De kritische lezers van FARO

Cover van boek ‘De kritische bezoeker’

Op 15 maart 2024 lanceerden de Universiteit Maastricht, de Reinwardt Academie en het Wereldmuseum het boek De kritische bezoeker. Erfgoedpraktijken in verandering (Reinwardt Academie, 2023). De publicatie biedt "kritische reflecties op huidige praktijken in musea en archieven". Het boek wordt expliciet gepresenteerd als een “onvolledige gids” voor de erfgoedsector en als een startpunt voor kritische analyse en reflectie. Het kadert in het onderzoek The Critical Visitor, dat loopt van februari 2020 tot april 2025. Vijftien erfgoedpartners zoeken daarin naar intersectionele manieren om de toegankelijkheid en inclusiviteit van erfgoedplekken te herdenken. 

Een hele boterham dus … En ook met zijn 348 bladzijden is het boek een heuse klepper. Daarom stelde FARO een leesclub samen. Een achttal collega’s lazen elk een aantal hoofdstukken en destilleerden daaruit de punten die interessant kunnen zijn voor onze eigen dienstverlening. Kort samengevat zien we aanknopingspunten op het vlak van advies rond mondelinge geschiedenis, methodieken zoals ‘zine-workshops’ en een bredere werking rond inclusie en diversiteit. Maar vooral hadden we het over hoe het boek onze kijk op erfgoedwerk beïnvloedt. Want bovenal zet dit boek aan tot kritische reflectie.

Wat onthouden de FARO-collega’s?

Hildegarde Van Genechten, adviseur participatie | educatie

Collega Hildegarde vat de boodschap van het boek als volgt samen: “De kritische bezoeker gaat over de stem van ondervertegenwoordigde mensen en groepen in de erfgoedwerking. Het gaat niet zomaar over het diverser maken van collecties en werkingen; het is een oprechte kwestie van sociale rechtvaardigheid. Voor mij persoonlijk schuilt net daar de maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid die we als erfgoedwerkingen kunnen opnemen in de samenleving.”

Hildegarde: "Het in vraag durven stellen van systemen van privilege en onderdrukking is daarbij cruciaal. Deze publicatie slaagt er bijzonder goed in om dergelijke vragen te opperen. In veel mindere mate geven de auteurs ook concrete antwoorden op deze vragen. Maar toch formuleren ze ideeën die inspirerend zijn om mee te nemen. Zo stippen Eliza Steinbock en Hester Dibbits aan dat we niet alleen kritische bezoekers nodig hebben, maar ook kritische erfgoedmedewerkers die mensen een stem durven geven. En dat in álle erfgoedfuncties."

"Als de stelling dat erfgoedproductie een vorm van kennisproductie is, serieus genomen wordt, dan lijkt het cruciaal om de kritische erfgoedmedewerker een centrale rol te geven en betere ondersteuning te bieden, om zo niet alleen het verlies van alternatieve kennis te beperken, maar ook om zich toe te leggen op de continue versterking van stemmen uit gemarginaliseerde gemeenschappen." (p. 39)

Elien Doesselaere, adviseur immaterieel erfgoed | communicatiemanager

Collega Elien refereert aan de zin "'Wie komt er binnen?' is niet de juiste vraag, maar 'wie activeert de ruimte?'” uit de inleiding (p. 21): “Op het eerste gezicht een wollige vraag, maar dankzij een gesprek met collega’s ben ik daar anders over gaan denken. Want wat bleek? Ik had ‘wie’ heel nauw geïnterpreteerd, alsof die ‘wie’ enkel op de bezoeker kon slaan. Maar neen! ‘Wie’ slaat evengoed op het instituut of de erfgoedwerker zelf, die een ruimte inricht en zo bepaalt hoe die ervaren wordt door de bezoeker. En dan gaat het heus niet enkel en alleen om de inrichting van de ruimte, maar evengoed ook om wie al aanwezig is in een bepaalde ruimte. Of om wie afwezig is of de ruimte (niet) kan activeren.”

Elien: "Ook de zin 'Het thema selecteert de deelnemer.' bleef hangen (p. 196). Bedoeld als: kom los van een doelgroepenbenadering, breng een bepaalde inhoud, snij een bepaald onderwerp aan, en (een ander) publiek zal komen. Daar zit zeker waarheid in, maar de vraag stelt zich of het wel zo eenvoudig is. Want dat publiek moet de instelling ook wel weten te vinden. Dan leg je weer veel verantwoordelijkheid bij de ander, in dit geval het publiek, terwijl institutionele verandering ook nodig is."

Saidja Steenhuyzen, onderzoeker

Ook collega Saidja grijpt terug naar de inleiding: “Alhoewel zwaar en niet gemakkelijk te lezen, zijn er enkele pakkende zinnen in terug te vinden. Zo lezen we op een gegeven moment een oproep om af te stappen van het 'solutionistisch denken: het oplossingsgericht werken in erfgoed- en cultuurwerk' (p. 34). Daarbij wordt geopperd dat het werken rond diversiteit en inclusie een afvinkvakje geworden is.” 

“Er heerste een gevoel dat de druk om diversiteitswerk aan te tonen om subsidies te krijgen, […], ertoe had geleid dat er een focus lag op dat wat ‘nieuw’ was, in plaats van dat eerder werk werd geherformuleerd of verbeterd. Veel deelnemers waren van menig dat transformerende inclusie zou ontstaan door dieper in de institutionele geheugens en geschiedenissen te duiken, niet door het toevoegen van een nieuwe laag in een programma, of door het ontwerpen van een project voor een voorheen gemarginaliseerde groep.” (p. 34)

Saidja: “Deze quote wekte eerst wat wrevel op. Want natuurlijk moeten we altijd zoeken naar verbetering, naar oplossingen. Maar als ik er verder over nadenk, stelt zich de vraag of we hierdoor niet net alles tegenhouden? Blijven we te lang zoeken naar het alomvattende antwoord op een vraagstuk dat niet één antwoord heeft? Misschien moeten we dan maar naar buiten stappen zonder dat we alle antwoorden hebben. En moeten we onszelf kritisch durven uitlaten over de geschiedenis van ons instituut/instituten.”

"Een paar pagina’s verder botste ik op de zin 'Op je gemak zijn met ongemak' (p. 37). Dit deed voor mij veel op zijn plaats vallen en gaf een soort van rust. Het is oké om niet alle antwoorden te hebben en nog te zoeken. Het is oké om zaken uit te proberen. Zolang we eerlijk blijven, een open blik blijven houden en transparant te werk gaan.”

Anne Milkers, adviseur (boven)lokaal erfgoed | musea

Collega Anne keek naar het Special Guests programma dat het Van Abbemuseum sinds 2014 uitbouwt: "Het programma vertrekt van de idee van tastobjecten, geursamples, audiotours, gebarentaal enzovoort om de collectiepresentatie meer toegankelijk te maken voor bezoekers met een beperking. De collectiepresentatie Dwarsverbanden (2021-2025) maakt 25 van de 120 kunstwerken multizintuiglijk toegankelijk."

Anne: "Maar het gaat niet alleen over fysieke toegankelijkheid maar minstens ook over het representeren van personen met een beperking in het verhaal van het museum, m.a.w. in de gekozen invalshoeken en historische en hedendaagse verhalen."

“Het werk van kunstenaars kan bijdragen aan het uitdagen van institutionele praktijken, en inzicht bieden in de manieren waarop het museum (onbewust) normatieve ideeën over beperking construeert en continueert. [...] Voor een toegankelijke museumervaring is het van belang dat bezoekers met een beperking zichzelf gepresenteerd voelen in de gekozen invalshoeken en historische en hedendaagse verhalen.” (p. 305)

Katrijn D’hamers, adviseur participatie | diversiteit

Collega Katrijn onthoudt enkele interessante concepten die naar voren worden geschoven in het boek, zoals "de noodzaak tot demoderniseren", toegelicht door Charles Essche van het Van Abbemuseum.

Katrijn: "Het idee van moderne kunst wordt vaak geassocieerd met artistieke autonomie, een schijnbare vrijheid om zich onafhankelijk van de maatschappij of overheid uit te drukken. Kunst wordt echter altijd geproduceerd onder bepaalde omstandigheden en met de goedkeuring van financiële en culturele opdrachtgevers, zo duidt Essche." 

“Demoderniseren […] verkent hoe kunstwerken verbonden zijn met veel bredere sociale en politieke activiteiten en gebeurtenissen waar ze bij stilstaan, die ze documenteren, of die ze proberen te weerstaan.” (p. 105)

Katrijn: "Een demoderne aanpak gaat daarbij fundamenteel in op ‘relaties’: kunstenaars en hun kunstwerken zijn mee onderdeel van een verhaal over de eigen creatie en de omgeving waarop kunst reageerde. Hij noemt het verder "ontkoppelen en herkoppelen": het oude netwerk van het moderne narratief wordt losgelaten en nieuwe verbindingen met andere knooppunten worden gelegd. Een dergelijke interessante benadering vraagt volgens Katrijn om een gedragen aanpak binnen een museum. Wanneer alle museummedewerkers bereid zijn om verworvenheden en routines in vraag te stellen, groeit het potentieel om nieuwe stemmen te horen en narratieven te vertellen."

Jelena Dobbels, adviseur archieven en erfgoedbibliotheken

Collega Jelena keek naar het hoofdstuk over dekoloniseren van archieven.

“Digitaliseren zorgt niet primair voor vergroting van de toegankelijkheid, maar voor vergroting van de beschikbaarheid van de documenten en dat zijn twee verschillende dingen.” (p. 352)

Jelena: "Het digitaliseren en digitaal toegankelijk maken van koloniale archieven wordt inderdaad vaak als dé oplossing gezien. Het biedt natuurlijk veel mogelijkheden voor koloniale archieven die voor meerdere landen en gemeenschappen van belang zijn. Maar toegankelijkheid en beschikbaarheid zijn verschillende dingen. Daarom moet gedeeld eigenaarschap centraal staan bij het dekoloniseren van archieven: samenwerken bij het verbeteren van bestaande toegangen en inventarissen. In welke taal zijn ze opgesteld? Kunnen ze vertaald worden zodat alle relevante gemeenschappen deze toegangen kunnen raadplegen? Er moet ook aandacht zijn voor bias, mogelijk kwetsend taalgebruik en eenzijdige of ontbrekende contextualisering van de archieven."

Olga Van Oost, directeur 

Collega Olga gaat in op de aanpak van het boek en het onderzoeksprogramma: “Het leest als een geslaagde samenwerking tussen musea, erfgoedprofessionals en -organisaties, én de onderzoeks- en opleidingswereld, gespreid over meerdere jaren én met budget. Onderzoekers van vijf universiteiten en tien professionele erfgoedpartners waren betrokken: daar neem ik mijn hoed voor af! Het is dankzij dit soort samenwerking waarbij partners gelijkwaardig zijn, en er fondsen zijn om mensen te betalen voor de geleverde inspanningen dat zowel de academische als de erfgoedsector kunnen groeien.” 

“De bijzondere aandacht die ‘kritische reflectie’ krijgt in het boek, zou afgedaan kunnen worden als een dooddoener of evidentie. Kritische reflectie lijkt eenvoudig maar is het niet. Het vraagt om een attitude van stilstaan, studeren, nadenken en uitwisselen. Het vraagt dus (om veel) tijd, die we te weinig schijnen te hebben, of die we niet meer durven te maken. In die zin vind ik de focus op ‘kritische reflectie’ heel terecht en noodzakelijk.”

Op p. 23 stellen Dibbits en Steinbock dat “we professionalisme [hebben] geherdefinieerd, niet als neutraliteit, maar als methode van kritische reflectie.” 

Olga: “Dat zinnetje triggert, temeer omdat ‘professionalisme’ vandaag heel sterk wordt geassocieerd met processen van rationalisering, procedures, managerialisme etc., oftewel het tegenovergestelde van stilstaan en tijd nemen om na te denken.”

Alexander Vander Stichele, coördinator onderzoek

Ten slotte blikt ook collega Alexander terug op het lezen van het boek. En laat de kritische stem in zichzelf even horen. Te meer aan de hand van dit citaat:

“Ten eerste is erfgoedwerk werk dat je samen doet. Het wordt niet alleen gedaan door professionals, maar ook door anderen, en zij nemen ook belangrijke expertise en kennis met zich mee. Bovendien willen ze als belanghebbenden erkend, gezien, en gehoord worden. Daarom is er voor professioneel erfgoedwerk empathie en gevoeligheid nodig.” (pag. 17)

Alexander is hier helemaal mee akkoord en vindt dit zelf ook heel belangrijk: “Zeker omwille van de maatschappelijke rol die erfgoedorganisaties zouden moeten/kunnen/willen opnemen. Maar het leek wel alsof het boek die positie soms zelf even vergat. Heel wat teksten zijn activistisch geschreven. Voor mij is het soms een te veel ‘van en voor ons’-verhaal, waarbij de auteurs zelf weinig empathie in de weegschaal leggen. Wat met de niet-activistische museummedewerkers en/of -bezoeker?”

U leest het al, voer voor gesprek was het boek zeker wel.

Logo FARO-bibliotheek

U vindt het boek De kritische bezoeker in de FARO-bibliotheek. Een afspraak maken kan eenvoudig via bibliotheek@faro.be of 02 213 10 60. Actuele informatie vindt u op faro.be/bibliotheek

U kan het boek ook gratis downloaden via deze link.

Lees ook deze blog en kijk wat de deelnemers aan de workshop Intersectionaliteit in de erfgoedpraktijk meenamen uit de inleiding van het boek.

saidja steenhuyzen