MuMo staat voor ‘Museum Monitoring’. Het project heeft de ambitie om datalogging in musea, een cruciale voorwaarde voor de preventieve conservering van erfgoed, open te breken en een alternatieve end-to-end oplossing aan te bieden. Dit doen we door op een onbevangen manier naar iedere schakel in de datalogging-keten te kijken en d.m.v. open hard- en software-oplossingen een eigen systeem te bouwen dat écht ‘open data’ maakt van de gegevens die het datalogsysteem genereert.

Met het MuMo-project bouwen we een end-to-end, modulair en open datalogsysteem dat kwaliteitsvolle en interoperabele data oplevert. Dit project omvat twee elementen:

1. We bouwen dataloggers die betrouwbaar gegevens monitoren en deze data laten stromen naar een web-based dashboard. Alle componenten van dit systeem worden gerealiseerd met open hard- & software en/of volgens de principes van open design. Het dashboard wordt gebouwd met open source software en het ganse datalogsysteem wordt gedeeld via github met een open licentie (CC BY NC SA), zodat het projectresultaat door iedereen kan gerealiseerd/bewerkt worden (zonder commerciële doeleinden na te streven).

2. Om de data van de MuMo-dataloggers duurzaam te beheren en het delen van data buiten de eigen datasilo te faciliteren, bouwen we een ‘open sensor data space’, in lijn met het Vlaamse Smart Data Space. 

De Dataloggers

We baseren ons datalogsysteem op een aantal in huis ontwikkelde prototypes (met open hard- en software) en een hierop gebaseerd ‘innovatief partnerproject: MuMo_v1’, waardoor we de technische haalbaarheid van het project goed kunnen inschatten. Voor meer achtergrond mbt dit traject, verwijzen we naar de sectie ‘voortraject’ in de aanvraag van Fase 1. Het datalogsysteem bevat drie componenten: een node, een gateway en een dashboard. De node is de datalogger, die monitort adhv een aantal sensoren zijn omgeving en verstuurt een signaal met hierin de geregistreerde gegevens. De gateway pikt dit signaal op en forward deze gegevens naar een dashboard. Dit dashboard visualiseert al deze gegevens en biedt een aantal extra functionaliteiten (vb. exporteren van gegevens, flexibele grafieken, alarmen, kalibratie, etc.).

Een MuMo-data space d.m.v. Vlaamse Smart Data Space

Duizenden musea ter wereld monitoren de bewaaromstandigheden van hun collecties. In vele gevallen echter wordt de data van de loggers lokaal op het toestel zelf bewaard. In het beste geval worden deze gegevens doorgestuurd naar een centraal beheerde applicatie (al dan niet via het web toegankelijk). Het uitwisselen van gegevens uit dergelijke systemen met andere systemen (vb. gebouwbeheersyteem, collectiebeheersysteem) is echter zeldzaam, en het aggregeren (en publiceren als Linked Open Data) van gelijkaardige datasets van verschillende musea/(datalog)systemen gebeurt vrijwel nooit. 

Hier willen we verandering in brengen. Door onze activiteiten te richten naar de Vlaamse Smart Data Space, kunnen we een ecosysteem (helpen) opzetten waarbinnen dergelijke integraties wel mogelijk zijn. Door samenwerking met Digitaal Vlaanderen en Imec - IDLab, aligneren we ons project met de bredere Vlaamse beleidsdoelstelling van Open Databeleid en meer specifiek met het initiatief van de Vlaamse Smart Data Space (cf. https://www.vlaanderen.be/digitaal-vlaanderen/onze-oplossingen/vlaamse-…). Partner Imec stelt dat: 

‘De Vlaamse Smart Data Space zorgt voor de duurzame publicatie en raadpleging van sensordata en hun contextinformatie. De nadruk van de VSDS ligt op duurzaam decentraal publiceren binnen een ecosysteem van (sensoriële) databronnen en het hergebruiken van data d.m.v. een interoperabele architectuur.

Hoe past MuMo in VSDS? De componenten die ontwikkeld worden binnen VSDS kunnen bij MuMo op specifieke use cases op real-world data getest worden. Zo wordt MuMo een voorbeeldcase en geven de resultaten belangrijke feedback op de VSDS componenten. MuMo is een uniek voorbeeldcase omdat het zowel data ingestion als data publicatie nastreeft. Hierbij worden de componenten van VSDS gebruikt zodat potentiële problemen met deze componenten bloot komen te liggen. In latere fasen worden ook afgeleide stromen ontwikkeld zodat het een echte data space wordt.’