Het erfgoed van morgen ontstaat vandaag. Participatie in het Yper Museum
Jongeren aan de macht
Ieper heeft, naast de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog, nog een heel ander verhaal te vertellen. De stad was in de middeleeuwen een van de belangrijkste centra van de lakenhandel. De eeuwen daarop evolueerde het tot vestingstad, kattenstad, en nog zoveel meer. Het Yper Museum vertelt deze rijke geschiedenis, goed voor maar liefst elf eeuwen.
Dit nieuwe stadsmuseum opende in juni 2018. Aan deze opening ging een intensief participatietraject vooraf. Zo heeft de voorloper van het museum in 2016 een jongerenwerking opgestart. Zo’n vijftigtal zeventien- en achttienjarigen vormden samen het ‘Voorlopig Bewind’. In verschillende brainstormsessies gaven zij aan wat voor hen relevant is en - volgens hen - kon werken in een museale context. Daarnaast verzorgden de jongeren zelf de persrelaties.
Algauw werd beslist om ‘Het Voorlopig Bewind’ langer te laten duren dan het schooljaar 2015-2016. Elk schooljaar werden nieuwe leden gerekruteerd – zo bleef het effectief een jongerenbende. Zo slaagde het Yper Museum erin om deze (anders zo moeilijke) doelgroep te betrekken bij zijn werking.
Op zoek naar hedendaags erfgoed
Stadsmusea of archieven worstelen vaak met het verzamelen van hedendaagse sporen. In de samenleving gebeurt er vandaag zoveel tegelijkertijd. Je kunt toch niet alles bewaren? Samen met de andere musea in Ieper, ging het Yper museum de uitdaging aan om hedendaagse getuigenissen en objecten te verzamelen. Opnieuw trok het museum daarbij de participatieve kaart.
In het project Het bewaren waard nodigen de Ieperse musea bewoners en bezoekers uit om aan te geven wat ze zelf belangrijk vinden en willen bewaren voor de toekomst. Voor de eerste editie trok het Yper Museum ook met replica’s van 20 voorwerpen uit hun collectie naar de Ieperse gevangenis. Gedetineerden discussieerden tijdens een workshop of deze collectiestukken voor hen wel of niet ‘museumwaardig’ zijn. Aan het einde van de workshop kregen ze de vraag wat – binnen de besloten omgeving van de gevangenis – hun waardevolste object is. Hun antwoorden op die vraag werden verwerkt in een documentaire die wordt getoond in museum.
Ook de jongeren van het Voorlopig Bewind onderzochten hoe hedendaagse verhalen en objecten een plaats konden krijgen in de museale werking. In het project Souvenirs d’Yper bezochten de jongeren de souvenirwinkels die je overal in de stad aantreft. Publieksmedewerker Katrien Goudeseune vertelt: “De Voorlopig Bewinders schuimden de souvenirwinkels af en verzamelden wat zij leuk vinden. De ‘buit’ bespraken we nadien. Konden we rode lijnen trekken uit de spullen die de jongeren aanbrachten? Welke souvenirs vonden zij aantrekkelijk of net belachelijk? Zijn er lokale creaties bij of is het alleen ‘Made in China’?” Met deze projecten sloeg het museum twee vliegen in één klap. Het museum kon zijn historische collectie verrijken met hedendaagse verhalen en objecten. Bovendien zetten zulke projecten bewoners en bezoekers aan het denken over wat zij zelf belangrijk vinden en willen bewaren voor de toekomst. Op deze manier wil het museum het maatschappelijke draagvlak voor erfgoed vergroten.
Oog voor de toekomst
Het museum verzamelt niet enkel hedendaagse getuigenissen, maar denkt ook aan de toekomst. Zo is het Yper Museum meter van zes kindjes uit de Westhoek, geboren in 2018. De volgende jaren zal het museum het leven van deze zes kinderen van nabij opvolgen. Meer bepaald zullen zij elk jaar cadeautjes uitwisselen. Het museum ontvangt dan één object dat in het afgelopen jaar belangrijk was in het leven van het kind. Zodoende kan het zijn collectie aanvullen met persoonsgebonden objecten van iemand die opgroeit in de Westhoek. In dit project komen we dezelfde basisgedachte tegen als in bovengenoemde projecten: de bevolking betrekken om te vatten van wat er vandaag leeft in de samenleving.
Participatie op alle fronten. Succesfactoren?
Het voorgaande illustreert dat het Yper Museum de participatiegedachte doortrekt in de hele werking. Welke drie succesfactoren kan het museum aan zijn collega’s meegeven?
Goudeseune: “In de eerste plaats moet je vooraf duidelijke doelstellingen formuleren. Je moet vooraf goed nadenken over wat je met de inbreng van de participanten wil aanvangen. En de vraagstelling moet natuurlijk helder zijn voor iedereen. Elk vraag die we voorleggen wordt grondig gewogen. Een goede voorbereiding is dus het halve werk. Hiermee samenhangend: je moet voldoende tijd voorzien voor zo’n participatief traject. Een samenwerking op touw zetten is heel dankbaar, maar het vraagt veel tijd en energie. We hebben geleerd dat investeren in goede relaties met verschillende partners cruciaal is voor de toekomstige museumwerking. Of zoals de boutade luidt: alleen ga je sneller, samen geraak je verder. Het is belangrijk om je daar bewust van te zijn.
Een laatste succesfactor is het belang van een heldere communicatie. Ook dit klinkt als een opendeur, maar daarmee staat of valt elke samenwerking. In elke fase van het project moet je terugkoppelen. Naar je externe partners, maar ook naar participanten, pers en bestuur. Zo krijg je vertrouwen en groeit het draagvlak voor je werking”.
De doordachte participatieve aanpak, in combinatie met een kwalitatief hoogstaande werking, is inmiddels opgemerkt tot ver buiten de Westhoek. Het museum heeft zijn voorbeeldwerking al verschillende keren mogen voorstellen op studiedagen, in collegagroepen en in publicaties. In 2018 werd het nieuwe museum ook erkend als regionaal museum door de Vlaamse Overheid.