Slöjd! Waarom elke Zweed oude ambachten kent

Het hoofdkwartier van Slöjd in Nääs. Foto: FARO

Op moederdag kreeg ik wel eens een knutselwerkje cadeau, af en toe bakte de juf koekjes en achterin de tuin hangt nog ergens een krakkemikkig vogelhuisje. Dat is zo ongeveer alles wat mijn kinderen aan handvaardigheid hebben meegekregen. Waren ze in Zweden geboren, lagen de kaarten helemaal anders. Samen met de andere projectpartners van CHARTER ontdekte ik er het onvertaalbare slöjd. Benieuwd wat dit begrip inhoudt? En waarom IKEA perfect in dat plaatje past? Lees vooral verder.

Een hit uit 1900

Lesmateriaal mandenvlechten in Nääs. Foto: FARO

Als we dan toch een poging tot vertaling doen, betekent slöjd zoiets als 'ambachtelijke vaardigheden'. De term werd gemunt in 1872 toen Otto Salomon het Slöjdlärseminarium oprichtte bij het landhuis van zijn familie in Nääs. Als verzet tegen de industriële revolutie blies hij daarmee ambachten nieuw leven in. Niet omdat die op zichzelf belangrijk zouden zijn, wel omdat het beoefenen ervan grote pedagogische voordelen zou hebben. Leerlingen een maakproces laten doorlopen, zou immers hun probleemoplossende vaardigheden versterken. Door goed te weten hoe dingen gemaakt zijn, zouden ze meer respect krijgen voor makers en ook eenvoudiger hun eigen spullen kunnen repareren. Bovendien zouden ze leren om niet onnodig veel materiaal aan de natuur te onttrekken. Kortom: de zelfredzaamheid van de Zweden kreeg met slöjd een flinke stimulans.

Otto Salomon was niet alleen een uitstekend pedagoog, hij wist ook wel het een en ander van communicatietechnieken. Zo bestelde hij een uitgebreide fotoreportage, bedoeld voor de wereldtentoonstelling van Parijs in 1900. Het resultaat? Delegaties uit meer dan veertig landen bezochten Nääs, het hoofdkwartier van de slöjd.

Verplichte kost sinds 1955

Slöjd sloeg niet alleen aan in het buitenland, in Zweden zelf waren er ook velen voor dit concept gewonnen. Sinds 1955 is het zelfs een verplicht schoolvak voor alle leerlingen tussen 9 en 15 jaar. De reden? Werken met de handen is een even valabele manier om na te denken en te innoveren als werken met het hoofd. Ambachten zijn net als poëzie een manier om zich uit te drukken, en alle kinderen moeten daartoe worden uitgenodigd.

Sindsdien leert elke Zweed een tafel timmeren, weven en manden vlechten. De laatste jaren gaat er in het Slöjdonderwijs veel aandacht naar repareren en herstellen. En zo is de link naar erfgoed snel gelegd.

Volwasseneneducatie

Leslokaal in Nääs. Foto: CHARTER

Zelf dingen maken is met slöjd zo een way of life geworden, eentje die IKEA heeft overgenomen. Een Billy-kast in elkaar zetten is natuurlijk eenvoudige kost na een basisvorming slöjd. Maar waarom zou je nog zelf de boom omhakken en de planken schaven? Mede daardoor is het ook in Scandinavië nodig om mensen ervan bewust te maken dat ze niet alles nieuw hoeven te kopen, maar dat ze ook kunnen repareren en recycleren. En dat gebeurt uiteraard op een fijne slöjd-achtige wijze.

Het uitgangspunt is immers dat je die oude ramen best zelf kan restaureren, maar dat je alleen een zetje nodig hebt. Dat duwtje in de rug vinden mensen op dezelfde plek waar het allemaal begon: een vormingscentrum in Nääs. Daar krijgt een handige harry of henrietta anno 2023 advies op maat en vorming om zelf de extra vaardigheden aan te leren die nodig zijn voor de klus. Een weekendje bijscholing en daarna zelf aan de slag, is het motto. In de bijbehorende shop vindt de doehetzelver relevante producten, naar oud recept en met respect voor het milieu.

Doctor in het ambacht

Klussen, restaureren en knutselen lijken in Zweden dus een nationale hobby te zijn. Toch zijn er ook genoeg mensen die er hun beroep van maken. In Mariestad kunnen ze daarvoor een bachelor of master in het ambacht behalen. Op deze campus van de universiteit van Göteborg lopen dan ook sierschilders, dakdekkers, tuinrestauratoren en houtbewerkers in spe rond. Ze leren er niet alleen de fijne kneepjes van het vak, ze doen er ook onderzoek naar nieuwe toepassingsmogelijkheden. Dat gebeurt al in de masteropleiding, maar vooral natuurlijk tijdens het doctoraat in de ambachten.

De proeftuinen in Mariestad. Foto: CHARTER

Tijdens ons bezoek aan Mariestad spraken we bijvoorbeeld met een doctoraatsstudent die onderzoek doet naar de beste compost voor historische tuinen. Op basis van oude handboeken ontwikkelde ze een aantal proefbakken en zo onderzoekt ze welke biologische compost het beste werkt voor welk type grond en plant. Een onderzoek dat niet alleen verloren kennis nieuw leven inblaast, maar ook heel wat innovatiemogelijkheden heeft op het vlak van duurzaamheid en het vergroenen van onze leefomgeving.

Een ander voorbeeld: een doctoraat over het aanpassen van traditioneel pleisterwerk aan hedendaagse temperatuurschommelingen. Er is via een doctoraat tijd om zaken uit te proberen en op basis daarvan wellicht ooit nieuwe, ecologisch verantwoorde producten te lanceren.

Voorbij de slöjdbubbel?

Door de sterke inzet op slöjd als leerlijn in het basisonderwijs en ook daarna, zijn ambachten bijzonder zichtbaar in Zweden. Iedereen heeft er immers ooit eens van geproefd en er zijn tal van mogelijkheden om er zich verder in te bekwamen. Betekent dat dan dat iedere Zweed idolaat is van erfgoed? Waarschijnlijk niet.

Tijdens ons bezoek aan Nääs en Mariestad ontmoetten we uiteraard enkel de promotoren van dit idee. Of de doorsnee Zweed na de middelbare school nog knutselwerkjes maakt of vogelhuisjes timmert, weet ik niet. Maar ik blijf wel bijzonder gecharmeerd van de brug die slöjd wil slaan tussen oude vaardigheden en innovatie voor de toekomst. Hadden mijn kinderen dat maar op school meegekregen.

 Meer lezen over Otto Salomon en slöjd kan in dit artikel.  

Foto's: CHARTER en FARO

Jacqueline van Leeuwen