Nederland en Vlaanderen onderzoeken samenwerking
 bij digitalisering erfgoed

 Op 21 juni 2012 vond in Antwerpen een werkbijeenkomst plaats over Nederlands-Vlaamse samenwerking
 bij de digitalisering van het erfgoed. Deze werkbijeenkomst bracht mensen uit beleid, erfgoedsector en wetenschap bij elkaar om te overleggen of en hoe Nederland en Vlaanderen kunnen samenwerken bij de digitalisering van het erfgoed.

Samenwerking levert schaalvoordelen op en door afstemming van activiteiten wordt er efficiënter gewerkt. Bovendien worden er kosten bespaard.

In de bijeenkomst werden drie thema’s behandeld:

  1. hoe samenwerken bij de Nederlandstalige inbreng in de internationale data-infrastructuur;
  2. hoe digitalisering, ontsluiting en bewaring van erfgoed in de binationale context te optimaliseren;
  3. hoe het gebruik van open data te stimuleren zodat wat gedigitaliseerd wordt, optimaal bruikbaar en herbruikbaar is.


Op basis van een visietekst bespraken de deelnemers de mogelijkheden en hinderpalen om erfgoed te bewaren en te ontsluiten.

Tijdens de discussies werd uitgebreid gesproken over het belang van standaarden, de voordelen van centralisering en schaalvergroting en de mogelijkheden om kleinere instellingen te ondersteunen bij de digitalisering en ontsluiting van hun collectie. Er werd gezocht naar de juiste balans tussen meer centrale sturing en behoud van eigenheid en autonomie.

Auteursrechten en open data kwamen ruimschoots aan bod. Hoe kan je auteursrechtelijk gegenereerde meerwaarde auteursrechtelijk erkennen? Hoe vermijd je dat data in een ongewenste context terecht komen? Er werd gepleit voor voorzichtigheid bij de invoering van de nieuwe Europese Richtlijn inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PSI) om prille businessmodellen niet in gevaar te brengen en te zorgen voor een gezond evenwicht tussen ondernemerschap en de publieke opdracht van erfgoedinstellingen.

In een sterk gewaardeerde plenaire lezing toonde Paul Spies (Amsterdam Musuem) aan dat een museum dat zijn collectie digitaal ‘weggeeft’, winst maakt. En Nico Verplancke van het IBBT benadrukte dat de rol van de gebruiker niet over het hoofd gezien mag worden.

De bijeenkomst leidde alvast tot twee concrete voorstellen voor Nederlands-Vlaamse samenwerking. Vlaanderen zou kunnen aansluiten bij het Nederlandse platform OpenCultuurData. En nadere samenwerking door de recent opgerichte Nederlandse en Vlaamse werkgroepen rond juridische aspecten van digitalisering lijkt zinvol.

De conclusie van de werkbijeenkomst was duidelijk: Nederlands-Vlaamse samenwerking bij de digitalisering van het erfgoed is meer dan zinvol maar er is nog een lange weg te gaan …
 
De werkbijeenkomst werd georganiseerd door de Nederlandse Taalunie en de volgende Nederlandse en Vlaamse beleidsorganisaties en erfgoedinstellingen:
Voor Vlaanderen: departementen CJSM (Cultuur, Jeugd, Sport en Media) en EWI (Economie, Wetenschap en Innovatie), Agentschap Kunsten en Erfgoed, FARO en Packed.
Voor Nederland: Ministerie van Onderwijs – departementen Cultureel Erfgoed, Wetenschapsbeleid en MLB, DEN, Instituut voor Beeld en Geluid, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

“Europa heeft wellicht 's werelds grootste cultuurerfgoed. Het kan zich niet veroorloven de kansen te missen die digitalisering biedt, en daardoor cultureel achteruitgaan. Digitalisering brengt cultuur tot in de huiskamer en is een waardevolle hulpbron voor educatie, toerisme, games, animatie en de hele creatieve industrie. Door investeringen in digitalisering ontstaan nieuwe bedrijven en worden nieuwe banen geschapen." (Eurocommissaris Neelie Kroes)