Het Los Angeles County Museum of Art (LACMA) heeft een goed idee. Het zet het (vooral bij jongeren erg populaire) socialemediaplatform Snapchat in om de collectie te ontsluiten. Bovenop de foto’s plaatst het grappige en spitsvondige verwijzingen naar de hedendaagse popcultuur.

Snapchat is een applicatie om foto’s en korte video’s te versturen. Bijzonder is dat de verzender kan bepalen hoe lang de bestemmeling het bericht te zien krijgt, waarna het onherroepelijk wordt vernietigd. Ondanks (of net dankzij) dat vergankelijk karakter blijkt het platform enorm populair. Er zouden zo’n 100 miljoen actieve gebruikers zijn, die samen 400 miljoen berichten per dag versturen.

“Een mooi kanaal om de interactie aan te gaan met wat voor erfgoedinstellingen een traditioneel moeilijk te bereiken publiek is,” moet Lucy Redoglia gedacht hebben. Zij is de socialemediamanager van LACMA. Per week stuurt ze gemiddeld drie 'snaps' de wereld in, waarbij ze een kunstwerk koppelt aan een verwijzing uit de popcultuur. Ze doet dat door telkens één zin onder de foto te plaatsen en/of door de foto lichtjes te bewerken. Zo kreeg een portret van twee jonge vrouwen door de Engelse schilder Thomas Sully (1783-1872) een verwijzing naar de film ‘Mean girls’. Ook zangeres Beyoncé, Hanson (een groep uit de jaren negentig) en vele anderen maken hun opwachting in het Snapchatkanaal van het museum. Het blijkt te werken. Terwijl het aantal volgers op Facebook en Twitter relatief stabiel is, blijft het aandeel Snapchat-vrienden dagelijks groeien.

Gevraagd naar zijn analyse van het initiatief van het museum, verklaart communicatie-expert Kristof D'hanens in De Morgen: “Een culturele organisatie moet in de eerste plaats een verhaal te vertellen hebben […] Snapchat of Instagram zijn populair bij jongeren, dus dat zit goed. Het is dan een kwestie van dat medium juist te gebruiken. Al te vaak zie je dat het wordt ingezet om reclame te maken, maar jongeren volgen geen accounts die roepen: 'Kom nu af!'" Daarom dat het concept van LACMA wél werkt. "Vergelijk het met de Instagram-accounts van StuBru of MNM", zegt D'hanens. "Die leveren goede content. Als [muzikant] Dave Grohl zijn been breekt, zetten zij een uur later een foto met grappige tekst online. 'Break a leg!' Die saus heb je nodig om de rest van je verhaal verkocht te krijgen. En dat is precies wat LACMA doet."

De (terecht veelgestelde) vraag of belangstelling op de sociale media zich rechtstreeks vertaalt in stijgende bezoekersaantallen, moet uiteraard gesteld worden. "Ik kan me niet voorstellen dat er morgen duizenden jongeren staan aan te schuiven aan het LACMA", aldus D'hanens. "Maar het effect van sociale media moet je op lange termijn bekijken. Wie geregeld in contact komt met content die niet tot zijn gemiddelde leefwereld hoort, loopt over enkele jaren misschien weleens een museum binnen. En dan is de kans groot dat hij werken zal herkennen vanop Snapchat."

Lees het artikel op de website van De Morgen. Ook deredactie.be besteedde aandacht aan het initiatief van LACMA.
TIP! In het FARO-dossier 'Erfgoed en communicatie' vindt u heel wat interessante informatie over sociale media.