Cultureel erfgoed en zorg: inspiratie uit Birmingham

Musuems, health and wellbeing conference

Op 13 maart vond in het Thinktank Museum in Birmingham de derde editie plaats van Museums for health and wellbeing, een gerenommeerde conferentie over cultureel-erfgoedwerk en zorg. Meteen ook dé plaats om nieuwe inzichten en inspiratie op te doen. Het was bovendien ook de laatste editie, want de National Alliance for Museums, Health and Wellbeing die deze conferentie organiseert, fusioneert in april van dit jaar met de National Alliance for Arts, Health and Wellbeing tot de Culture, Health and Wellbeing Alliance. Levert één plus één hier de som van drie op? Zeker is dat deze nieuwe organisatie zwaarder zal kunnen wegen op het beleid.

De conferentie valt onmogelijk onder één noemer te brengen, laat staan samen te vatten in een enkel blogbericht. Daarom beperk ik mij in wat volgt tot enkele persoonlijke reflecties waarvan ik denk dat ze ook voor de Vlaamse cultureel-erfgoedsector relevant zijn.

"Asset based approach"

Een conferentie over welzijn en gezondheid voor cultureel-erfgoedprofessionals waar de keynotes worden verzorgd door trekkers uit de welzijns- en gezondheidssector, is iets waar we in Vlaanderen nog niet aan toe zijn. Zo was er bijvoorbeeld Emma Hanson, van oorsprong een sociaal werkster, die in de regio Kent verantwoordelijk is voor de zorgverlening in lokale gemeenschappen en door vrijwilligers. Zij hield onder meer een stevig onderbouwd betoog over de destructieve impact die de toenemende sociale isolatie en eenzaamheid hebben op het welzijn en de gezondheid van mensen. Een negatieve evolutie die ook in Vlaanderen door heel wal lokale besturen als prioritair wordt ervaren. Aan de hand van enkele op bewijs gebaseerde projecten, toonde Hanson echter aan dat musea mensen kunnen helpen om terug aansluiting te vinden bij de maatschappij. Voorwaarde is wel dat de genomen initiatieven aansluiten bij lokale noden en ontwikkeld worden vanuit een "asset based approach". Bondig vertaald is dit het gebruiken of samenbrengen van alles wat op lokaal vlak waarde of betekenis heeft, zoals sociale diensten, welzijnsorganisaties, mensen, verenigingen, plaatsen en cultureel erfgoed. Een methodiek waarmee we trouwens reeds hebben geëxperimenteerd in Melle.

Deze aanpak kwam ook terug bij Rosie Barker van de Birmingham Museums Trust die duidelijk maakte dat je, vertrekkend van nul en met zeer weinig middelen, toch een duurzaam welzijnsprogramma op poten kan zetten. Het komt erop aan om alle eigen assets en activiteiten in kaart te brengen en die dan te mappen op een model zoals de Five Ways of Wellbeing. Vaak komt het er dan op aan om een bestaand aanbod enkel te heroriënteren, aan te passen of opnieuw te verpakken.

Schouder aan schouder

Een bijeenkomst van professionals die ervan overtuigd zijn dat interventies met cultureel erfgoed en welzijn belang hebben voor het welzijn en de gezondheid van mensen en gemeenschappen, legt ook enkele pijnpunten bloot. Zo bleek het deelnemersveld een afspiegeling te vormen van de meerderheid van publieksmedewerkers in de cultureel-erfgoedsector, namelijk hoger opgeleide blanke vrouwen uit de middenklasse. Of dit bewust of onbewust een gevolg heeft op het aanbod dat wordt gecreëerd laat ik over aan verder onderzoek. Wat wel door sprekers en tijdens discussies in de sessies werd onderkend is dat het aanbod dat wordt ontwikkeld soms te ‘vrouw-georiënteerd’ is. Dat gaat van de objecten die worden gekozen voor object-handlingsessies tot de methodieken die worden gehanteerd.

Zo is er bijvoorbeeld het gegeven dat mannen, de vele uitzonderingen niet te na gelaten, zich minder goed kunnen uiten in de traditionele groepsactiviteiten met cultureel erfgoed waarbij communicatie belangrijk is. Emma Hanson, die het omschreef als “women talk face to face, men talk shoulder to shoulder”, organiseert daarom in Kent Men Sheds. Dit internationale model vertrekt van het idee dat mannen, en wederom niet alle mannen, in een informele setting beter tot hun recht komen. In een shed of werkhuis kunnen mannen deelnemen aan praktische groepsactiviteiten, zoals houtbewerking of tuinieren, om zo vaardigheden te leren en contacten te leggen. Iets wat ook ik in de praktijk heb kunnen ervaren tijdens een werkbezoek vorig jaar aan een project in een sociale wijk in Newcastle.

Een ander pijnpunt is de keuze van doelgroepen. Het gros van de erfgoedprofessionals blijft zich focussen op ‘gemakkelijkere’ doelgroepen die dicht aansluiten bij hun comfortzone. Met als uitschieter het aanbod voor personen met dementie. Ik moet er geen tekening bij maken dat de gezondheids- en welzijnssector veel breder én complexer is. Nochtans is er amper een aanbod voor de minder vanzelfsprekende en ‘moeilijkere’ doelgroepen  Om dit aan te kaarten presenteerde Tony Davey van The Box, het in aanbouw zijnde museum en archief in Plymouth, als laatste spreker van de dag Anyone for croquet?, een erfgoed- en kunstproject voor en door drugs- en alcoholverslaafden.

Om af te sluiten wat promotie voor de eigen winkel. Heel wat van de Britse trekkers op het vlak van welzijn en gezondheid die ik heb gesproken, zien ernaar uit om op 29 en 30 november af te zakken naar Gent voor de internationale conferentie Participation in cultural heritage for mental health recovery die FARO organiseert. Sommigen onder hen hebben zelfs een voorstel ingediend. Hou vooral deze website verder in de gaten, we houden u op de hoogte!

Bart De Nil