Het cultureel-erfgoeddepotlandschap in beweging

Zentralmagazin, Münster. Foto: © FARO, Tine Hermans

Titel

Het cultureel-erfgoeddepotlandschap in beweging. Actualisering van de uitdagingen voor het bewaren van cultureel erfgoed in daartoe bestemde ruimtes

Centrale onderzoeksvraag/vragen

Actualisering van de studie over de ‘depotproblematiek’ in Vlaanderen (2016-2017), met het oog op de regierol afgestemd depotbeleid voor cultureel en onroerend erfgoed van de Vlaamse overheid. Die had als centrale onderzoeksvraag: wat zijn de belangrijkste infrastructuurnoden op het vlak van depots en potentiële subsidievragen die aan de Vlaamse overheid zouden gesteld worden, rekening houdend met het wegvallen van de provincies?

De studie uit 2016-2017 had een kwantitatief luik waarin op basis van beschikbaar cijfermateriaal een overzicht werd gegeven van de omvang, (nog) beschikbare ruimte en kwaliteit van de gebruikte depotinfrastructuur.

Daarnaast bevatte de studie een uitgebreid kwalitatief luik waarin op basis van gesprekken en veldanalyse verder werd ingegaan op de ‘depotproblematiek’ anno 2016, de mogelijke pistes en ontwikkelingen die eraan zaten te komen en de potentiële impact van het wegvallen van de provinciale regierol hierop.

FARO werd gevraagd om een kwantitatieve en een kwalitatieve update te geven van deze studie, rekening houdend met:

  • het breder collectiebeleid van de Vlaamse collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties;
  • raakvlakken met en gelijklopende uitdagingen bij het domein onroerend efgoed;
  • aandacht voor de rol en positie van private spelers op de markt;
  • analyse en evaluatie van huidige beleidsinstrumenten en ondersteuning.

Belangrijkste bevindingen

Kwantitatieve analyse

  • Het is en blijft moeilijk om de depotcapaciteit van collectiebeherende instellingen nauwkeurig in kaart te brengen.
  • Tussen 2014 en vandaag stellen we globaal genomen een toename in depotcapaciteit vast.
  • Toename aan externe depotcapaciteit betekent niet dat de problematiek van het nijpend capaciteitstekort nu plots veel minder is.

Kwalitatieve analyse

Infrastructuur

Algemeen

  • De cultureel-erfgoedsector staat niet stil: verschillende depotoplossingen bestaan naast elkaar.
  • Er is doorgaans een lange doorlooptijd voor elk infrastructuurproject.
  • Gaat de werklast die gepaard gaat met het vinden van een depotoplossing ten koste van andere basisfuncties?
  • De conjunctuur en duidelijke beleidskeuzes zijn van groot belang.
  • Zijn er mogelijks opportuniteiten binnen de relanceplannen van de EU en Vlaanderen?
  • Er is een evolutie naar steeds duurzamere infrastructuur.

Vlaamse (kunst)steden

  • Hebben een eigen dynamiek qua infrastructuur (draagkracht & expertise).
  • Al dan niet samen met de omliggende regio.
  • Belangrijke link met FoCI-subsidies!

Regionaal

  • Trekker: een bestuur, instelling of IGS?
  • Model onder druk door wijziging FoCI-reglement?
  • Tweede golf te verwachten dankzij verder karteren regionale noden?
  • Expertise raakt in bepaalde regio’s beter verankerd dan in andere.

Exploitatie = afspraken maken

  • Eigen dynamiek qua infrastructuur.
  • Vaak acute nood aan advies en begeleiding.
  • Occasioneel eigen oplossing (depot binnen ruimer geheel).

Werking

Algemeen

  • Het (depot)beleid moet een mix van infrastructuur én werking blijven.
  • De infrastructuurdossiers eisen de meeste aandacht op.
  • Maar de functie ‘bewaren en borgen’ gaat verder dan dat.

Collectiezorg

  • Registratie (aantallen, afmetingen, materialen, foto …)
  • Preventieve conservering – ook in situ
  • Collectieprofiel + risicoanalyse + waardering + herbestemming

Exploitatie = afspraken maken

  • Wie doet wat wanneer? Werking i.f.v. verschillende eigenaars!
  • Belang depotprofiel
  • Belang calamiteitenplanning

Beleidsinstrumenten & ondersteuning

Algemeen

  • Nood aan een breed scala dat elkaar aanvult zonder dat overlap ontstaat.
  • Is het wegvallen van de provinciale ondersteuning ondertussen (grotendeels) verteerd?
  • Lacune in instrumentarium: subsidies voor beperkte ingrepen in bewaaromgeving.
  • Onzekere factor: toekomst Vlaamse erfgoeddatabanken + consulentschap.
  • Bepaalde instrumenten of hulpmiddelen nuttig voor zowel cultureel erfgoed als onroerend erfgoed.
  • Zeer divers en rijk cultureel-erfgoedveld in Vlaanderen: evolueert voortdurend (steunpunten, landelijke dienstverleners, instrumenten op allerlei niveau’s) – hoe complementair werken?

Financiële instrumenten

  • Departement CJM
  • Binnen reglementen, maar ook i.f.v. specifieke vragen?
  • (Enige) ruimte voor onderzoek en innovatie behouden.

Kennisinstrumenten

  • FARO: Erfgoedwijzer, vorming, advies & begeleiding, onderzoek …
  • Spectrum, RE-ORG …

Ondersteuning

  • FARO: Uitleendienst Erfgoed, DICE …
  • CJM: Vlaamse erfgoeddatabanken + consulentschap registratie
  • Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, dienstverleners …

Waarom is dit onderzoek relevant voor uw erfgoedorganisatie?

Op basis van het rapport krijgen erfgoedorganisaties beter inzicht in de huidige stand van zaken van het complexe depotlandschap in Vlaanderen.

Daarnaast biedt het rapport inzicht in de verschillende mogelijkheden inzake depotoplossingen en geeft het een overzicht van het bestaande (beleids)instrumentarium van toepassing op depots, evenals op de verschillende vormen van ondersteuning.   

Ten slotte schetst het rapport de uitdagingen voor de komende jaren en doet het hieromtrent een aantal aanbevelingen.

Methode

  • Kwantitatief onderzoek (statistische analyse van bestaand cijfermateriaal).
  • Deskresearch en verdiepende kwalitatieve analyses via interviews, gesprekken en de kennis opgebouwd tijdens de reguliere dienstverlening.

Doelgroep

  • Beleidsmakers
  • Collectiebeherende cultureel-erfgoedorganisaties
  • Dienstverlenende cultureel-erfgoedorganisaties
  • Erfgoedcellen en intergemeentelijke onroerend-erfgoeddiensten

Uitvoerders

Wouter Lammens en Alexander Vander Stichele i.o.v. Departement CJM

Periode

2010