete borgingsacties. Hoe wordt er gesensibiliseerd? Wat zijn alternatieve uitvoeringscontexten voor de jachthoorn? Hoe wordt er geborgd? Hoe gaan andere groepen of gemeenschappen om met gelijkaardige bedreigingen?

Het thema rond samenwerkingen in de etnomusicologie werd door iedereen op een andere manier benaderd; met inspirerende praktijkvoorbeelden en methodieken tot gevolg. Dit toonde aan dat dergelijke samenwerkingen belangrijk zijn voor muzikale gemeenschappen. Of dit werk dan onder de noemer van ‘etnomusicologisch onderzoek’, ‘culturele belangenbehartiging’ of ‘erfgoedwerking’ gebeurt, maakt weinig verschil uit. De verschillende insteken kunnen veel van elkaar leren.

(Foto: Groepsfoto aan Midmar Kirk Stone Circle. Foto door Elphinstone Institute)

Praktische info

Looptijd van
Looptijd tot
Organisatienaam
CEMPER, Centrum voor Muziek- en Podiumerfgoed en British Forum for Ethnomusicology
Contactpersoon
Anaïs Verhulst
Adres
Zoutwerf 5
2800 Mechelen
Telefoon
015 34 94 36
Financieringsbron(nen)

CEMPER kreeg een tussenkomst voor internationale reis- en verblijfskosten van het Departement Cultuur, Jeugd en Media. De registratie voor het congres en consumpties ter plaatse werden door CEMPER gefinancierd.

Erfgoed meets gehandicaptenzorg, een verkenning

Herinneringsboom
Welke linken bestaan er tussen de sector van de gehandicaptenzorg en de cultureel-erfgoedsector? Op welke vlakken is er samenwerking mogelijk en wat kan daar de meerwaarde van zijn? We gingen in gesprek met Mario Vanhaeren, Algemeen directeur van Oostrem vzw, een voorziening die ondersteuning biedt aan volwassenen met een verstandelijke, motorische of een meervoudige beperking. We ontdekten de volgende linken tussen beide werkgebieden:
 
De geschiedenis van de gehandicaptenzorg
Weinig mensen zijn zich ervan bewust, maar de gehandicaptenzorg is een relatief recente sector. Voorheen bleven mensen met beperkingen vaak thuis wonen, of ze belandden in de psychiatrie, waar ze absoluut niet thuis hoorden. Pas vanaf het einde van de jaren zestig ontstonden er gespecialiseerde instellingen en veranderde de beeldvorming van mensen met een handicap aanzienlijk. Professor Van Walleghem van de KULeuven was daarin een echte trendsetter die veel gezond verstand in de sector binnenbracht. Sindsdien trekt de sector de kaart van de integratie en de normalisatie van mensen met een beperking.

Mario: “Mijn collega’s directeurs en ik behoren nog tot de pioniers van onze sector: we hebben de voorbije dertig jaar heel wat op poten gezet. Ik merk dat we nu de nood voelen om onze ervaringen te borgen en onze ideeën te verankeren voor we op pensioen gaan. In het licht van de recente vermarkting van onze sector is het bijzonder relevant om te beseffen waar we vandaan komen en welke weg we hebben afgelegd.”
 
Rituelen in de voorziening
Jaarlijkse feesten als Kerstmis, Pasen en Sinterklaas worden ook in de voorzieningen gevierd. En er zijn de eigen tradities. Mario: “In Oostrem start de zomervakantie met onze jaarlijkse zomer-BBQ, de herfst begint pas als ons Mosselfeest achter de rug is. De traditionele uitstap naar zee is ook iets waar de gasten echt naar uitkijken. De medewerkers steken heel wat tijd in de “inkleuring” van de leefruimte en het visualiseren van de periode van het jaar, en dat heeft zeker een erfgoedaspect.”
 
Oostrem hecht ook veel belang aan afscheidsrituelen bij een overlijden. Mario: “Vroeger werd vaak gedacht van: we vertellen het niet, die mensen kunnen dat niet aan. Dan was vader dus ‘op reis’. Maar ik vind dat we onze mensen als volwassenen moeten behandelen en dat ze het recht hebben om het te weten en afscheid te nemen. Daarom ondertekenen ze bij aankomst ook een clausule waarin staat dat ze aan alle rituelen zullen deelnemen. Als er bij ons in de voorziening iemand overlijdt, nemen we ook de tijd om afscheid te nemen. Wie wil gaan groeten kan dat en soms organiseren we ook een begrafenisritueel. Daar zijn onze bewoners trouwens ook echt mee bezig: ze hebben vaak al nagedacht over hoe hun begrafenis eruit moet zien. We organiseren altijd een koffietafel voor de bewoners en we geven het bidprentje een bijzondere plaats. We besteden dus heel veel zorg aan het afscheid, al merken we ook dat de rouw soms pas maanden later echt doordringt. Op dat moment maken we daar dan opnieuw tijd en ruimte voor. ”
 
Persoonlijk erfgoed van bewoners
Mensen met een functiebeperking hebben net zo goed als iedereen een verleden. In Oostrem is afgesproken dat elke bewoner een eigen fotoboek zou moeten hebben met foto’s uit het verleden. De medewerkers brengen ook steeds in kaart welke mensen belangrijk waren of zijn in het leven van de gasten. Vaak brengen zij ook persoonlijke spullen mee die verwijzen naar hun persoonlijke geschiedenis. Dat kan gaan van een knuffelbeer, tot fotokaders of hele tienerkamers. Mario: “Ik denk dat er veel mogelijkheden zijn om met de bewoners aan de slag te gaan over hun levensverhaal. Zeker voor hun welbevinden is daar veel voor te zeggen, ook als het verhaal eigenlijk niet klopt. Zo hebben we een bewoner die graag over zijn broer vertelt, terwijl dat eigenlijk zijn neef is. Naast het verbale is het visuele misschien nog wel belangrijker. Wat heel fijn zou zijn is om met de mensen terug te gaan naar hun vroegere huis of school. Daar kunnen ze echt van genieten, denk ik. Wat ook leuk zou kunnen zijn is een ontmoetingsmoment rond eetculturen of kinderspelletjes. Een initiatief als museum voor één dag is zeker ook mogelijk.” 
 
Erfgoed in de omgeving
Mensen die in een zorginstelling wonen, komen vaak terecht in een omgeving die ze helemaal niet kennen en waar ze geen linken mee hebben. Ze zijn vaak nieuwsgierig naar hun nieuwe thuis. Mario: “Een rondleiding of ontmoeting met een heemkundige kring zullen ze zeker interessant vinden! Wat is er allemaal gebeurd in de omgeving en wat is er te zien?”
 
De bewoners van Oostrem gaan vaak op uitstap. Vooral naar dingen die hen een bepaalde sensatie meegeven, met als hoogtepunt een ritje in een Ferrari! Maar ook een bezoek aan een erfgoedorganisatie behoort tot de mogelijkheden. In een aantal gevallen gaat de belangstelling ook dieper. Mario: “Eén van onze gasten is bijvoorbeeld mede-gids in het huis van pater Damiaan in Tremelo, waar hij oorspronkelijk vandaan komt. Als ze daar personen met een beperking ontvangen, schakelen ze hem graag in. Een andere bewoner heeft een niet aangeboren hersenletsel en was voordien tekenaar. Ik ben samen met hem eens naar M geweest en hij wees me op dingen die ik zelf nooit zou hebben opgemerkt. Het was ontroerend om te zien hoezeer de kunst hem boeide!”
 
Maar het hoeft niet altijd om een uitstap te gaan, want het kan ook boeiend zijn om erfgoedverhalen binnen te brengen in de zorginstelling. Mario: “Wij experimenteren de laatste tijd met sensory storytelling, dat wil zeggen dat we bij het vertellen van verhalen alle zintuigen betrekken. Als je dus wil aangeven dat de Middeleeuwen stonken, laat het dan stinken. Of zorg ervoor dat mensen zaken kunnen voelen. En hou er bij het uitkiezen van verhalen rekening mee dat de heldhaftige dingen des levens op veel enthousiasme kunnen rekenen bij onze bewoners!”
 
Tip
Heeft Mario tot slot nog een gouden tip? Jawel: “Ga het niet te ver zoeken! Hou het basaal, met duidelijke linken naar het dagelijks leven. En visualiseer!”

Foto: © Oostrem
 
Vrije tags
samenwerking
verleden
meerwaarde
zorg
gehandicaptenzorg
cultureel-erfgoedsector
persoonlijke geschiedenis

Bijdrage aan de conferentie ‘Presenting the Theatrical Past. Interplays of Artefacts, Discourses and Practices’ van de International Federation for Theatre Research (Stockholm)

Van 13 tot en met 17 juni vond in het Stockholm de jaarlijkse conferentie van de International Federation for Theatre Research plaats (www.iftr.org). Deze organisatie werd in 1957 opgericht om communicatie en uitwisseling tussen onderzoekers in het veld van theater en performance te bevorderen. De organisatoren van de afdeling Theatre Studies aan de Stockholmse Universiteit ontvingen zo’n 900 deelnemers met 842 presentaties uit 57 landen van alle continenten.

Het thema van deze editie was ‘Presenting the Theatrical Past. Interplays of Artefacts, Discourses and Practices’.

  • Presenting the theatrical past: aanleiding om de conferentie in Stockholm te houden was de 250ste verjaardag van het Hoftheater in Drottningholm, het buitenverblijf van de Zweedse koningen. Het wordt vandaag vooral gebruikt om 18de-eeuwse opera’s op te voeren in een historische opvoeringspraktijk, niet enkel wat de uitvoering van de muziek betreft, maar ook voor de scenische elementen en theatertechniek. IFTR 2016 zou daarom de aandacht richten op kritische omgang met theatergeschiedenis.
  • Interplays of Artefacts, Discourses and Practices: Het theater uit het verleden is voor ons maar kenbaar vanuit historische objecten, locaties en archiefmateriaal, waar de erfgoedsector professioneel mee om gaat (of moet gaan), maar die niet altijd in de erfgoedsector terecht komen. Het belang van theoretische discours – zowel historische opvattingen als hedendaagse theorieën – voor de onderbouwing van de omgang met dat erfgoed wordt dan weer vooral verdedigd door academici. En de kunstenaars zelf zoeken het contact met het verleden op in performance-praktijken die tradities levend houden, erover lesgeven of reflexieve re-enactments van gebeurtenissen of voorstellingen organiseren.
  • In de call for papers werd onder meer aandacht gevraagd voor: Archives, digital humanities and historical research / Traces, commodities, materialities of history / Cultural heritage and policies / Oral history, performing history, re-enactments / Historiography – methods, theories / …


Belangrijkste onderdelen van de jaarlijkse conferentie zijn de:

  • Keynote lectures
  • General Panels: gewoonlijk 3 sprekers die een paper voorstellen (elk 20 min) over een min of meer gemeenschappelijk thema, waarna er 30 min tijd is voor discussie.
  • Working Group Meetings: IFTR heeft 24 ‘Working Groups’ die tijdens de conferentie verschillende keren samenkomen om te discussiëren over een specifiek thema. Leden kunnen doorgaans vooraf papers rondsturen naar de andere leden van de groep en krijgen feedback tijdens de sessies op de conferentie, in diverse formats. Indien vooraf papers werden rondgestuurd, krijgen de auteurs slechts enkele minuten tijd om hun paper te situeren, zodat er meer tijd is voor discussie.


Voor Het Firmament (www.hetfirmament.be) was dit congresthema een uitgelezen kans om als expertisecentrum voor het podiumkunstenerfgoed in Vlaanderen zijn verbindende, coördinerende rol toe te lichten. Staf Vos stelde de unieke werking van Het Firmament en het erfgoedbeleid in Vlaanderen voor in het General Panel ‘Intangible Heritages’ onder de titel ‘In search for good practices to safeguard intangible heritage of the performing arts: a Flemish case study’. Eerst werd de Vlaamse decretale context geschetst en de invloed van de (bottom-upgeest van de) UNESCO-Conventie voor de borging van immaterieel cultureel erfgoed op speerpunten als ‘erfgoedgemeenschap’, ‘erfgoedmakelaardij’, dienstverlenende en neutrale expertisecentra, bottom-upparticipatie in plaats van top-downcuratie etc. Vervolgens de taken die Het Firmament vervult als dienstverlener op vlak van in kaart brengen, archief- en collectiezorg (TRACKS, www.projecttracks.org), documenteren, valorisatie, transmissie en borging van zowel roerend als immaterieel erfgoed. In het tweede deel van de presentatie werd ingegaan op de dilemma’s die soms verlammend kunnen werken bij het bepalen van wat als ‘immaterieel cultureel erfgoed’ wordt beschouwd in een concrete beleidscontext, en het probleem/de kans van de ‘vererfgoedisering’ wanneer kunstpraktijk uitsluitend door een erfgoedbril wordt bekeken. Ten slotte werden twee case studies belicht: het onderzoek van Het Firmament naar het (roerend en immaterieel) erfgoed van figurentheater, waarmee het erfgoedparadigma zijn intrede deed in het Vlaamse figurentheater (2005-2009) en het traject Virtuoos Vlaanderen. Naar een Living-Human-Treasures-programma in Vlaanderen (www.livinghumantreasures.be).

De opdracht van Het Firmament als decreetoverschrijdende bruggenbouwer en facilitator tussen kunstenveld (professioneel én amateur), erfgoedveld en onderwijs/onderzoek werd sterk geapprecieerd door de internationale aanwezigen. Onze dienstverlenende werking, niet in functie van het beheer van een eigen collectie maar ook niet van academisch onderzoek, is op internationaal vlak uniek, zo bleek uit alle contacten.

Daarnaast heeft Het Firmament zich nog geëngageerd in meetings van drie Working Groups (Digital Humanities in Theatre Research, Performance as Research en Choreography & Corporeality) en bijgedragen aan de discussies van General Panels over

  • Digital Archives
  • Oral History and the Present-Ness of the Past
  • 250 Years of Drottningholm Court Theatre – Interplays of Artefacts, Discourses and Practices
  • Intangible cultural heritages
  • Shakespeare: 400 Years of Legacy
  • The Future of the Past: The Historiography Working Group Round Table
  • Re-Enactment and the Dance Archive
  • Ephemeral Evidence


 

Projectresultaten

Algemeen:

Door actieve deelname aan deze conferentie kon/kan Het Firmament

  • op de hoogte blijven van internationele cutting edge interacties tussen ‘artefacts’, ‘discourses’ en ‘practices’ en de instellingen en gemeenschappen die zich hiervoor engageren (respectievelijke roerend/onroerend erfgoedveld en bijhorend erfgoedgemeenschappen, academische wereld en kunstenaars/immaterieel erfgoedborgers);
  • contacten leggen met onderzoekers en experten, in het bijzonder van niet-Europese continenten, omdat zij doorgaans niet aanwezig zijn op de Europese studiedagen waar wij komen;
  • kennis opbouwen met betrekking tot boeiende maar in Vlaanderen minder bekende domeinen van erfgoedzorg, -onderzoek en –borgingspraktijk;
  • zelf de eigen werking en bijhorende vragen en uitdagingen, alsook concrete samenwerkingen met partners uit Vlaanderen (o.m. www.projecttracks.be, www.immaterieelerfgoed.be, www.livinghumantreasures.be) voorstellen aan een internationaal publiek;
  • de verkregen inzichten en contacten delen met de Vlaamse erfgoed- en kunstensector via nieuwsbrief van 30/6/2016, de eigen website en de projectenbank van FARO. Praktijkvoorbeelden worden geanalyseerd op basis van toepasbaarheid in de Vlaamse context.


Concreet werden inzichten opgedaan en praktijkvoorbeelden opgedaan op diverse domeinen. Hiervan enkele voorbeelden:

Amateurtoneelverenigingen en hun omgang met erfgoed: Bijzonder inspirerend waren de lezingen over amateurtoneelverenigingen en (mogelijke) omgang met hun erfgoed. In Vlaanderen is er namelijk hoegenaamd geen academische interesse in de amateurtheaterwereld.

In het bijzonder het onderzoeksproject van prof. Nadine Holdsworth (University of Warwick, VK) kijkt. naar hoe de amateurtradities functioneerden in drie contexten: stedelijke, rurale en leger-marine. Holdsworth zelf gaf in haar paper een bijna antropologische analyse van de omgang door toneelamateurs met hun archief en hun erfgoed, hoe ze lokale betekenissen creëren bv. in hun typische DIY-jubileumpublicaties, en vervolgens niet willen dat hun archief door een professionele instelling wordt beheerd omdat de emotionele band dan wordt doorgeknipt. 'Immaterieel erfgoed' gaat voor Holdsworth breder dan enkel specifieke technieken en tradities: het zijn ook de herinneringen en verhalen, of beter: hoe die gedocumenteerd (bv. in blogs) en doorverteld worden. Een antropologische visie dus op immaterieel erfgoed als de praktijk of traditie van het doorgeven.

Digital Humanities   In discussiesessies legden onderzoekers en collectiebeheerders uit verschillende nationale contexten hun problemen en oplossingen aan elkaar voor. Passeerden o.m. de revue: troeven en valkuilen van Google Cultural Institute, discussies met bibliotheken over datamodel (Noorwegen), de aanbeveling van Wikidata om wereldwijd toegang en gebruik van data te garanderen, en van het datamodel van Ausstage (https://www.ausstage.edu.au/) als internationale standaarden, argumenten om collectiebeheerders te overtuigen dat digitalisering en vrije ontsluiting van content enkel méér bezoekers lokt, het belang om digitale bestanden als raw data te bewaren met het oog op analyses die misschien vandaag nog niet mogelijk zijn, het belang om online te publiceren in plaats van enkel in de te beperkte en linaire boekvorm, etc..

In panels werden diverse projecten voorgesteld. Tal van nieuw ontdekte databanken, websites en online publicaties zullen via de ‘praktijkvoorbeelden’ en ‘dossiers’ op de website van Het Firmament worden gedeeld.

Canon: Prof. Susan Bennett, University of Calgary, vraagt onze mederwerking voor project http://shakespeare400.kcl.ac.uk/kings-blog/performance-shakespeare-2016/ Doel is aan te tonen dat Shakespeare niet enkel van de Britten is.

Immaterieel-erfgoedgemeenschap: Katherine Johnson gaf een boeiende lezing over de manier hoe belichaamde en online ervaringen en ‘archiveringen’ elkaar versterken in de creatie van een immaterieel-erfgoedgemeenschap, waarvoor het efemere en de ‘liveness’ belangrijk is. Het diverse en sociaal inclusieve Beltane Fire Festival in Edinburgh bood hiervoor een intrigerende casus.

Re-enactment op podia, in musea of op straat: Marie-Louise Crawley, Coventry University, UK, sprak over Performance as Archive: towards a ‘new’ methodology in the Dancing Museum? Dit leidde onder meer tot een discussie over hoe het spreken over ‘body as archive’ de aandacht afleidt van de noodzaak om échte archieven te blijven financieren. En hoe musea de performers vaak gebruiken als lokmiddel in een ervaringsgerichte maatschappij.

Historische theaters, historische uitvoeringspraktijk?: David Wiles (University of Exeter) gaf een fascinerende keynote lecture-performance vanop de balkons en het podium van het Drottningholm Slottstheater, met assistentie van zangers en acteurs en … de podiumtechnici die de oude machinerie liet werken. Je kan het spektakel herbekijken op www.su.se/ike/om-oss/nyheter/david-wiles-presenting-the-theatre-of-drot… De belangrijkste thema's werden nog eens besproken in een panelgesprek met grote namen als Marvi Carlson, Mark Franko, e.a.

e.v.a.

Partnerorganisaties

n.v.t.

Leden stuurgroep

n.v.t.

Praktische info

Looptijd van
Organisatienaam
Het Firmament
Contactpersoon
Staf Vos
Adres
Brusselpoort - Hoogstraat 83, 2800 Mechelen
Telefoon
015 34 94 36
Financieringsbron(nen)

De Vlaamse overheid subsidieerde de buitenlandse verplaatsing en het verblijf via de subsidielijn 'tussenkomst voor internationale reis en verblijfskosten'. Het Firmament financierde uit eigen werkingsmiddelen de resterende kosten. 

Uit de praktijk | Creatieve samenwerkingsvormen

Affiche Goddelijke interieurs

Deze zomer gooit het Museum Mayer van den Bergh de poorten van de 17e-eeuwse kerken in Antwerpen wagenwijd open. De tentoonstelling ‘Goddelijke interieurs’ leidt de bezoeker aan de hand van architectuurschilderijen binnen in de Antwerpse gebedshuizen. Samen met het stadsparcours in de begeleidende app “wordt het een boeiende ontdekkingstocht door het Antwerpen uit de tijd van Rubens.” Maar er is meer. In samenwerking met AMUZ, het “internationale muziekcentrum waar culturele, educatieve en wetenschappelijke activiteiten plaatsvinden”, wordt het concertprogramma van AMUZ samengesteld op basis van de criteria van de zogenaamde HIP, de Historically Informed Performance.

Maar eerst een paar woorden over de expo. Eind 16e eeuw ontstond, onder impuls van de godsdienstoorlogen en de bijhorende vluchtelingenstromen, een nieuw genre: de zogenaamde ‘perspectieven’ of architectuurschilderijen. In Antwerpen was er zelfs een ‘Antwerpse School’. De nieuwe stijl van schilderkunst werd er al snel enthousiast beoefend, met als resultaat duizenden schilderijen van kerkinterieurs – en in mindere mate ook profane interieurs. De schilderijtjes waren veeleer klein en decoratief, waardoor ze ook tijdens de 17e eeuw al erg gegeerd waren, onder meer als verzamelobjecten. Geen betere manier om het kerkelijke leven in de 17e eeuw te bekijken dan door de ogen van een schilder van deze goddelijke interieurs.

Nieuwe opname van graindelavoix

Het internationaal gereputeerde muziekensemble graindelavoix kwam met een nieuwe plaat met nooit eerder opgenomen vocale muziek van Orazio Vecchi, Duarte Lobo, Pedro Ruimonte, Georges de la Hèle, Alard du Gaucquier, Matthias Pottier en Paolo Bravusi. De muziekpartituren zijn in de 16e eeuw uitgegeven bij de befaamde Antwerpse drukkers Plantin en Phalesius. Björn Schmelzer, artistiek leider van graindelavoix, onderzocht hiervoor wat op het geschilderde kerkinterieur niet te zien, maar wel te horen is. Wie de tentoonstellingscatalogus koopt, krijgt er de cd van graindelavoix bij.

Enkele stappen verder

De tentoonstelling loopt ook door buiten de muren van het museum. Een speciaal ontwikkelde app begeleidt de bezoeker op een parcours door de stad, langs de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, de Sint-Carolus Borromeuskerk, de Sint-Pauluskerk en de Sint-Jacobskerk. Via virtual reality kan hij of zij de interieurs van 400 jaar geleden vergelijken met die van vandaag.

Het parcours houdt ook halt op plekken waar in de loop der tijden kerken uit het straatbeeld verdwenen. Op de plek van de huidige Stadsschouwburg stond ooit de barokke kerk van de Antwerpse Discalsen of Ongeschoeide Karmelieten. De Sint-Walburgiskerk verdween aan het begin van de 19e eeuw uit de Burchtwijk.

Op deze plaatsen worden de oude kerken door de app – in 3D – weer tot leven geroepen. De bezoeker wordt zo een tijdreiziger die onder meer kan ontdekken dat de beroemde ‘Kruisoprichting’ van Rubens, die nu in de Kathedraal hangt, oorspronkelijk de verdwenen Sint-Walburgiskerk aan het Steen sierde.

Mors. Muziek van de eeuw van de zwarte dood

En als kers op de taart is er ook een samenwerking met AMUZ. Wie een kaartje heeft voor het zomerfestival Laus Polyphoniae – dit jaar in het teken van 'Mors. De eeuw van de zwarte dood' – krijgt ook toegang tot de tentoonstelling in Mayer van den Bergh.

Met andere woorden: een mooi voorbeeld van hoe culturele instellingen elkaar op een creatieve en lichte manier kunnen versterken.

Meer info over 'Goddelijke interieurs' vindt u op de website van Museum Mayer Van den Bergh. Op de website van radiozender Klara vindt u een interessante podcast over (de) Beeldenstorm(en), "een podcast over kunst en geweld."

Roel Daenen
Antwerpen
samenwerking
Museum Mayer van den Bergh
Graindelavoix
AMUZ

Internationaal netwerken rond podiumkunstenerfgoed: deelname 31e SIBMAS-congres (Kopenhagen, DK)

Van 31 mei tot 3 juni organiseerde SIBMAS zijn tweejaarlijks congres in Kopenhagen (DK). SIBMAS is de internationale vereniging van bibliotheken, musea, archiefinstellingen en documentatiecentra voor podiumkunsten (www.sibmas.org). Zowel erfgoed- als kunstenorganisaties met een bijzondere interesse voor erfgoed zijn lid van SIBMAS. De organisatie wil vanuit internationaal perspectief kennisdeling en expertise-uitwisseling over de omgang met podiumkunstenerfgoed bevorderen. Een congres is het uitgelezen instrument daarvoor. 

Het thema van deze conferentie was ‘Freeze! Challenge the Hierarchy: Researcher, Artist, User!’, een oproep om stil te staan bij onze positie als archivaris, conservator, bibliothecaris, kunstenaar, (online) bezoeker, dienstverlener, onderzoeker, etc. Hoe kunnen we vanuit deze verschillende posities maximaal inspelen op de ons omringende maatschappelijke evoluties en de noden die er zijn in de omgang met podiumkunstenerfgoed? Moeten we de bestaande rollen herdenken of nieuwe rollen en relaties creëren? 

Voor Het Firmament was dit congresthema een uitgelezen kans om als expertisecentrum voor het podiumkunstenerfgoed in Vlaanderen zijn verbindende, coördinerende rol toe te lichten. Veerle Wallebroek, coördinator van Het Firmament, kon duiden hoe we vanuit een netwerkperspectief streven naar minder versnippering, meer slagkracht en een versterkte internationale uitstraling van het cultureel-erfgoedwerk rond podiumkunsten in Vlaanderen. Vanuit een complementair cultureel-erfgoedbeleid bundelen verschillende soorten organisaties, waaronder expertisecentra, hun krachten en expertise in de zoektocht naar overkoepelende oplossingen voor gemeenschappelijke uitdagingen. Denken we maar aan de digitalisering van audiovisueel materiaal uit de podiumkunsten, de waardering en selectie van en de zorg voor podiumarchieven en –collecties (www.projecttracks.be), en het borgen van niet-tastbare aspecten van podiumkunstenerfgoed (www.immaterieelerfgoed.be). Om dergelijke gemeenschappelijke noden en problematieken op een gecoördineerde manier aan te pakken zijn intermediaire organisaties als expertisecentra noodzakelijk.

Het was naar aanleiding van het vorige SIBMAS-congres in New York (juni 2014) dat we ons nog meer realiseerden dat dit complementair netwerkmodel en de positie van expertisecentra daarbinnen uniek is en nergens anders in het buitenland in deze vorm bestaat. Vooral hoe we als een echte ‘makelaar’ vanuit een onafhankelijke, neutrale positie organisaties uit verschillende domeinen en op verschillende beleidsniveaus met elkaar kunnen verbinden, zorgde twee jaar geleden voor bewondering en nieuwsgierigheid. Vaak is er op internationaal niveau bereidheid om kennis te delen, maar ontbreekt er een instantie die het voortouw kan nemen om de vertaalslag te maken naar verschillende doelgroepen en overkoepelende initiatieven breed inzetbaar te maken.

Ook voor Musea & Erfgoed Mechelen was het een gelegenheid om voor een internationaal publiek stil te staan bij de verschillende manieren waarop  podiumkunsten (gaande van makers, uitvoerders, instellingen tot archieven) kunnen participeren in een museologische context. Enerzijds reflecteerde Sigrid Bosmans, diensthoofd van Musea & Erfgoed Mechelen, op hoe ze een rol kunnen spelen in het mee nadenken over ‘museum maken’ in een stedelijke context en anderzijds lichtte ze toe hoe archiefmateriaal en performances een klassieke tentoonstelling kunnen verrijken. Vanuit het standpunt van de dienst Musea & Erfgoed Mechelen en Het Firmament werden twee concrete cases voorgesteld en de rollen die door de verschillende partijen (theatermakers, dansers, gezelschappen, museum, vrijwilligers, expertisecentra …) werden opgenomen. Bovendien werden wenselijke structuren gedefinieerd om zo’n werking te optimaliseren.

De eerste case die werd voorgesteld is de tentoonstelling ‘Uw Toren Is Niet Af’; een tentoonstelling die het orgelpunt vormde in een participatief museumtraject. Samen met alle Mechelse erfgoed- en andere partners onderzocht het museum hoe een grote diversiteit aan partners hun eigen werking kon inpassen in een tentoonstelling om op die manier te tonen wat leeft in de stad. Tegelijkertijd vormde de tentoonstelling een bevraging van het publiek over ‘wat’ en ‘hoe’ er werd tentoongesteld. Verschillende Mechelse theatermakers, -instellingen, een poppenmaker en een circusgezelschap gingen de dialoog aan met de stedelijke historische thema’s en objecten in de tentoonstelling. Sommigen groeven in hun eigen verleden, anderen maakten een persoonlijke performance, deden de geheimen van hun decorstukken uit de doeken, schreven hun instelling in in de geschiedenis van de stad, voegden objecten toe, etc. De Dienst Musea & Erfgoed van de stad Mechelen was hierin de uitnodigende en organiserende partij, Het Firmament fungeerde als intermediair en netwerkpartner om zowel toe te leiden als kennis te bundelen en te verdelen. 

In de tweede case stapt Het Firmament mee van in het begin. Het Firmament cureert vanuit zijn expertise rond dans mee de tentoonstelling ‘Zot Geweld/Dwaze Maagd’. De aanleiding is de honderdste verjaardag van de sterfdag van Rik Wouters, de beeldhouwer van Zot Geweld. Het beeld staat op het kruispunt van het ethische, esthetische en het artistieke dilemma en is door de beeldhouwer gemaakt na het zien van een dansvoorstelling van Isadora Duncan. Dans vormt samen met de voornoemde dilemma’s de kern waarrond de tentoonstelling wordt opgebouwd. De participatie wordt hier topdown georkestreerd. Dansers en gezelschappen worden uitgenodigd om passend beeldmateriaal aan te leveren voor de tentoonstelling, een performance aan te passen of de tentoonstelling te gebruiken als inspiratie voor lessen improvisatie. Naar buiten toe vormt het werk van dansers of het archivalisch materiaal de aanleiding tot een lezingenreeks, filmavonden en studiedagen. Om andere doelgroepen aan te spreken wordt samengewerkt met diverse organisaties: een dansschool rond urban dance verbindt jongeren met de thematiek van de tentoonstelling, terwijl een lokaal theatergezelschap samenwerkt met een kunsteducatieve organisatie voor mensen met een beperking om in te spelen op de thematiek. Deze case bood inspiratie over hoe podiumkunsten concreet kunnen worden verweven met een stedelijke erfgoedwerking of voor inspiratie kunnen zorgen in een klassieke tentoonstelling. Om dit te kunnen realiseren zijn er netwerken en intermediaire spelers nodig naast organisaties die voldoende openstaan om te experimenteren.

 

Projectresultaten
  • Er werden nieuwe internationale contacten gelegd en bestaande contacten onderhouden met spelers die zich op internationaal niveau bezig houden met het erfgoed van de podiumkunsten.
  • Er werden concrete samenwerkingen opgezet in het kader van een internationale studiedag die Het Firmament en Musea & Erfgoed Mechelen in het najaar van 2016 organiseren over 'musea en performance'.
  • Het instrument ‘expertisecentrum’ en het complementair cultureel-erfgoedbeleid in Vlaanderen werd internationaal op de kaart gezet.
  • Concrete samenwerkingen met partners uit Vlaanderen (www.projecttracks.be, www.immaterieelerfgoed.be, de expo’s ‘Zot Geweld/Dwaze Maagd’ en ‘Uw Toren is niet Af’, etc) werden gepresenteerd aan een internationaal publiek.
  • De coördinator van Het Firmament, Veerle Wallebroek, werd tijdens het congres benoemd tot Secretaris-Generaal van SIBMAS wat de internationale verankering en kennisuitwisseling enkel maar zal bevorderen.
  • De verzamelde kennis en expertise wordt vanuit Het Firmament gedeeld met het cultureel-erfgoedveld in Vlaanderen via de eigen website en nieuwsbrief en via de projectenbank van FARO. Praktijkvoorbeelden worden geanalyseerd op basis van toepasbaarheid in de Vlaamse context.
  • De integrale artikels van beide presentaties (Sigrid Bosmans, Veerle Wallebroek) worden opgenomen in een Engelstalige publicatie verspreid door SIBMAS.

 

Partnerorganisaties

n.v.t.

Leden stuurgroep

n.v.t.

Praktische info

Looptijd van
Organisatienaam
Het Firmament, Musea & Erfgoed Mechelen
Contactpersoon
Veerle Wallebroek, Sigrid Bosmans
Adres
Brusselpoort - Hoogstraat 83, 2800 Mechleen
Telefoon
015 34 94 36
Financieringsbron(nen)

De Vlaamse overheid subsidieerde de buitenlandse verplaatsing en het verblijf via de subsidielijn 'tussenkomst voor internationale reis en verblijfskosten'.Het Firmament en Erfgoed & Musea Mechelen financierden uit eigen werkingsmiddelen de resterende kosten.