De stem van het volk

15% van de Belgen leeft onder de armoedegrens. Dat is veel. En toch zien we die mensen zelden. De statistieken lezen we vaak genoeg, net als de studies, de rapporten, de analyses en verklaringen. Maar de mensen zelf, die vertellen niet zo vaak hun verhaal. Velen 'aan de andere kant' lijken hen zelfs niet op te merken als ze hun pad kruisen in het echte leven. ‘Volk’ van Tom Naegels en Marjorie Blomme probeert daar iets aan te doen.

In negen verhalen wordt de lezer midden in evenzoveel levens gegooid, levens van gewone mensen die het moeilijker hebben dan anderen om financieel rond te komen. Harde verhalen vaak, maar ook beminnelijke, pakkende, verrassende, en altijd: echte. In een literaire, directe vorm geven de auteurs een stem aan het volk.

Vijftien procent: dat zijn anderhalf miljoen mensen. Tel je de armen in Europa, dan kom je helemaal uit op een onbevattelijk cijfer: tachtig miljoen. Dat is zoveel als de volledige bevolking van het grootste land: Duitsland.

Hoe mensen die niet in armoede leven erin slagen om zo zelden met hen in contact te komen, mag dan ook een raadsel heten. Zoals een van de vertellers in dit boek zegt: “De meeste mensen hebben een ingebouwde gps in hun hoofd, die hen wegleidt van mensen met problemen. Ze staan er zelfs niet bij stil dat ze dat doen: ze herkennen ze van op een afstand en passen hun koers aan.”

Dat zorgt ervoor dat nogal wat misverstanden de ronde doen over armoede. Dat het alleen te maken zou hebben met geld, bijvoorbeeld - arme mensen zijn mensen met minder geld dan anderen, zorg dus dat ze meer geld verdienen en het probleem is opgelost. Dat het een kwestie is van individuele keuzes - arme mensen maken er dan de verkeerde, ze hebben zelf schuld aan hun armoede. Of zelfs dat het een kwestie is van moraal - arme mensen hebben de verkeerde normen en waarden.

Dit boek hoopt daar enige verandering in te brengen. Door tien levensverhalen te vertellen, willen de auteurs de complexiteit van een leven in armoede beter kunnen tonen dan een rechttoe rechtaan wetenschappelijk of journalistiek verslag zou doen. Hier praten tien echt bestaande mensen in de eerste persoon enkelvoud over hun eigen leven; ze vertellen hoe ze in de armoede verzeild zijn geraakt en hoe ze daarmee omgaan.

Wat meteen opvalt is hoeveel zaken met elkaar verbonden zijn: financiële problemen, depressies, ziekte, slechte opleiding, moeilijke relaties, gebrek aan nestwarmte, slechte woning, verknipt zelfbeeld, eenzaamheid… Vaker dan niet komen ze samen voor en hebben ze met elkaar te maken. Mensen die niet in armoede leven, hebben het al moeilijk als ze onverwacht ziek worden, bijvoorbeeld. Wie daarnaast al problemen genoeg heeft, gaat dan gemakkelijk kopje onder.

De meeste vertellers in dit boek hebben hun armoede ondertussen overwonnen. Wat niet betekent dat ze nu meteen weer volop deelnemen aan de maatschappij. De jaren in armoede hebben hen een moeilijk overbrugbare achterstand doen oplopen; ze hebben lang gevochten om uit de soep te geraken en nu staan ze weer aan een begin. “Ik ben achtenveertig, en ik ben het beu nu pas mee te maken wat ik dertig jaar geleden had moeten meemaken”, zegt een van hen. En natuurlijk kun je na het lezen van deze verhalen nog altijd besluiten dat er verkeerde keuzes gemaakt zijn, en dat deze of gene niet altijd blijk heeft gegeven van de 'juiste' normen en waarden. Vaak zul je zelfs gelijk hebben. Maar op de een of andere manier lijkt zo'n oordeel, als je het allemaal laat bezinken, minder relevant.

Dit boek werd geschreven op vraag van de Antwerpse vzw Recht-Op Kiel, een vereniging waar armen het woord nemen. De tien vertellers in dit boek zijn actief binnen de vereniging. Ondanks het feit dat ze allemaal afkomstig zijn uit de wijk het Kiel in Antwerpen, zijn hun verhalen erg uiteenlopend en bieden ze een goed beeld van de armoedeproblematiek. Om die niettemin in een breder perspectief te plaatsen, eindigt het boek met een beschouwend stuk van Lize Van Dijck, verbonden aan OASeS, het Onderzoekscentrum voor Armoede, Sociale uitsluiting en de Stad.

Met dank aan Marjorie Blomme en Tom Naegels voor deze tekst.

Vrije tags
cultuurparticipatie
literatuur
Armoe troef
Erfgoeddag 2011
beleid
OCMW
visie
ontbering