Basisnormen voor een kwaliteitsvol waarderingstraject

kledij concentratiekamp Prosper Roels bewaard door zijn dochters

Ze zijn er, de basisnormen voor een kwaliteitsvol waarderingstraject voor het cultureel-erfgoedveld. Een sectorbrede werkgroep die ervaring heeft opgebouwd met dergelijke trajecten, werkte deze basisnormen uit. Het resultaat is een uitpuring, een terugkeer naar de essentie van een waardering, los van de bestaande handleidingen, de doelgroep (=sector) en het doel.

De basisnormen zijn opgebouwd rond zes aspecten die niet mogen ontbreken in een waarderingstraject. Een stelling beschrijft in een of enkele grijs gemarkeerde regels wat elk aspect inhoudt. Daarna volgt een toelichting, die afgesloten wordt met de minimumvereisten per aspect. De grijs gemarkeerde regels kunnen we eveneens lezen als een opbouw van de basisnormen. Bij de basisnormen hoort een verklarende woordenlijst waarin veel voorkomende termen worden gedefinieerd. De in de woordenlijst opgenomen termen worden in deze tekst onderlijnd.

Waarom kwaliteitsvol waarderen? 

In alle aspecten van collectiebeheer en -behoud (onder andere missie en visie, collectiebeleidsplan, aanwervingsbeleid, klimaatbeheersing, risico-analyse, prioriteitenlijst calamiteitenplan) duikt de noodzaak op om een waardering van het cultureel erfgoed uit te voeren.

In onze huidige samenleving beschouwen we erfgoedwaarden niet meer als objectieve waarheden die in steen gebeiteld zijn, maar als sociale constructies, door mensen toegeschreven aan het erfgoed. Waarden variëren dus naargelang de persoon en de tijd. Een logisch gevolg hiervan is dat het proces van waarderen allesbehalve een eenzame activiteit van een expert is, maar participatief moet zijn. In elk geval moeten we de standpunten meenemen van alle betrokkenen die om dit erfgoed geven. Het is belangrijk dat dit zo rationeel mogelijk gebeurt. Doordat er meerdere mensen bij betrokken zijn, vermijden we dat een waardering overkomt als een willekeurig oordeel of een afweging waarop slechts één individu invloed heeft gehad. Om dezelfde reden is het belangrijk dat we gefundeerd argumenteren waarom iets wel of niet belangrijk wordt bevonden voor een bepaald doel.

Een waardenstelling biedt een sterke en beredeneerde argumentatie om uit te leggen waarom het erfgoed belangrijk is en behouden moet blijven, of waarom bepaalde elementen net mogen verdwijnen uit de eigen collectie en beter passen in een andere collectie of context. Erfgoedorganisaties zijn steeds meer gedwongen om hun collectievorming te verantwoorden. Het erfgoed dat zij beheren is niet vanzelfsprekend waardevol meer. Daarom is waardering een sterk instrument om de betekenis en het belang van het erfgoed en de nood aan professionele erfgoedzorg te communiceren. Een waardenstelling belicht de rijkdom en diversiteit van het erfgoed, terwijl het een scala aan belanghebbenden erkent. Daarmee draagt een waarderingsproces bij aan een draagvlak voor het erfgoed, wat bijvoorbeeld kan resulteren in een sterkere vrijwilligerswerking en een groter engagement van belanghebbenden en erfgoedgemeenschappen.

Maar dit is nog niet alles. Bij de aanvraag van een subsidie of fondsenwerving is een waardenstelling een onmisbare troef. Rond de erfgoedwaarden kunnen promotie-, ontsluitings- en toeristische strategieën ontwikkeld worden. Het expliciteren van waarden faciliteert ook de transmissie van het belang van het erfgoed over generaties en culturen heen. De pluraliteit van de huidige waarderingsaanpak zorgt ervoor dat erfgoedwerking beter kan aansluiten op de hedendaagse maatschappij.

Subsidiereglement waardering cultureel erfgoed

Een waarderingstraject is een hele klus. Daarom lanceerde de minister van Cultuur midden januari 2017 een reglement om pilootprojecten waardering te financieren en zo impulsen te geven aan deze praktijk én expertise op te bouwen en te delen zowel in de organisaties zelf als in het veld. Cultureel-erfgoedorganisaties die een structurele subsidie ontvangen op basis van het Cultureel-erfgoeddecreet van 2012 voor een activiteit op landelijk niveau kunnen deze subsidie aanvragen. Meer info vindt u hier terug.

Waar komen we vandaan?

In Vlaanderen hebben we nog maar weinig ervaring met dergelijke waarderingstrajecten. Sinds 2012 buigt een interprovinciale werkgroep waardering zich over de problematiek. Intussen hebben we al heel wat bereikt. In 2014-2016 werkte het CRKC samen met de provincie Antwerpen en de provincie Oost-Vlaanderen een handleiding uit voor het waarderen van religieus erfgoed. In 2015-2016 werd een handleiding uitgewerkt voor het waarderen van agrarisch erfgoed, een samenwerking van het CAG met de provincie West-Vlaanderen. Er werden eveneens studiedagen op touw gezet door FARO en de provincie West-Vlaanderen.

In faro | tijdschrift over cultureel erfgoed, jaargang 8, nummer 3, focusten we op waardering en selectie met bijdragen vanuit de verschillende deelsectoren. Later werd een bevraging georganiseerd van de sector in verband met de wenselijkheid en haalbaarheid van een sectorbrede (cultureel-erfgoed)waarderingsmethodiek. Hieruit ontwikkelden we de basisnormen.

Toekomstplannen

Nu de basisnormen zijn afgerond en klaar zijn voor gebruik en terugkoppeling, werken we momenteel aan een toolbox. In de toolbox kiest de gebruiker vanuit het soort erfgoed en de vraagstelling welke methode/handleiding hij zal toepassen. Deze toolbox wordt opgebouwd vanuit de basisnormen en is klaar tegen september 2017. In een latere fase zullen een aantal organisaties de toolbox en de basisnormen uittesten en verder verfijnen.

U kan de basisnormen hier rechtstreeks downloaden (pdf), of terugvinden als e-document elders op deze website.

Anne-Cathérine Olbrechts