Internationale Dag van de Moedertaal (2): de namen van gekken …

Omdat Unesco 21 februari heeft uitgeroepen tot de Internationale Dag van de Moedertaal, probeert FARO deze week elke dag om uw aandacht en sympathie voor taaldiversiteit extra te verhogen. Vandaag gebruiken we daarvoor de link tussen taalvariatie enerzijds en een heel uitgesproken vorm van immaterieel-erfgoedbeleving anderzijds: carnaval.

Nog tot 13 maart 2011 kan u in het museum Het Domein in het Nederlands-Limburgse stadje Sittard terecht voor een opmerkelijke tentoonstelling met als titel Zo heisje veer! (Zo heten wij!). Het is niet de eerste carnavalstentoonstelling die dit regionale museum organiseert, maar deze expositie is bijzonder omdat ze handelt over namen; de namen van de meer dan elf carnavalsverenigingen die in de fusiegemeente Sittard-Geleen actief zijn. Als u zich niets kan voorstellen bij kleurrijke Limburgse namen zoals De Flaarisse, De Sjoutvotte, de Haverbüle, de Reube of de Koelköp, dan maakt deze tentoonstelling u aan de hand van carnavalsattributen (vaandel, embleem, kostuum, onderscheiding …) en tekstuele toelichting (in het AN) duidelijk wat ze betekenen, waarvoor ze staan en waarom ze door de betreffende carnavalsvereniging met gepaste trots gedragen worden.

En nu we toch in de carnavalssfeer zitten, kan in één moeite door op nog een ander aspect van taalvariatie in verband met deze vorm van immaterieel erfgoed gewezen worden. Het is sinds jaar en dag een (Noord-)Brabantse geplogenheid om de gemeentenamen in het kader van carnaval te vervangen door ludieke bijnamen. Zo kan u straks de carnavalsgekte gaan meebeleven in Oeteldonck, Knotsenburg, Lampegat of Brouwersgat. Maar dan moet u wel weten dat dit de carnavalsnamen zijn voor ’s-Hertogenbosch, Nijmegen, Eindhoven (ja: die lampen verwijzen naar de Philipsfabriek) en Dommelen (en ja: brouwers- vanwege de Dommelsch-brouwerij). Dit fenomeen van plaatsbijnaamgeving breidt zich ook verder noordelijk uit, zelfs naar plaatsen boven de Moerdijk die carnaval vieren. Zo heet Edam in het vijfde seizoen Sufbrugge, wordt Doetinchem met Leutekum aangeduid, staat Dwalmdam voor Rotterdam, Leemput voor Utrecht en voert Den Haag – de officiële residentieplaats van het Nederlandse koningshuis – met een Engelse knipoog de bijnaam Kreesiedentie.

Ten slotte nog een muzikaal en documentair extraatje voor de echte Jecken/believers.

Rob Belemans
taalvariatie
carnaval