Hoera, de Museumkaart draagt bij aan het succes van de Nederlandse musea. We zijn altijd blij als we positief nieuws uit erfgoedland kunnen brengen. Wie de Nederlandse cijfers van naderbij bekijkt, merkt inderdaad dat meer mensen een bezoek hebben gebracht aan de Nederlandse musea. Maar de aandachtige lezer merkt ook dat de diversiteit van die bezoekers allesbehalve is toegenomen. Het zijn vooral meer hoogopgeleide personen rond de pensioenleeftijd die musea bezoeken. En het zijn deze, over het algemeen ‘affluent consumers’, die met de Museumkaart goedkoper musea bezoeken.

Niet alleen in Nederland zorgt een poging om meer bezoekers naar musea te trekken voor een mattheuseffect. Ook in Engeland bevestigen nieuwe cijfers een stijgende trend in het aantal, vooral buitenlandse, bezoekers van grote nationale vlaggenschepen zoals de National Gallery, het British Museum en Tate.

Maar ongeveer tegelijk met dit jubelbericht kwam het rapport van de Warwick Commission, dat de rol en de toekomst van cultuur en creatieve industrie in Groot-Brittannië onderzocht, met het nieuws dat men er ondanks het verlenen van gratis inkom niet in is geslaagd om de Britse musea inclusiever te maken: "Visits by UK residents [to sponsored museums] fell by 3% over the period 2008-09 to 2011-12 while visits from UK residents from lower social groups fell even more, by 12%. The higher social groups accounted for 87% of all museums visits, the lower social groups for only 13%." Stof tot nadenken ...