Immaterieel erfgoed verzamelen

Hoe verzamel je immaterieel erfgoed? Kan je immaterieel erfgoed opnemen in je collectie? En hoe doe je dat dan?
Om meteen en kort te antwoorden op de vraag: neen, immaterieel erfgoed op zich kan je niet opnemen in je collectie, en dus niet verzamelen. Levend erfgoed − dat wil zeggen: rituelen, tradities, praktijken, kennis en kunde van vandaag die mensen uitvoeren, doen en hebben − kan je niet in je collectie stoppen. Hoe zou je dat ook doen? Kennis en kunde zitten in de hoofden en handen van mensen, praktijken zien we gebeuren op straat, op het plein, in het atelier, op het strand, you name it. Maar dus niet in de collectie van een museum, archief of erfgoedbibliotheek.
Het langere, meer genuanceerde antwoord? Sporen van immaterieel erfgoed en objecten, gebruikt in immaterieel-erfgoedpraktijken, kan je wel opnemen in je collectie. Laat ons dit even verder uitspitten.
Sporen van immaterieel erfgoed
Sporen zijn alle vormen van documentatie die meer inzicht geven in immaterieel-erfgoedpraktijken. Ze maken de praktijk meer tastbaar:
- Foto’s en video’s van een praktijk in een bepaald moment in de tijd, uitgevoerd door een bepaald persoon. Net zoals bij elke andere foto is de contextinformatie cruciaal. Wie zien we? Wat doet die? Wie hanteerde de camera, en in welke hoedanigheid?
- Mondelinge getuigenissen: de onderzoekstechniek van mondelinge geschiedenis leent zich uitstekend om immaterieel-erfgoedpraktijken te documenteren. En dan zeker de persoonlijke kant van het verhaal: praktijkbeoefenaars vertellen waarom een praktijk belangrijk is voor hen, hoe ze die beleven of beleefd hebben, enzovoort.
- Ook hier is contextinformatie cruciaal. Wie is de geïnterviewde? Hoe is die verbonden aan de praktijk? In welke hoedanigheid spreekt die?
- Ook de interviewer doet ertoe. Wie is dat? Hoe verhoudt die zich tot de geïnterviewde? Hoe verhoudt die zich tot de immaterieel-erfgoedpraktijk? Wanneer en waar wordt het interview afgenomen? Wat is de focus of het thema van het gesprek? Wat is het doel van het interview? Etc.
- De opname, de transcriptie, en eventuele bijhorende beelden vormen waardevol materiaal voor je collectie.
- Het digitale en analoge archief van de praktijk. Wordt de praktijk uitgevoerd door een stad, gemeente of vereniging, dan is er zeker sprake van een archief. Dat biedt een rijke inkijk: wat hield de praktijk precies in doorheen de jaren? Hoe evolueerde de praktijk? Wie was er allemaal bij betrokken, van dichtbij en veraf? Welke discussies werden er gevoerd? Etc.
- Publicaties over de praktijk, geschreven door de beoefenaars zelf of door externe mensen, bijvoorbeeld onderzoekers.
Objecten verzamelen (of, beter gezegd: bewaren)
Free, prior, informed and sustained consent
Alle immaterieel-erfgoedpraktijken werken met materiële objecten (in de meest brede zin van het woord): kostuums, gereedschap en allerhande machines, tekenmateriaal, praalwagens, verf, podia, reuzen, relikwieën, etc. Deze objecten kunnen bewaard worden in collectiebeherende organisaties, op voorwaarde dat de betrokken erfgoedgemeenschappen daarmee akkoord gaan. Vanuit de immaterieel-erfgoedlogica geldt immers: geen enkele actie rond een immaterieel-erfgoedpraktijk wordt genomen zonder de free, prior, informed and sustained consent van de betrokken erfgoedgemeenschappen.
Wil je als erfgoedwerker aan de slag met immaterieel erfgoed? Dan is het cruciaal dat de betrokken erfgoedgemeenschappen hierover hun vrije en geïnformeerde toestemming geven, vooraleer de actie plaatsvindt. Het is ook belangrijk dat de toestemming blijvend bevraagd wordt. Voor levend erfgoed is het daarom correcter om te spreken over objecten ‘bewaren’ dan ‘verzamelen’.
Voer het (misschien ongemakkelijke) gesprek
Bewaar je als instelling objecten die nog gebruikt worden in immaterieel-erfgoedpraktijken, dan is het belangrijk om een aantal zaken helder uit te klaren:
- Wie is eigenaar van de stukken: de instelling of de erfgoedgemeenschap? Of nog een andere partij?
- Wie neemt welke beslissingen over wat?
- Hoe worden de objecten beschreven in het collectiebeheersysteem? Hoe komt die beschrijving tot stand? Wie is daarbij betrokken?
- Over de registratie van objecten verbonden aan immaterieel-erfgoedpraktijken is het laatste zeker nog niet gezegd. Het rapport ‘Immaterieel erfgoed transformeren in data’, geschreven door Werkplaats immaterieel erfgoed en meemoo, geeft inzicht in hoe je als collectiebeheerder immaterieel erfgoed kan registreren in je collectiebeheersysteem.
- Hoe is de toegang tot de objecten geregeld?
- Hoe documenteer je wanneer een object zich verplaatst, en wie doet dat?
- Hoe verloopt de communicatie tussen de betrokken partijen?
- Wie is aanspreekpunt waarvoor?
- ...
Bewaren versus gebruiken
Deze objecten worden nog gebruikt in levende erfgoedpraktijken, en gaan dus soms de deur uit. Bijgevolg vereisen ze een andere aanpak dan objecten die altijd ‘thuis blijven’. De logica van een bewaarinstelling (de objecten zo goed mogelijk bewaren in hun huidige staat) kan haaks staan op de logica die immaterieel-erfgoedgemeenschappen hanteren (objecten zijn er om gebruikt te worden, en staan in functie van de praktijk). Daarom:
- Hoe verhoudt gebruiken zich tot bewaren?
- Wat is de visie op eventuele schade?
- Welke objecten kunnen vervangen worden, welke niet?
- Wat als de instelling vindt dat een restauratie nodig is?
- ...
Het is belangrijk om hierover op voorhand te praten met de erfgoedgemeenschappen in kwestie en heldere afspraken te maken.
Een daad met impact
Cruciaal is het inzicht dat objecten bewaren in een collectiebeherende instelling geen neutrale daad is. Eens binnen de muren van een bewaarinstellingen gaan de objecten over van louter gebruiksvoorwerpen naar een schemerzone tussen gebruiksvoorwerp en museum- of archiefobject. Daarbij moeten ze voldoen aan een aantal eisen: ze worden gefotografeerd, opgemeten, genummerd en eventueel verpakt volgens de regels van de kunst, hun standplaats moet duidelijk zijn, etc.
Dat heeft ook een impact op de praktijk zelf. Leidt de bewaring van bepaalde objecten tot een mogelijke ‘fossilering’ van de praktijk, waarbij de logica van bewaren − gedragen door zowel bewaarinstellingen als leden van de erfgoedgemeenschap − de bovenhand krijgt? Of kan diezelfde bewaring net nieuw leven blazen in de praktijk, bijvoorbeeld dankzij de ondersteuning die een bewaarinstelling kan bieden?