Ontzamelen: het taboe doorbreken

Deel collectie Jaap Kruithof © Philip Boël

Ontzamelen staat vandaag op de agenda van heel wat musea. Dat is een recente ontwikkeling, want het thema was lange tijd taboe. In deze blogreeks delen enkele erfgoedmedewerkers uit de collegagroep ‘Herbestemmen’ hun ervaringen met ontzamelen. Aan vijf deelnemers legde FARO deze vier vragen voor:

  1. Welke ervaring heeft u opgebouwd omtrent ontzamelen (herbestemmen en afstoten) in de organisatie waar u momenteel werkt? 
  2. Waarom is het onderwerp volgens u controversieel? 
  3. Welke struikelblokken ervaart u bij het uitwerken van het proces? 
  4. Welke noden zijn er volgens u in Vlaanderen om het ontzamelproces tot een goed en duurzaam einde te brengen? Zijn er naast een toolbox ontzamelen, waarin methodes en praktijkvoorbeelden worden verzameld, nog andere noden? 

In deze blog geven we het woord aan Leen Beyers, curator in het Museum aan de Stroom in Antwerpen.

Onder erfgoedwerkers is er consensus over de meerwaarde van herbestemmen en afstoten. Voor de buitenwereld vraagt de praktijk om voorzichtigheid, om kritiek van stakeholders of politieke tegenkanting te vermijden. Want is het niet de taak van musea om zaken te verzamelen en te bewaren voor de toekomst? Leen Beyers wijst in die context op de ‘geefcultuur’ die rond museumcollecties hangt. Herbestemmen en zeker afstoten wordt nog altijd geassocieerd met vernietiging en verwijdering, wat tegenstrijdig klinkt met de essentie van musea.

Tot op vandaag hindert controverse de praktische aanpak van ontzamelen. Veel musea willen aan de slag, maar missen concrete handleidingen, tips en praktijkvoorbeelden. Zo blijkt ook uit onderstaand interview. Het traject ‘Ontzamelen’ van FARO hoopt het taboe definitief te doorbreken. Een toolbox ‘Ontzamelen’ kan helpen om ontzamelprocessen in de toekomst tot een goed einde te brengen.

Ontzamelen in het Museum aan de Stroom

Beperkte praktijkervaring

Leen Beyers vertelt: “Het zal je misschien verbazen, maar tot nog toe zijn we in het MAS niet tot het ontzamelen van een geregistreerde collectie overgegaan. We hebben wel ervaring met het thema via het waarderingsproject van de Collectie Jaap Kruithof. Deze verzameling was echter nog niet aanvaard als collectie van het MAS. In juridische zin ging het dus niet om ontzamelen.”

“Daarnaast hebben we een herbestemmingsvoorstel uitgewerkt voor acht wagens uit de collectie van het MAS, die sinds 1993 in langdurige bruikleen zijn bij het Karrenmuseum in Essen. De langdurige bruikleen zou worden omgezet in een herbestemming. We zijn ook in afwachting van de goedkeuring door het stadsbestuur van onze nieuwe, algemene herbestemmingsprocedure.”

De beperkte praktijkervaring ervaart Leen als een struikelblok: “Er is weinig ervaring met goede, doordachte ontzamelpraktijken, zowel binnen de Antwerpse musea als elders in Vlaanderen. Net daarom is het van belang om interessante praktijken breder bekend te maken. Het thema zit nog teveel in een schemerzone.”

Geefcultuur

“Het is de missie van musea om waardevolle zaken te bewaren voor en te delen met nieuwe generaties. Ondoordachte ontzamelpraktijken kunnen dus de essentie van het museum ondergraven,” stelt Leen Beyers.

“Rond museumcollecties hangt bovendien een geefcultuur. Heel wat museale verzamelingen en museumobjecten kwamen in het museum na schenkingen en legaten. Van geschonken objecten wordt niet verwacht dat ze in de nabije toekomst verwijderd worden. Daarnaast belemmert de geefcultuur om bij ontzamelen over te gaan tot verkoop. Musea staan precies dankzij de geeftradities een stuk los van de markt en dat zou best zo blijven.”

LAMO als voorbeeld

De Nederlandse LAMO kan een inspiratiebron zijn voor Vlaanderen. Leen Beyers: “Nederlandse musea plaatsen de objecten die ze herbestemmen tijdelijk, gedurende twee maanden, in een afstotingsdatabank. Die wordt beheerd door de Museumvereniging. Alle musea die lid zijn van het Museumregister hebben inzage in de databank en verwachten zich aan deze herbestemmingsvoorstellen.”

“We moeten de Nederlandse werkwijze niet klakkeloos overnemen, maar een ‘platform om tijdelijk te signaleren dat objecten worden herbestemd’ lijkt mij toch interessant. Het draagt bij tot samenwerking en voorzichtigheid. Natuurlijk dien je bij een herbestemmingsproject eerst te onderzoeken of de objecten in kwestie geen goede thuis zouden kunnen vinden in andere erfgoedinstellingen of publieke instellingen. Maar het eigen onderzoek en perspectief reiken soms niet ver genoeg. Acht weken de tijd nemen om anderen te laten reageren, draagt bij tot voorzichtigheid en getuigt ook van een collectieve zorg voor erfgoed, over de instellingen heen.”

Lees ook:

Met dank aan Nele Coene.

Foto: deel collectie Jaap Kruithof © Philip Boël

Anne-Cathérine Olbrechts