ErfGoedVoelen
Begin 2021 besloten drie Gentse erfgoedinstellingen, Museum Dr. Guislain, Huis van Alijn en Erfgoedhuis Zusters van Liefde, de handen in elkaar te slaan om hun expertise op het gebied van erfgoed en welzijn te verdiepen en uit te breiden. Onder de noemer ErfGoedVoelen dienden ze via het Cultureelerfgoeddecreet bij de Vlaamse Overheid een projectvoorstel in om samen met partners uit de zorg-, onderzoeks- en onderwijssector interventies met cultureel erfgoed te onderzoeken en te faciliteren. De oorspronkelijke vraag naar de impact van cultureel-erfgoedinterventies op het welzijn van deelnemers maakte gaandeweg plaats voor een focus op betekenisverlening.
Binnen het project ErfGoedVoelen werden vier pilootprojecten opgezet die zich via verschillende erfgoedmethodieken telkens tot een andere doelgroep richten: kinderen en jongvolwassenen die ondersteuning krijgen vanuit een psychiatrische instelling, thuiswonende volwassenen met (jong)dementie en hun mantelzorgers en thuiswonende 55-plussers op zoek naar sociaal contact.
ErfGoedVoelen wil inzicht bieden in de rol van betekenis die deze trajecten voor deelnemers en professionals kunnen spelen. Het uiteindelijke doel van het project ErfGoedVoelen is een stevige wetenschappelijke basis creëren om welzijnsgerichte cultureel-erfgoedinterventies op een structurele manier te verankeren in de bredere museale werking en binnen zorg- en welzijnsorganisaties.
Daarnaast willen wij onze expertise verder ontsluiten via praktijken, opleidingen, welzijnsbeleid en verder onderzoek. Door het trainen van zorgprofessionals die erfgoedcollecties willen gebruiken in hun werk, kunnen methoden doorgegeven worden, bv. onder collega’s. Ook delen we, samen met partners zoals FARO en de dienstverlenende rol TOON, de ervaringen en opgebouwde expertise met de erfgoedsector. Tot slot doen we aanbevelingen voor verder onderzoek zodat er een wetenschappelijk onderbouwd draagvlak kan groeien en we zo interventies met cultureel erfgoed binnen de welzijnssector blijven stimuleren.
Het project ErfGoedVoelen verloopt in drie fasen.
In de EERSTE FASE werden samen met de drie erfgoedinstellingen vier pilootprojecten opgezet. Elk pilootproject ging met een andere doelgroep aan de slag en verschillende erfgoedmethodieken werden ingezet. In het onderzoek staan daarbij twee onderzoeksvragen centraal: "Welke rol van betekenis kunnen welzijnsgerichte cultureel erfgoedinterventies spelen voor verschillende groepen van deelnemers?" en "Wat zijn de randvoorwaarden om welzijnsgerichte cultureel erfgoedinterventies in de museale werking, alsook binnen zorg- en welzijnsorganisaties, te integreren?".
Waar de focus van de eerste onderzoeksvraag ligt op betekenisgeving door betrokken deelnemers en de vraag hoe zij interventies met cultureel erfgoedobjecten ervaren, richt de tweede onderzoeksvraag zich op concrete aanbevelingen met het oog op het verbeteren van welzijnsgerichte culturele erfgoedinterventies. Daarnaast hopen we met het onderzoek ook een ethisch-methodologische onderzoekslaag aan te boren en bruikbare inzichten te leveren omtrent de gehanteerde (onderzoeks- en erfgoed)methoden en omtrent het uitwerken van welzijnsgericht erfgoedwerk bij moeilijk te bereiken (onderzoeks)groepen.
In FASE TWEE werd verder gebouwd op de resultaten van fase 1. De focus van het tweede jaar van ErfGoedVoelen lag op het consolideren van zowel de vier bestaande piloottrajecten als het onderzoek. In dit tweede jaar werden alle trajecten opnieuw opgestart en afgerond. We bouwden verder op de opgedane expertise en stuurden bij op basis van evaluaties. Alle resultaten werden vastgelegd in een allesomvattend eindrapport met het oog op maximale disseminatie. Op basis van dit eindrapport verankeren de erfgoedinstellingen nu de pilootprojecten als kwaliteitsvolle zorgtrajecten binnen hun instelling.
In FASE DRIE, tevens de laatste fase, streven we een sterke verbinding na tussen alle betrokken sectoren die moet leiden tot beïnvloeding van verschillende beleidsdomeinen (welzijn, cultuur en onderwijs). In eerste instantie zetten we in op het verspreiden van opgedane expertise bij zorgopleidingen (verpleegkunde, creatieve therapie, sociaal werk, ergotherapie, …) en professionals in zorg en erfgoed. Hiervoor gaan we na op welke manier de verschillende sectoren duurzaam kunnen bereikt worden via gastlessen, workshops, filmmateriaal, enz. De drie erfgoedpartners breiden ook hun informele internationale netwerken uit en zullen die formaliseren. Internationale netwerkmomenten vormen de ideale toetssteen voor de implicaties die wij uit ons onderzoek halen. Tot slot worden met het onderzoeksteam de onderzoeksresultaten geconsolideerd in nieuw verder onderzoek.
In het eerste jaar ErfGoedVoelen (EGV) werd inzicht verkregen in de betekenis en randvoorwaarden van welzijnsgerichte cultureel-erfgoedinterventies voor deelnemers. Aan de hand van vier trajecten richtte EGV zich tot verschillende groepen. Tijdens wekelijkse bijeenkomsten in de musea werden verscheidene erfgoedmethodieken ingezet.
In De Fioretti Vitrine / Wij maken Fioretti trad Museum Dr. Guislain op als initiatiefnemende erfgoedinstelling. De focus van het project lag op jongeren (12-16 jaar) met een complexe psychische problematiek die in Fioretti verblijven, een psychiatrische instelling voor jongeren. Tijdens fase 1 werden zes sessies van 1,5 uur georganiseerd. De eerste twee sessies vonden in de leefgroep plaats, de daaropvolgende vier in de atelierruimte van het museum. Waar de focus van de eerste sessies lag op object handling en kennismaken met de objecten uit de museumcollectie, verschoof die in latere sessies naar ‘maken’ als erfgoedmethodiek. Daarvoor werd samengewerkt met kunstenaar Karolien Soete. De laatste sessie werd afgesloten met een publiek toonmoment in het museum.
In het tweede jaar werd dit traject uitgebreid tot acht weken, met sessies van twee uur. Dankzij de verhuizing van Fioretti naar de site van het P.C. Dr. Guislain ging er minder tijd naar transport, waardoor er meer tijd beschikbaar was voor de sessies zelf. Bovendien betekende de verandering van locatie dat deelnemers, indien nodig, gemakkelijk konden terugkeren naar de leefgroep. Elke week begon de sessie in het museumcafé, waar de medewerkers en de kunstenaar de jongeren en hun begeleiders verwelkomden. Het traject eindigde met een toonmoment en een expositie. De zolderruimte die we acht weken lang als atelier hadden gebruikt, werd samen heringericht tijdens de laatste sessies, en opengesteld voor publiek. Het toonmoment vond plaats op een vrijdagmiddag, waarbij familieleden, medewerkers en vrijwilligers van het museum, en medewerkers van Fioretti werden uitgenodigd.
Vreemd en Vertrouwd richtte zich tot duo’s van thuiswonende personen met (jong)dementie en hun mantelzorgers. De sessies gingen telkens door op dinsdagnamiddag in de Katharinazaal van het Huis van Alijn. De focus van de sessies lag uitsluitend op object handling. Centraal stonden onbekende objecten uit de museumcollecties waarvan afkomst of gebruik niet duidelijk zijn. Het bijzondere aan deze methodiek is dat ze een gelijkwaardigheid creëert tussen mantelzorgers en personen met dementie, die evenwaardig hun verbeelding kunnen laten spreken.
In de eerste fase van het traject werden we geconfronteerd met een moeilijke toeleiding en uitval tijdens het traject. Hierdoor werd in de tweede jaar de aanpak aangepast. Enkele maanden voor de verspreiding van de uitnodiging werd een overleg georganiseerd met medewerkers van Gentse organisaties en experten (Geriatrie UZ Gent, Inloophuis Dementie Stad Gent, onderzoeker Julie Moorkens, Familiezorg Oost-Vlaanderen, Alzheimerliga Vlaanderen, dementiecoaches van AZ Maria Middelares, ECD Paradox en Neurologie UZ Gent). In dit overleg bespraken we de moeilijkheden van het eerste jaar (groepssamenstelling, toeleiding, doel & verwachtingen en de rol van de mantelzorger) en wat we konden veranderen naar het tweede jaar toe. Ook werd de erfgoedmethodiek ‘object handling’ uitgeprobeerd om de partners meer voeling te geven met het project zodat ze beter konden toeleiden. Het overleg resulteerde in verschillende aanpassingen voor de tweede fase van het traject. Voor de eerste sessie gingen de onderzoekers en projectmedewerker op huisbezoek bij geïnteresseerde deelnemers. Tijdens dit verkennend gesprek konden verwachtingen, bezorgdheden en vragen besproken worden. Na afloop van het traject gaven de deelnemers aan dat dit huisbezoek een grote meerwaarde was. Op deze manier waren de ingeschreven deelnemers ook geen onbekenden wanneer we van start gingen met de eerste sessie, in tegenstelling tot het eerste jaar. Tijdens de loop van het traject werden de deelnemers iedere dinsdag opgebeld door één van de onderzoekers, waarbij werd gepeild naar de ervaring, drempels, vragen en noden. Dankzij deze tussentijdse terugkoppelingen hadden we de mogelijkheid om snel te schakelen bij problemen en dit versterkte de band en het vertrouwen tussen deelnemers en professionals.
Kapers op Kunst ontstond uit een samenwerking tussen het Erfgoedhuis Zusters van Liefde en De Kaap, een psychiatrische instelling voor kinderen (6-12 jaar). In de eerste fase bestond het traject uit zes sessies van 1,5 uur in het Erfgoedhuis. De sessies werden voorafgegaan door een kennismakingssessie in de leefgroep zelf. In de volgende sessies lag de focus op de combinatie van object handling en object storytelling waarbij toegewerkt werd naar het samen maken van stop-motion filmpjes. Daarvoor werd samengewerkt met regisseur Koen Vromman en monteur Fjodor Hoornaert. Tijdens sessie 6 werd een publiek toonmoment in De Kaap georganiseerd.
In fase 2 werd besloten om acht sessies te organiseren in het Erfgoedhuis, in plaats van zes. Daarnaast werd gekozen om per sessie een half uur extra tijd in te bouwen. Dit besluit werd genomen om de kinderen meer ruimte en tijd te geven om de aangeboden methodieken en objecten grondiger te verkennen en om diepgaander met de inhoud van het project bezig te kunnen zijn. Bovendien werd er samengewerkt met een vaste kunstenaar, Emilie Lauwers, die haar expertise en creatieve inzichten aan het project toevoegde. Emilie's betrokkenheid zorgde voor een continuïteit en een verdiepend artistiek perspectief gedurende het hele traject.
Levenskunst ontstond uit een samenwerking tussen het Huis van Alijn en wijkgezondheidscentra Rabot, De Sleep en ’t Vlot. In fase 1 focuste het project zich op het bieden van een warme plek aan thuiswonende 65-plussers uit drie Gentse wijken (Rabot, Tolhuis-Sluizeken-Ham, Muide-Meulestede-Afrikalaan) op zoek naar sociale contacten. Zes wekelijkse sessies werden op dinsdagvoormiddag georganiseerd in het Huis van Alijn. De focus lag voornamelijk op object handling: objecten uit de collectie werden als hulpmiddel aangewend om na te denken over waarden, interesses en ervaringen. Tijdens de vijfde sessie kwamen organisaties langs om zich voor te stellen (Vier het Leven, BlinkOut en een psycholoog van het wijkgezondheidscentrum). In de laatste sessie kwam kunstenaar Sassafras De Bruyn een live illustratie maken.
In fase 2 waren er een aantal verschillen met het eerste jaar. De toeleiding verliep op een gelijkaardige wijze, maar met het verzamelde foto- en videomateriaal van vorig jaar kon een beter beeld worden gegeven van wat het project inhield, waardoor de toeleiding vlotter verliep. Daarnaast werden opnieuw huisbezoeken door de gezondheidspromotoren uitgevoerd bij potentiële deelnemers. Er werd een kennismakingssessie ingebouwd in het Huis van Alijn, waar ook een deelnemer van vorig jaar aanwezig was om de nieuwe deelnemers welkom te heten en koffie te serveren. Tijdens deze sessie maakten de deelnemers kennis met elkaar, met de locatie, en met enkele erfgoedmethodieken. Ook werden de verwachtingen voor het project duidelijk gesteld. Hiernaast werd de doelgroep uitgebreid naar 55+ in plaats van alleen 65+, om zo een bredere groep aan te spreken en omwille van signalen die we verkregen dat een aanzienlijke groep mensen tussen 55 en 65 jaar tussen het bestaande aanbod in de stad valt.
ErfGoedVoelen bestaat ook uit een onderzoeksluik.
Aan de hand van een interpretatief onderzoeksdesign werd door het onderzoeksteam gepeild naar de ervaringen van deelnemers en professionals, en de rol van betekenis die cultureel-erfgoedinterventies voor hen (kunnen) spelen. Daarnaast verwierven we inzicht in de randvoorwaarden om welzijnsgerichte cultureel-erfgoedinterventies op een structurele wijze in de museale werking en binnen zorg-of welzijnsinstellingen te integreren. Aangezien zowel de pilootprojecten als het bijhorende onderzoek een pioniersrol vervullen in Vlaanderen, werd het onderzoek in de tweede fase herhaald op basis van de resultaten en inzichten van jaar één. Voor alle vier trajecten werd participerende observatie als onderzoeksmethode ingezet. De overige gehanteerde onderzoeksmethoden verschilden per traject (interviews, tussentijdse gesprekken, en meer creatieve onderzoeksmethoden die worden toegelicht in het eindrapport). In de tweede fase werd tevens extra ruimte gemaakt voor het organiseren van 7 focusgroepen voor betrokken professionals uit de erfgoed-, welzijns- en kunstsector.
Alle onderzoeksbevindingen werden in fase 2 samengevoegd, opnieuw geanalyseerd en geherstructureerd naar twee overkoepelende thema’s, onderverdeeld in een aantal subthema’s. Voor een uitgebreide beschrijving van deze resultaten verwijzen we door naar het onderzoeksrapport. Daarnaast werd via twee intermezzo's met postkwalitatieve insteek aandacht besteed en ruimte gelaten voor onverwachte en niet-lineaire invloeden binnen het onderzoeksproces. Hierin worden bewust de grenzen van traditionele analysemethoden en het thematische raamwerk opgezocht en overstegen. Ook deze zijn te lezen in het onderzoeksrapport.
Hoofdpartners:
- Huis van Alijn
- Erfgoedhuis Zusters van Liefde
Partners onderzoek:
- UGent: Lieselot De Wilde
Partners pilootprojecten:
- Pilootproject 1 o.l.v. Museum dr. Guislain i.s.m. Fioretti (psychiatrische instelling voor kinderen en jongeren): Psychiatrisch Centrum Guislain - Fioretti
- Pilootproject 2 o.l.v. Huis van Alijn ism KóMee vzw, Geriatrie UZ Gent, Inloophuis Dementie Stad Gent, onderzoeker Julie Moorkens, Familiezorg Oost-Vlaanderen, Alzheimerliga Vlaanderen, dementiecoaches van AZ Maria Middelares, ECD Paradox en Neurologie UZ Gent
- Pilootproject 3 o.l.v. Erfgoedhuis ism PC KARUS - De Kaap (de kinder- en jongerenafdeling van Karus)
- Pilootproject 4 o.l.v. Huis van Alijn ism wijkgezondheidscentra ’t Vlot, De Sleep en Rabot
Stuurgroep:
- Museum Dr. Guislain: Bart Marius, Eline Van de Voorde, Kristine Timperman
- Huis van Alijn: Sam De Schutter, Liesa Rutsaert
- Erfgoedhuis Zusters van Liefde: Kaat Leeman, Evelien Vanden Berghe
- UGent: Lieselot De Wilde
- Thomas Reynhout (projectmedewerker); Tina Goethals, Litse Depuydt, Hanne Dewinter (projectonderzoekers)
Klankbordgroep:
- Leden van de Stuurgroep
- Alexander Vander Stichele
- Pascal Janssens
- Bart De Nil
- Peter Dierinck
- Tessa Kerre
- Mieke Embo
Praktische info
Projectsubsidie als landelijk cultureel-erfgoedproject
Eigen inbreng van Museum Dr. Guislain, Huis van Alijn, Erfgoedhuis Zusters van Liefde (personeelsinzet).
Andere projecten
In het kader van het drie jarig erfgoedproject 'DAKIRA - Herinnering 50 jaar Marokkaanse migratie' ...
Religieuze organisaties spelen een belangrijke rol in het leven van geloofsgemeenschappen. Dat geldt ook voor ...
In 2014 sluit het MIAT een samenwerkingsovereenkomst met het Zweckverband Sächsisches Industrimuseum (ZV SIM). De ...