Grootschalige oorkondenvervalsing voor 1200?!

Historici zijn ervan overtuigd dat minstens 50% van de charters die uitgevaardigd zijn voor 1200 vervalsingen zijn. Een echte schande, ware het niet dat de middeleeuwers zelf vaak hun handen in onschuld wasten. Marco Mostert onderzocht daarom hoe het voor 1200 precies zat met “valse” en “authentieke” charters.

Oorkonden die we nu streng als “vals” betitelen kan men eigenlijk opdelen in twee categorieën: vervalste oorkonden en vernieuwingen. Vervalste oorkonden werden echt met de intentie om te bedriegen opgesteld. De auteurs van deze documenten wisten dus dat zij logen en zij deden dit doelbewust omdat ze er iets bij te winnen hadden. Heel anders ligt het bij de “vernieuwingen”. Hier was de opsteller ervan overtuigd dat hij de waarheid sprak, hij drukte een oudere waarheid gewoon uit in een nieuw medium.

Soms had men geen oude oorkonde omdat men gewoon was afspraken in de marge van een boek neer te pennen. Of men liet de partijen in een plechtig ritueel een eed zweren en vroeg later een getuige van toen hoe het precies zat. Met de opkomst van charters als medium om afspraken te noteren, besloot men de waarheid uit de ene bron gewoon over te zetten in een andere vorm. Zo maakte men dus nieuwe charters die volgens de opstellers de oude waarheid bevatten. Een ander mooi voorbeeld is een situatie waarin een abdij haar archief verloor tijdens watersnood. De monniken riepen toen getuigen op die de oude documenten hadden horen voorlezen en schreven hun relaas als “waarheid” neer.

Vooral partijen die niet zo vertrouwd waren met de finesses van het geschreven woord zagen er geen graten in om oude waarheden op deze manier in een nieuwe verpakking te steken. Na 1200 verandert dit. Door een toenemende professionalisering van het oorkondenbedrijf worden uiterlijke tekenen (zoals zegels) een steeds belangrijker middel om de waarheid van charters te bevestigen. Bovendien beginnen vorsten registers bij te houden waarin ze elk uitgevaardigd charter noteren. Ook de minder geleerde lieden voelden toen de bui hangen en begrepen stilaan dat ze voor een geldige oorkonde toch echt bij een officiële instantie moesten aankloppen.

Voor een meer genuanceerd beeld van de dunne grens tussen waarheid en leugen voor 1200 neemt u best de studie van Marco Mostert zelf even ter hand: “Forgery and Trust”, in: P. Schulte, M. Mostert en I. van Renswoude (red.), Strategies of writing. Studies on text and trust in the Middle Ages, Utrecht Studies in Medieval Literacy 13, Brepols, Turnhout, 2008, p. 37-59.

Vrije tags
middeleeuwen
Erfgoeddag 2010
FAKE?
vervalsing
oorkonden