Cultureel erfgoed en corona: een balans

Foto door Alexander Gresbek, via Pixabay

Titel

Cultureel erfgoed en corona: een balans. Een verkennende studie over de impact van de COVID-19-pandemie op de Vlaamse cultureel-erfgoedsector.

Centrale onderzoeksvraag/vragen

In het kader van het Relanceplan Cultuur van minister Jambon kregen de sectorale steunpunten (Kunstenpunt, Socius, FARO) i.s.m. Cultuurloket de opdracht om mee te werken aan het project Cultuur na corona. FARO was verantwoordelijk voor het traject ‘cultureel erfgoed’. 

Concreet kreeg FARO de opdracht om:

  • op zoek te gaan naar goede praktijken die tijdens de coronacrisis zijn ontstaan of tot volle bloei zijn gekomen. 
  • een beeld te geven van de impact die de crisis op de sector heeft gehad.  

Belangrijkste bevindingen

We konden vaststellen dat de pandemie enkele veranderingen op gang heeft gebracht. Al is het misschien beter om te stellen dat de pandemie bepaalde transities, die al bezig waren, heeft versneld en/of er de urgentie van heeft aangetoond. 

Als besluit kunnen we enkele uitdagingen formuleren. 

  1. De maatschappelijke uitdaging: corona zorgde ervoor dat de gekende en bestaande maatschappelijke ongelijkheden werden versterkt en soms uitvergroot. Cultureel erfgoed kon tijdens de pandemie duidelijk bijdragen tot het welzijn en het welbehagen van burgers en gemeenschappen. Reflecties over het belang van participatie met burgers en erfgoedgemeenschappen, maar ook over het gebruik en het delen van publieke ruimtes tijdens een crisis, zijn daardoor hoger op de agenda’s gekomen. Daarnaast was er tijdens de crisis een grote solidariteit, zowel binnen als buiten de cultureel erfgoedsector.
     
  2. De digitale uitdaging: de cultureel-erfgoedsector werkt al jaren aan zijn ‘digitale transitie’. Maar het is confronterend dat nog steeds dezelfde uitdagingen worden geformuleerd als tien jaar geleden. De pandemie heeft aangetoond dat er niet langer gedraald kan worden. Een digitale werking is noodzakelijk en onomkeerbaar. Zowel voor de interne als externe werking kunnen we spreken van een digitale ‘omslag’, of voor sommigen eerder een ‘versnelling’. Maar dit stelt uitdagingen. Er blijken sterke noden op het vlak van digitale infrastructuur en de ontwikkeling van digitale competenties en deskundigheid van personeel. De sleutel ligt er echter in om op een digitale manier te beginnen denken. Zeker zo bij digitale publieksactiviteiten. Belangrijk daarbij is om ruimte te creëren voor experiment, voor ‘trial and error’. Toch zal het een uitdaging zijn voor cultureel-erfgoedorganisaties om steeds te waken over de kwaliteit van hun digitale content. 
     
  3. De organisatorische uitdaging: op basis van de bevindingen kan gesteld worden dat hybride werken dominant zal worden na de pandemie. Organisaties zullen de uitdaging moeten aangaan om de verschillende werkculturen, ontstaan tijdens corona, van hun medewerkers terug compatibel te maken. En tegelijkertijd ook meer aandacht te (blijven) schenken aan een goede work-life balance. 
     
  4. De uitdaging voor de publieks- en vrijwilligerswerking: door de tijdelijke sluiting en beperkte heropening zijn cultureel-erfgoedorganisaties een groot deel van hun publiek verloren tijdens de pandemie. Het vertrouwde publiek terughalen en het bestendigen van de band met het nieuwe publiek, zoals jongeren en families met jonge kinderen, vormt dan ook een uitdaging voor de toekomst na corona. Daarnaast staat ook de juiste verhouding vinden tussen het digitale aanbod en publiek en het fysieke op de agenda. Dit digitale aanbod heeft ook de nood blootgelegd voor een betere bezoekersregistratie en datamonitoring, evenals structureel ingebedde vormen van publieksonderzoek. Niet alleen de bezoekers bleven weg, maar ook de vrijwilligerswerkingen vielen stil. Er is dan ook een grote vraag naar effectieve en werkbare strategieën om vrijwillige erfgoedmedewerkers opnieuw te activeren en om het lokale verenigingsleven te promoten, alsook het bestuur en ledenbestand van lokale erfgoedverenigingen te diversifiëren. 
     
  5. De uitdaging voor collectiebeheer en -ontsluiting: de pandemie en de beperkte fysieke toegang tot de collecties die hiermee gepaard ging, deed in een aantal organisaties het aantal calamiteiten toenemen. Ook andere natuurrampen in 2021 verplichtten de organisaties om sterker in te zetten op calamiteitenplanning en -beheersing. De toegenomen digitalisering kan ook op dit vlak een rol spelen, met digitale conditierapportering en digitaal koerieren. Ook de collectieontsluiting en digitalisering van collecties komt zo in beeld. Tijdens de pandemie werd hier duidelijk dat deze werking, vooral gebaseerd op vrijwilligers, te kampen kreeg met achterstand. Hiermee raken we aan een kernprobleem dat door de sector wordt benadrukt: het gebrek aan middelen, personeel én tijd om de basiswerking te garanderen. De digitale werking komt hier dan nog eens bovenop. 
     
  6. De zakelijke uitdaging: de coronapandemie leverde het bewijs van het belang van een sterke overheid, ook zo voor de cultureel-erfgoedorganisaties. In Vlaanderen kon de financiële impact beperkt worden dankzij overheidssteun. Dat zien we sterk terugkomen in de internationale vergelijking. Maar daardoor komt de noodzaak om te zoeken naar alternatieve zakelijke modellen te weinig naar voren. De pandemie was daarnaast ook geen goede periode om hiernaar op zoek te gaan. We zien wel veel vragen over digitale verdienmodellen. Het idee leeft sterk en wordt in de praktijk bevestigd dat de online gebruiker niet wenste te betalen voor het digitale aanbod. Daarnaast zijn organisaties ook sterke voorstander van het ‘open data’ principe.  
     
  7. De internationale uitdaging: de grootste uitdaging op internationaal vlak ligt in het opnieuw aantrekken van buitenlandse toeristen. Tijdens de pandemie was er (noodgedwongen) een focus op het lokale erfgoed. Dit kwam voor een groot aantal organisaties als een herontdekking en een verademing. De uitdaging in de toekomst zal dan ook zijn om een gezond evenwicht te vinden tussen het internationale en het lokale toerisme, de vaste collectiepresentatie en de tijdelijke tentoonstelling. 

Waarom is dit onderzoek relevant voor uw erfgoedorganisatie?

Waar moet u als cultureel-erfgoedorganisatie in deze toekomst na corona op letten? Welke uitdagingen liggen er op de loer? En bent u daarin alleen? Het rapport geeft een beeld van uitdagingen die we met de hele sector kunnen aanpakken. 

Binnen het onderzoek werden ook zes goede praktijken verzameld van (digitale) initiatieven die tijdens deze periode tot bloei kwamen. Hier kunt u inspiratie opdoen voor uw eigen werking. Niet alleen de mooie kanten belichten we hier, maar ook de moeilijkheden. 

Methode

  • Fase 1: literatuurstudie
  • Fase 2: kwantitatief luik met twee enquêtes
  • Fase 3: kwalitatief luik met focusgroepen
  • Fase 4: interviews

Doelgroep

Gesubsidieerde en erkende cultureel-erfgoedorganisaties

Uitvoerders

Leonard Adriaen, Alexander Vander Stichele, Olga Van Oost, Saidja Steenhuyzen

FARO, in opdracht van minister van Cultuur Jan Jambon en het departement CJM 

Periode

2021