Unesco erkent ook valkerij als Immaterieel Cultureel Erfgoed

Valk in de vlucht

Na Aalst Carnaval, Houtem Jaarmarkt, het Krakelingenfeest en Tonnekensbrand, werd nu ook de valkerij toegevoegd aan de Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van Unesco. Samen met tien andere landen steunde de Vlaamse Unesco-Commissie op voorstel van minister Schauvliege het internationaal dossier over de Valkerij dat de Verenigde Arabische Emiraten bij Unesco indiende.

Valkerij, de unieke jachtvorm waar de band tussen mens en roofvogel centraal staat, wordt al meer dan 4000 jaar beoefend. De oorsprong vond men vermoedelijk bij de Aziatische steppevolkeren. Via de Perzen, de Franken en de Arabieren ten tijde van de kruistochten en de zijderoute kwam deze kennis ook naar onze streken.
Reeds in de 10de en 11de eeuw vormde de valkerij voor onze streken een belangrijke bron van inkomsten. Het centrum bij uitstek was Arendonk, nabij Turnhout. Het hoogtepunt situeert zich tijdens het Bourgondisch tijdperk. Maria van Bourgondië en Margareta van Oostenrijk waren fervente aanhangers. Valkerij was ook nauw verbonden met de aristocratie en kende door toedoen van de Franse Revolutie en de maatschappelijke gevolgen een inzinking. In de tweede helft van de 20ste eeuw nam de interesse toe, samen met de groeiende heropflakkering van de belangstelling voor de natuur. Men startte met kweekprogramma’s voor de slechtvalken, wat al snel resulteerde in het gegeven dat men de roofvogels ook in gevangenschap kan kweken. Hierdoor kwam er een renaissance voor de valkerij op gang die ook in Vlaanderen – de historische bakermat van de valkerij – het draagvlak vergrootte.

Bron: Belgische Valkerij Federatie en Unesco

UNESCO
immaterieel erfgoed
valkerij