Erfgoedklasbakken: een voorproefje in Torhout

Erfgoedklasbak Roel Daenen in Torhout © FARO, fotograaf: Dries Theuwissen

Midden februari trok FARO-collega en Erfgoedklasbak Roel Daenen met een les over striperfgoed naar het Sint-Jozefscollege in Torhout. Daar stond de ‘alternatieve lesdag’ voor de leerlingen van de derde graad in het teken van Congo.

De school bracht een indrukwekkende waaier Congo-experts in stelling, met onder meer VRT-journalisten Katrien Vanderschoot en Peter Verlinden, auteurs Eva Kamanda, Kristof Bohez en Leen van de Berg en nog vele anderen. Er werden films en documentaires getoond over Congo en leerlingen kregen een introductie in de vele talen die in Congo gebruikt worden. Daarnaast konden de leerlingen kiezen uit groepsgesprekken en lessen over straatnamen en monumenten van Leopold II en ook ruimer, over diversiteit en identiteit. Deze dag wou hen sensibiliseren voor een ‘Music For Life-week’ in maart. Het goede doel dit jaar: ‘vaccins redden levens in Congo.’ U leest er meer over op de website van de school

Kuifje (e.v.a.)

In de beeldvorming over Congo neemt Tintin au Congo uit 1931 (of in de latere versie Kuifje in Afrika) een bijzondere plaats in. Precies hierover wou Roel het hebben tijdens zijn les. Het organisatiecomité van Sint-Jozef had deze les – en het opiniestuk in De Standaard dat eraan voorafging – opgemerkt in het Erfgoedklasbak-aanbod. Mogelijks heeft u ook de bijdrage over Tintin au Congo al bekeken op de pagina’s van de Edubox? Op zo’n mooie uitnodiging ging hij graag in.

Roels klasbakuur nam Tintin au Congo dus als uitgangspunt. Op de website van het bedrijf dat de rechten beheert van Hergé, de auteur van de bekende gekuifde held, lezen we over dit album: « Les Aventures de Tintin, reporter du Petit Vingtième au Congo (1931) est le reflet d'une époque coloniale et paternaliste […] L'Afrique, représentée de manière naïve, reflète l'esprit paternaliste d'une Belgique colonialiste au début des années 1930. »  

In zijn les lichtte hij bepaalde passages uit deze strip, en zoomde hij ook in op de historische context waarin Hergé zijn held opvoerde. Met ook een uitstapje naar het eerste avontuur van Tintin/Kuifje, die, niet geheel toevallig in een toen volslagen nieuw land – de Sovjet-Unie – zijn beroep als journalist beoefent. Hij ontmaskert er aan de lopende band de “leugens van de bolsjewisten”.


Passeerden de revue in de les: Rex-voorman en Oostfronter Léon Degrelle, Karl Marx en zijn bekende adagium over religie (“opium voor het volk”) en de ultramontaanse geestelijke Abbé Norbert Wallez, de patron bij de krant Le XXième Siècle en tevens mentor van de jonge Hergé. Maar ook koloniale propaganda en afbeeldingen van de zoo humaines, onder andere in Tervuren in 1897 en Expo 58 in Brussel. Roel had ook een 19e-eeuws Nederlands schoolhandboek bij, over de natuurlijke geschiedenis. Daarin worden alle raciale clichés over Afrikanen opgelijst – “zij schijnen voor eenige beschaving vatbaar te zijn”. Het was dus niet moeilijk om die clichés één op één te zien terugkomen in dit verhaal van Kuifje.

Hergé was overigens lang niet de enige die zijn held naar Afrika stuurt. Idem dito voor talloze andere auteurs, waarvan Roel er de bekendste kort aanhaalde: Willy Vandersteen, Jef Nys en Marc Sleen – zeg maar de big three van de Vlaamse krantenstrip. Ook een aantal van hun stripverhalen getuigen van de klassieke representatie van ‘de Afrikaan’ en zijn ‘wildheid’ (die de blanke held/kolonisator/ontdekkingsreiziger kan, mag of moet wegwerken met zijn heilige beschavingsmissie).

Erfgoedklasbak Roel Daenen in Torhout © FARO door Dries Theuwissen

Een onvermoede bron

Zo goed als alle leerlingen van de twee groepen waaraan Roel lesgaf lazen “als kind” strips. Slechts een handjevol stelde dat vandaag – als zeven- of achttienjarige nog steeds te doen. Strips zijn leuk als tijdsverdrijf en worden gelezen als ontspanning, bleek uit een vragenrondje. Het bleek dan ook een openbaring – voor sommigen toch – dat strips van een zekere ouderdom waardevolle historische bronnen kunnen zijn: dat was een bijzonder en nieuw inzicht.

Ernaar gevraagd gaf Roel aan dat de meerwaarde van het Erfgoedklasbakinitiatief voor hem vooral schuilt in het ‘aansteken’ van een groep jongvolwassenen met de – welja – liefde voor erfgoed in het algemeen en strip(s)erfgoed in het bijzonder. “Ik probeer duidelijk te maken dat er in het verleden veel sleutels schuilen voor het beter begrijpen van het heden. Geschiedenis (en bij uitbreiding erfgoed) hoeft helemaal geen saaie boel of een moetje te zijn, wel integendeel. Dat weten wij – erfgoedwerkers en iedereen die daar op de een of andere manier mee bezig is – natuurlijk wel al, maar daarom is dat nog niet het geval met mensen die iets verder staan van ‘onze wereld’. Als ik tijdens de les de aandacht van de leerlingen vasthou en tot een echt gesprek kom, dan weet ik dat mijn opdracht geslaagd is. Als dat aanvoelen ook nog eens na afloop wordt bevestigd met complimenten van de leerkrachten, dan ben ik helemaal een tevreden man.”  

Welke ultieme tip wil je meegeven aan alle Erfgoedklasbakken die deze blog lezen?

“Moeilijke vragen stellen jullie, zeg! Ik zou alle Erfgoedklasbakken aanraden om, mocht je dat nog niet gedaan hebben, het online leerpad dat we vorig jaar hebben gemaakt, door te nemen. Voorbereiding is alles en je bent als docent ook nooit te oud of ervaren om bij te leren. Tot daar geen wereldschokkende nieuwe dingen, denk ik. Wat wél een uitdaging is, is om op de een of andere manier aansluiting te vinden met de leef- en gedachtenwereld van de leerlingen aan wie je les geeft. Als je je verhaal kan aanknopen bij een of meerdere elementen die én herkenbaar én relevant zijn, is het – om het eens heel sloganesk te stellen – bingo! Dan hangen ze aan je lippen, ook al is het vrijdagnamiddag.”

Foto's:Erfgoedklasbak Roel Daenen in Torhout © FARO door Dries Theuwissen

Michelle Van Meerhaeghe